Organisatie | Alphen-Chaam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Welzijn 2009 |
Citeertitel | Subsidieverordening Welzijn 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-08-2009 | 01-08-2017 | nieuwe regeling | 19-06-2009 Ons Weekblad 21-08-2009 | Onbekend |
In zijn vergadering van 18 december 2003 stelde de Raad de Nota Subsidiebeleid 2004-2007 vast. Deze nota borduurde voort op de in 1999 ingeslagen weg van verdere harmonisatie en vereenvoudiging van het subsidiebeleid en de uitwerking daarvan. In de planperiode, nl. bij de vaststelling van de gemeentebegroting 2005, werd onder de bezuinigingsdruk een korting van 5% op de subsidiebedragen doorgevoerd en werd het onderdeel projectsubsidies geschrapt. Bij de vaststelling van de gemeentebegroting 2006 werd deze subsidievorm weer opgenomen in de nota. In zijn vergadering van 27 september 2007 besloot de Raad voorts om voor 2008 het vigerende beleid te continueren en in juni van dat jaar het subsidiebeleid voor de nieuwe planperiode 2009-2012 vast te stellen.
Onder de gesubsidieerde stichtingen en verenigingen, in deze nota verder aangeduid onder de verzamelnaam instellingen, is in de loop van 2007 het subsidiebeleid gedurende de planperiode 2004-2007 schriftelijk geëvalueerd. Verder zijn de eigen bevindingen met het beleid en uitwerking daarvan over deze periode in beeld gebracht en werd op 18 maart voor de raadsleden en leden van de beleidscommissie een thema avond georganiseerd over het subsidiebeleid voor de planperiode 2009-2012. De resultaten van de evaluaties en thema avond hebben mede gediend als basis voor de inhoud van de voorliggende nota. Een ontwikkeling die ook is meegenomen bij een doorkijk naar de nieuwe planperiode is de introductie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gelet op deze wet en het in december 2007 vastgestelde beleidsplan Wmo vallen veel plaatselijke en regionale instellingen onder de werkingssfeer daarvan en ligt het in de rede om aansluiting te zoeken tussen de beleidsplannen.
In deze nota is het tweede hoofdstuk ingeruimd voor het begrip subsidie en een beknopte beschrijving van de wettelijke basis voor subsidieverstrekking. In het derde hoofdstuk kijken we aan de hand van de gehouden evaluaties terug op de afgelopen planperiode en benoemen we de zowel intern als extern geconstateerde plus- en minpunten. Rekening houdend met de resultaten uit deze evaluaties en de georganiseerde thema avond gaan we in het vierde hoofdstuk in op de uitgangspunten en beleidsaanbevelingen voor de nieuwe planperiode. In het vijfde hoofdstuk zal de vertaalslag van beleidsaanbevelingen naar uitvoering meer concreet worden gemaakt en komen de verordening, subsidievormen, -criteria en grondslagen, alsmede het subsidieplan en –programma en de overgangsregeling aan de orde. In het zesde hoofdstuk zijn de diverse clusters beschreven, is aangegeven welke subsidievormen voor de diverse clusters van toepassing zijn en zijn de subsidiegrondslagen concreet aangegeven. In het laatste hoofdstuk tenslotte zijn de subsidiebedragen voor de diverse instellingen berekend.
Wij vertrouwen erop, dat de voorliggende nota een gezonde en duidelijke basis vormt om ook gedurende de planperiode 2009-2012 de gestelde doelen te kunnen blijven nastreven en verwezenlijken.
HOOFDSTUK II HET BEGRIP SUBSIDIE
Subsidie is in onze samenleving eigenlijk niet meer weg te denken. Het is een ingeburgerd begrip dat een belangrijke plaats inneemt en dat we tegenkomen op tal van terreinen. Zowel in de relatie overheid-overheid, de relatie overheid-burger en, binnen de werkingssfeer van deze nota, de relatie overheid-instellingen.
In alle geschetste relaties is de intentie van subsidiëring gelijk, namelijk het beschikbaar stellen van financiële middelen waarmee bepaalde activiteiten kunnen worden uitgevoerd. Hiermee is in feite ook het doel van subsidiëren door de overheid aangegeven, namelijk met de subsidiëring van bepaalde activiteiten trachten beleidsdoelen te bereiken. De betekenis en het doel van subsidiëring zijn dan ook zeer divers.
Wij stellen voor om in het kader van deze nota de navolgende definitie te hanteren welke is gebaseerd op de tekst van de Algemene wet bestuursrecht.
Algemene wet bestuursrecht(Awb)
Het opnemen van een algemene regeling over subsidies in de Awb dateert van 1998. Dit was in het bijzonder ingegeven vanuit het streven om het uiterst ondoorzichtige en soms ongeregelde subsidierecht te uniformeren en van een heldere structuur te voorzien. Daarnaast beoogde de regeling van subsidies in de Awb bij te dragen aan een grotere beheersbaarheid van de overheidsuitgaven.
In de wet zijn bepalingen terug te vinden ten aanzien van o.a. de wettelijke grondslag van subsidiëring, de rechtsvorm, het proces van subsidieverstrekking, subsidieplafond, begrotingsvoorbehoud en de intrekking of wijziging van subsidies. De tekst van de wet is in te zien op de vakafdeling Welzijn
Wet Dualisering en subsidieverstrekking
Ook na de inwerkingtreding van de Wet Dualisering Gemeentebestuur berust de bevoegdheid tot het verstrekken van subsidie bij de Raad. Deze bevoegdheid kan in een subsidieverordening worden overgedragen aan burgemeester en wethouders.
Met de invoering van de Wet Dualisering Gemeentebestuur is onder andere de Gemeentewet gewijzigd. Op grond van deze gewijzigde Gemeentewet stelde de Raad o.a. de Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid vast. Deze verordening is van toepassing op de procesmatige kant van subsidieverstrekking.
Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten(BAPG)
Door het van kracht worden van het BAPG heeft het begrip rechtmatigheid expliciet zijn intrede gedaan in provinciale en gemeentelijke organisaties. In grote lijnen komt het erop neer dat het college ervoor moet zorgen dat in de organisatie conform externe en interne regelgeving gehandeld wordt. Als onderdeel van de accountantscontrole zal de accountant expliciet toetsen op rechtmatigheid en met de bevindingen rekening houden bij de af te geven accountantsverklaring bij de jaarrekening van de gemeente. Ook het BAPG is van toepassing op de subsidieverstrekking.
Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo)
Op 1 januari 2007 trad de Wmo in werking. Als uitvloeisel daarvan stelde de Raad de Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning 2008-2011 vast. Hierin zijn in hoofdstuk 5 drie pijlers benoemd van waaruit de samenhang tussen alle in de Wmo opgenomen prestatievelden vorm wordt gegeven, nl. participatie, zorg en sterke dorpen/kernen.
– Participatie omvat alles waardoor mensen meedoen of in beweging komen: talenten benutten, activeringsprojecten, vrijwilligerswerk, mantelzorg, ontmoeting, dagbesteding, sport en recreatie.
– Zorg gaat over omstandigheden waar mensen hulp bij nodig hebben: huishouden, mobiliteit, financiën, woningaanpassing, maaltijden, klusjes, sociale/psychische problemen, verslaving, geweld, relaties.
– Sterke dorpen/kernen gaat over een passend voorzieningenniveau en met plezier samenleven in de dorpen.
Nagenoeg alle plaatselijke en regionale instellingen die een subsidie ontvangen zijn betrokken bij de uitvoering van het beleidsplan. In bijlage E is daarom een matrix opgenomen waarin inzichtelijk is gemaakt welke instellingen betrokken zijn bij welke van bovenbedoelde peiler(s). Voor de volledigheid zijn in de matrix onder ‘sterke dorpen/kernen’ ook de ruimtelijke voorzieningen opgenomen waarvan deze instellingen gebruik maken.
Subsidieverordening, subsidieplan en subsidieprogramma
De vertaling van de inhoud van het beleid (kerntaken) naar de uitvoering daarvan gebeurt door middel van het vaststellen van een subsidieverordening. Ook het vaststellen van een meerjaarlijks subsidieplan en jaarlijks subsidieprogramma zijn, alhoewel niet verplicht, daarvoor hulpmiddelen.
Subsidie kan slechts worden verstrekt op basis van een wettelijke grondslag in casu een subsidieverordening. Hierin zijn met name de subsidievormen, de procedure (van subsidieaanvraag tot subsidievaststelling) en algemene voorwaarden om voor subsidieverlening in aanmerking te komen beschreven. Geregeld is op welke tijdstippen wat moet worden ingediend en welke verplichtingen, zowel de instelling als de gemeente, in het subsidieproces hebben.
HOOFDSTUK III EVALUATIE PLANPERIODE 2004-2007
In de voorbereiding op het samenstellen van de voorliggende nota zijn het subsidiebeleid en de uitvoering daarvan gedurende de planperiode 2004-2007 intern zowel procesmatig, beleidsmatig als beheersmatig geëvalueerd. De verbeterpunten die hieruit naar voren zijn gekomen zijn hieronder in het kort samengevat.
Procesmatig is met toepassing van de Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid het subsidieproces van aanvraag tot definitieve beschikking en uitbetaling beschreven. Voorzover dat nog niet het geval was is de structuur in het proces nog verder geoptimaliseerd. Een punt van aandacht vormt het feit, dat competitiespelende sportverenigingen met hun begroting en jaarrekening seizoensgebonden zijn en niet parallel lopen met het in de vigerende subsidieverordening gehanteerde kalenderjaar. In de praktijk betekent dit dat deze verenigingen met een afwijkend boekjaar een half jaar ‘achterlopen’ met de jaarstukken.
Voor het overige bestaan er met betrekking tot het subsidieproces geen bijzonderheden.
Alhoewel beleidsinhoudelijk geconstateerd kan worden dat ‘het marcheert’ bestaan de volgende opmerkingen/verbeterpunten die bij kunnen dragen aan een verdere optimalisering:
¡ het onderdeel projectsubsidies blijkt beperkte mogelijkheden te bieden bij nieuwe initiatieven hetgeen de flexibiliteit waarnaar wordt gestreefd niet ten goede komt;
¡ de gradatie/zwaarte van subsidiëring in relatie tot het belang dat aan activiteiten wordt gehecht komt nog onvoldoende tot uitdrukking;
¡ de beschreven doelen bij de diverse clusters dienen gelet op ontwikkelingen geactualiseerd te worden;
¡ de gehanteerde subsidiecriteria zijn vrij ‘star’;
¡ de gehanteerde subsidiemethodiek/-systematiek is niet dynamisch;
¡ subsidieverstrekking is vrij algemeen. Het ontbreekt aan een gerichte vorm van subsidieverstrekking waarbij afspraken worden gemaakt over te leveren prestaties;
¡ er kunnen vraagtekens worden geplaatst of door bepaalde instellingen die zijn opgenomen in het subsidieprogramma geen diensten worden geleverd;
¡ de invoering van de Wmo en het beleidsplan Wmo dient doorvertaald te worden in het subsidiebeleid;
¡ in de praktijk komt het voor dat een instelling in de ene woonkern wel en een instelling met dezelfde activiteiten in de andere woonkern niet wordt gesubsidieerd. Ook regionaal (instellingen in Tilburg of Breda) speelt dit.
¡ ondanks prijsstijgingen zijn de subsidies aan de instellingen al een aantal jaren niet geïndexeerd;
¡ omdat de afgelopen planperiode met vaste bedragen werd gewerkt is bijv. een toename van jeugdleden niet meer in de subsidie doorgerekend;
¡ uit het onderzoek naar de rechtmatigheid van subsidieverstrekking kwam naar voren dat een aantal instellingen werkt met een afwijkend boekjaar waardoor zij niet in de gelegenheid zijn om de jaarstukken overeenkomstig het bepaalde bij de verordening in te dienen. Zie daarvoor ook de opmerking hierboven onder ‘procesmatig’;
Aan de in het subsidieprogramma 2007 opgenomen instellingen is een enquêteformulier toegezonden. In totaal zijn 77 formulieren verzonden en zijn er 53 geretourneerd. De respons bedraagt daarmee 68,8 %. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage A. De in het oog springende zaken zijn hieronder verkort weergegeven.
¡ de informatieverstrekking bij vragen op het gebied van subsidies kan worden verbeterd;
¡ de huidige subsidieregeling is niet echt flexibel. Dit mede omdat er met vaste bedragen wordt gewerkt;
¡ de huidige subsidieregeling kent onvoldoende subsidiemogelijkheden en subsidievormen.
Zowel intern als extern blijkt, dat er ten aanzien van de procesmatige kant van de zaak weinig of geen opmerkingen bestaan waaruit de conclusie mag worden getrokken dat dit onderdeel naar behoren loopt. Wel is de verhouding ‘kalenderjaar/afwijkend boekjaar’ een punt van aandacht. Intern bestaat verder de behoefte om nader te bezien of via uitbreiding van de mandatering de verzoeken om een projectsubsidie sneller kunnen worden afgedaan.
Alhoewel beleidsinhoudelijk kan worden geconstateerd dat vanuit de vorige planperiode een goede basis is gelegd bestaan er een aantal aspecten die aandacht verdienen en een verdere optimalisering alleen maar ten goede kunnen komen. In de aanbevelingen in paragraaf 4.3 in het volgende hoofdstuk komen we daarop terug.
De beheersmatige aspecten vloeien voort uit de bezuinigingsdruk uit 2005. Ook hierop wordt in de aanbevelingen in paragraaf 4.3 ingegaan.
De onderstaande uitgangspunten vormen het kader waarbinnen in het vervolg van deze nota verder vorm zal worden gegeven aan het subsidiebeleid. Voor een deel zijn ze afkomstig uit de nog vigerende Nota subsidiebeleid en voor een ander deel betreft het nieuwe uitgangspunten die zijn geformuleerd op basis van ervaringsgegevens en (lokale) ontwikkelingen:
De activiteiten van de in het subsidieprogramma opgenomen instellingen dienen met name en op aantoonbare wijze gericht te zijn op onze gemeente en/of onze inwoners. Voor wat betreft de kernen Galder, Strijbeek Ulvenhout AC en Bavel AC kan hierop in het belang van de leefbaarheid een uitzondering worden gemaakt.
Rekening houdend met de resultaten en conclusies naar aanleiding van de evaluaties en de uitgangspunten worden voor de komende planperiode 2009-2012 de volgende beleidsaanbevelingen gedaan:
Deze vormen zijn nader beschreven in paragraaf 5.2
c.Het aantal leden /activiteiten van een instelling per jaarlijkse peildatum 1 januari bepaalt (mede) de hoogte van de doelsubsidie voor het opvolgend jaar.
d.De subsidiecriteria beperken en aanpassen in die zin dat meer bewegingsruimte i.c. flexibiliteit ontstaat;
e.Beoordelen in hoeverre er door gesubsidieerde instellingen diensten worden geleverd. Voorzover dat het geval is deze niet (meer) opnemen in het subsidieprogramma en met deze instellingen prestatieovereenkomsten of sponsorovereenkomsten afsluiten.Bepalend daarbij is het feit of deze diensten ook bij een andere instelling’ ingekocht’ kunnen worden.
f. De omschreven doelen bij de diverse clusters actualiseren;
g. In de planperiode 2009-2012 inventariseren welke instellingen met verwante activiteiten in de diverse woonkernen wel of geen waarderingssubsidie ontvangen. Idem in de regio. Vervolgens streven naar afstemming.
De subsidiebedragen gedurende de planperiode 2009-2012 jaarlijks indexeren overeenkomstig de voor het desbetreffende jaar voor de gemeentebegroting gehanteerde algemene indexering;
HOOFDSTUK V HET SUBSIDIEBELEID VERDER UITGEWERKT
De uitvoering van het subsidiebeleid vindt plaats door middel van een subsidieverordening, waarin met name de procedures en de algemene voorwaarden zijn opgenomen. Gelet op de positieve ervaringen daarmee in de afgelopen planperiode en de resultaten uit het onderzoek op basis van de Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid ligt het voor de hand om de vigerende verordening zo veel als mogelijk ongewijzigd te laten. Omdat in de Algemene wet bestuursrecht al veel is geregeld omtrent subsidieverlening wordt daarnaar in een aantal gevallen in de verordening verwezen. Daarmee beoogt de verordening een lokale aanvulling te zijn op de Algemene wet bestuursrecht. De relevante tekst van deze wet is in te zien op de vakafdeling Welzijn.
Ten opzichte van de gedurende de planperiode 2004-2007 gehanteerde verordening zijn in de als bijlage B opgenomen verordening de volgende wijzigingen aangebracht:
Door de overheid wordt een breed scala aan subsidievormen gehanteerd. Gelet op de ervaringen gedurende de afgelopen planperiode en de beleidsaanbevelingen wordt voorgesteld om voor de planperiode 2009-2012 de volgende vormen te hanteren:
Waarderingssubsidie Een subsidie in de vorm van een vast bedrag, verstrekt aan een instelling louter als waardering voor haar bestaan en voor bepaalde activiteiten zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden. De waarderingssubsidie wordt aan het begin van de planperiode bepaald en ligt, behoudens de jaarlijkse indexering, gedurende de planperiode vast.
Doelsubsidie Zoals de naam al aan geeft is deze subsidievorm gericht op het doel dat wordt nagestreefd en zijn (voorzover van toepassing) het aantal leden en/of de aard en omvang van de activiteiten bepalend voor en bij de subsidieverstrekking. Dit betekent dat de te verstrekken subsidie geen vast karakter hoeft te dragen maar afhankelijk van meer/minder leden/activiteiten jaarlijks kan fluctueren.
Accommodatiesubsidie Met toepassing van deze subsidievorm is het mogelijk om (onder voorwaarden) aan instellingen een subsidie toe te kennen in de kosten van een accommodatie die zij in gebruik hebben. Deze subsidie kan naast een doelsubsidie worden verstrekt en is tevens bedoeld om de harmonisatiegedachte verder vorm te geven.
Investeringsbijdrage Het verstrekken van een investeringsbijdrage is gebaseerd op de jaarlijkse uitvoering van het Investeringsplan Welzijn. In bepaalde situaties is het mogelijk om aan een instelling de bijdrage toe te kennen waarna de instelling zelf uitvoert en na de realisatie en een gemeentelijke schouw de bijdrage definitief wordt bepaald. De voorwaarden waaronder subsidie wordt verstrekt, alsmede bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie zullen worden/zijn vastgelegd in het Investeringsplan Welzijn.
In paragraaf 4.2 werden de uitgangspunten aangehaald voor het subsidiebeleid. Deze zijn richtinggevend voor de verdere uitwerking van het subsidiebeleid. Daartoe behoort onder andere ook het opstellen van criteria oftewel voorwaarden waaraan de instellingen en de door de instellingen uit te voeren activiteiten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Achterliggende gedachte daarbij is, dat het gewenst is om als subsidieverstrekker te kunnen beschikken over garanties met betrekking tot o.a. noodzaak van subsidieverlening, draagvlak en continuïteit, het bereik van de activiteiten en de relatie naar het gemeentelijke beleid.
Wij stellen in dat verband voor om gedurende de nieuwe planperiode uit te gaan van de volgende subsidiecriteria:
een instelling die niet gevestigd is in Alphen-Chaam kan voor de uitvoering van activiteiten waaraan wordt deelgenomen door jeugdigen t/m 17 jaar uit Alphen-Chaam in aanmerking komen voor een subsidie voorzover deze activiteit (nog) niet voorkomt in het activiteitenaanbod in Alphen-Chaam. Waar het de kernen Bavel AC en Ulvenhout AC betreft kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
5.4 Subsidiegrondslagen waarderingssubsidies en doelsubsidies
Voor wat betreft de doelsubsidies zijn een beperkt aantal subsidiegrondslagen van toepassing, nl.:
Uiteraard kan niet worden uitgesloten dat incidenteel niet te ontkomen valt aan de toepassing van aanvullende grondslagen. In het volgende hoofdstuk zijn de grondslagen voor de diverse clusters en instellingen meer concreet uitgewerkt.
5.5 Subsidieplan en subsidieprogramma
Het subsidieplan bestrijkt als onderdeel van de voorliggende nota een periode van vier jaar. In het plan zijn de instelling genoemd in de vorige paragraaf opgenomen. Het plan beoogt inzicht te geven in het verwachte verloop van het subsidiebudget gedurende de planperiode. Aanpassingen van het plan gedurende de planperiode vinden via het subsidieprogramma alleen plaats wanneer zich specifieke situaties voordoen zoals bijvoorbeeld de oprichting van een nieuwe gesubsidieerde instelling, substantiële wijzigingen in ledenaantallen, ontwikkelingen vanuit rijksbeleid/wetgeving of bijzondere omstandigheden. Het subsidieplan voor de periode 2009-2012 is terug te vinden onder bijlage C.
Het subsidieprogramma kan worden gezien als een uittreksel van het subsidieplan en wordt jaarlijks door de Raad vastgesteld bij de begroting voor het opvolgend jaar.
Wanneer zich gedurende de planperiode in enig jaar omstandigheden voordoen zoals hiervoor beschreven zal het subsidieprogramma voor het opvolgend jaar daarop worden aangepast. Het in het programma opgenomen budget (per cluster) vormt bij vaststelling het subsidieplafond. Dit wil zeggen dat dit budget het maximaal beschikbare subsidiebudget is. Het subsidieplafond vormt een weigeringsgrond, met andere woorden is het plafond bereikt dan dienen nieuwe verzoeken te worden afgewezen tenzij de Raad of binnen de afgesproken kaders het college aanvullende dekkingsmiddelen beschikbaar stelt. Het subsidieprogramma voor 2009 is opgenomen in bijlage D.
Voor instellingen die op basis van de nieuwe systematiek per 2009 een subsidiebedrag ontvangen dat minimaal € 100,00 lager is dan het bedrag dat in 2008 is toegekend is een overgangsregeling van toepassing. Deze instellingen ontvangen voor 2009 naast het voor dat jaar toegekende reguliere subsidiebedrag tevens 50% van het nadelige verschil tussen het subsidieniveau 2008 en 2009.
HOOFDSTUK VI BESCHRIJVING CLUSTERS, SUBSIDIEVORMEN EN SUBSIDIEGRONDSLAGEN
Cluster 1 Bevordering sportbeoefening
In dit cluster zijn ondergebracht die instellingen die zich tot doel stellen activiteiten te organiseren die zijn gericht op de deelname aan sport en sportieve recreatie binnen de gemeente Alphen-Chaam. Onder sportbeoefening verstaan wij het op individuele basis of in groepsverband deelnemen aan bewegingsactiviteiten in georganiseerd verband, onder verantwoorde leiding en binnen een specifieke sportorganisatie met contributiebetalende leden. Zulks op niet commerciële basis.
Onder georganiseerde sport wordt verstaan dat de sport in enig officieel (competitie)verband wordt beoefend op of in een daartoe bestemde accommodatie onder auspiciën van een overkoepelende organisatie die is aangesloten bij NOC*NSF.
Sportbeoefening is in eerste instantie gericht op eigen gezondheid, plezier en ontspanning. Met name waar het de volwassenen betreft zijn wij van oordeel dat sportbeoefening in principe ‘selfsupporting’ moet zijn.
De gemeente wil in eerste instantie bereiken dat zoveel mogelijk jeugdigen van de gemeente Alphen-Chaam laagdrempelig kunnen deelnemen aan sportactiviteiten zoals hierboven omschreven. Dit in het belang van een gezonde ontwikkeling en sociale cohesie van jeugdigen tot 18 jaar. De plaatselijke sportverenigingen kunnen via een projectsubsidie gerichte activiteiten organiseren die zijn gericht op het informeren, stimuleren en werven van jeugdleden.
Naast de deelname aan sportactiviteiten door jeugdigen streeft de gemeente er naar om in de planperiode ook de deelname aan deze activiteiten door 55+ te stimuleren. Via een projectsubsidie zijn de plaatselijke sportverenigingen in de gelegenheid om daarvoor gerichte initiatieven te ondernemen.
- € 20,00 per contribuerend jeugdlid
- vast bedrag in de huisvestingskosten (voorzover van toepassing)
Onder dit cluster vallen instellingen die zich zonder winstoogmerk richten op kunst en cultuuruitingen van uiteenlopende aard, dan wel het uitdragen van het culturele erfgoed in de gemeente. Hieronder wordt verstaan het verrichten van verschillende activiteiten zoals muziekoptredens, toneeluitvoeringen, zanguitvoeringen, volksfeesten en de heemkunde.
Wij willen bereiken dat iedere inwoner van Alphen-Chaam laagdrempelig kan genieten van de verschillende kunst- en cultuuruitingen in de gemeente en daaraan ook kan deelnemen.
De activiteiten in dit cluster hebben voor een deel betrekking op zelfontplooiing op creatief gebied, individueel of in groepsverband. Hiervoor zijn de deelnemers en dan met name de volwassen in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Het gemeentelijk belang ligt met name bij de participatie door de jeugd en de publieksfunctie. Onder dit laatste verstaan wij het verzorgen van (openbare) optredens/activiteiten en het uitdragen van de gemeente.
Verder volgen leerlingen uit de gemeente een muziekopleiding via de regionale muziekscholen. Via een subsidie aan deze muziekscholen willen we bereiken dat leerlingen t/m 17 jaar op een laagdrempelige wijze deze opleidingen kunnen volgen.
Een waarderingssubsidie van € 500,00
waarderingssubsidie van € 500,00
Oranje-,St. Nicolaas- en carnavalsactiviteiten
Per activiteitensoort een bedrag per inwoner in de desbetreffende kern van € 0,20
Muziekopleidingen via regionale erkende muziekscholen
Onder dit cluster vallen de instellingen die peuterspeelzaalwerk uitvoeren. Hieronder wordt in de plaatselijke situatie verstaan:
In het beleidsplan peuterspeelzaalwerk, vastgesteld op 21 december 2006, is de volgende gemeentelijke doelstelling opgenomen:
‘Het leveren van een bijdrage aan de instandhouding van kwantitatief voldoende en kwalitatief goede peuterspeelzalen die alle 2 tot 4 jarigen in de gelegenheid stellen om in de voorschoolse periode gedurende minimaal twee dagdelen per week in georganiseerd verband en onder professionele begeleiding met elkaar te spelen, elkaar te ontmoeten (ook de ouders) en zich te ontwikkelen.’
Door middel van subsidiëring willen wij verder bereiken dat de peuterspeelzalen bijdragen aan een sluitende aanpak op de basisschool en participeren in het Netwerk 12- en buurtnetwerk 12-.
Een vast bedrag op basis van het beleidsplan peuterspeelzaalwerk
Cluster 4 Jeugd- en jongerenwerk
Onder dit cluster vallen de instellingen die zich richten op het organiseren van activiteiten die de maatschappelijke participatie van jongeren bevorderen en een basis leggen voor maatschappelijke zelfstandigheid en een positieve deelname aan het maatschappelijk leven. Om dit te bereiken worden verschillende recreatieve en sociaal culturele activiteiten georganiseerd.
Door middel van subsidiëring willen wij bereiken dat de jeugdigen en jongeren in Alphen-Chaam laagdrempelig gebruik kunnen maken van recreatieve en sociaal-culturele activiteiten. Dit omdat deze activiteiten een positieve bijdrage kunnen leveren aan het welbevinden in de groei naar volwassenheid.
Naast de recreatieve en sociaal-culturele activiteiten worden er in het belang van de jeugdigen, de jongeren en hun ouders door samenwerkende organisaties ook een aantal zorggerelateerde activiteiten uitgevoerd. Genoemd kunnen worden het beleidsnetwerk 12-, het buurtnetwerk 12-, het buurtnetwerk 12+ en het houden van spreekuren opvoedingsondersteuning 0-12 en 12+. Verder loopt via de basisscholen op dit moment het preventieproject Be good, feel good, kent de GGD een telefonische hulplijn en wordt gewerkt aan het opzetten van een Centrum voor jeugd en gezin. De financiering van deze activiteiten verloopt buiten het subsidieprogramma om.
a. vast bedrag van € 500,00 of
In dit cluster zijn ondergebracht de instellingen die zich in de gemeente richten op de plaatselijke ouderen waarbij het volgende wordt nagestreefd:
Door middel van subsidiëring willen we bereiken dat de ouderen in onze gemeente de mogelijkheid hebben om op een volwaardige manier te participeren in de samenleving. Daarnaast willen wij stimuleren dat ouderen deel nemen aan bewegingsactiviteiten. Via een projectsubsidie kunnen de plaatselijke sportverenigingen daartoe gerichte activiteiten opzetten en uitvoeren.
In dit cluster zijn ondergebracht de instellingen die zich de directe ondersteuning van inwoners of doelgroepen in onze gemeente ten doel stellen. Hieronder moet worden verstaan de directe dienstverlening en het verzorgen van recreatieve en ontspannende activiteiten of de coördinatie daarvan.
Door middel van subsidiëring willen wij bereiken dat het bestaande aanbod aan activiteiten in ieder geval blijft bestaan. Met de invoering van de Wmo blijkt in de praktijk het aantal ondersteunende organisaties toe te nemen. Afstemming daartussen is nodig teneinde te voorkomen dat overlappingen ontstaan of zgn. ‘witte vlekken’ blijven bestaan.
a. vast bedrag waarderingssubsidie € 125,00;
b. vast bedrag doelsubsidie van € 500,00 of € 1.000,00
c. bedrag per lid van € 7,50 of € 0,20 per inwoner van de gemeente/woonkern
Cluster 7 Educatie en informatie
Onder dit cluster vallen die instellingen die zich door middel van o.a. cursussen, thema avonden en uitleningen van materialen richten op educatie en informatieverstrekking aan inwoners of groepen van inwoners.
Door middel van subsidiëring willen we bereiken dat onze inwoners laagdrempelig gebruik kunnen blijven maken van het huidige aanbod. Specifiek ten aanzien van de bibliotheekvoorzieningen en Natuurvereniging Mark & Leij streven wij naar een toename van het aantal jeugdige leden.
a. bedrag van € 0,20 per inwoner of een bedrag per lid van € 7,50
Cluster 8 Exploitatie gemeenschapshuizen
Onder dit cluster vallen de instellingen die zich richten op het beheer en de exploitatie van een ontmoetings- of cultureel centrum in de gemeente.
De sociaal-culturele centra in onze gemeente nemen een belangrijke plaats in. Zij bieden aan veel instellingen de ruimte die nodig is voor de uitoefening van de activiteiten en hebben daardoor een multifunctioneel karakter. Dit verstevigt de ontmoetingsfunctie van de centra. De gebruikers zijn immers in de gelegenheid om niet alleen sociale contacten te leggen en te onderhouden binnen de eigen club, maar voor of na de activiteiten ook daarbuiten. Dit bevordert de mogelijkheid tot integratie en participatie en levert een positieve bijdrage aan de gemeenschapszin. De praktijk leert dat de exploitatie van het Cultureel Centrum in Alphen en het Taxandriagebouw in Chaam financieel-technisch gezien stroef verloopt. Ons primaire doel gedurende de planperiode is dan ook tweeledig:
Cluster 9 Overige instellingen
In dit cluster zijn vooralsnog de instellingen verzameld die activiteiten uitvoeren die wellicht als ‘een dienst tegen betaling’ kunnen worden beschouwd. Dit dient nog beoordeeld te worden. Omdat het verstrekken van een subsidie slechts mogelijk is op basis van een wettelijke grondslag zijn de instellingen nog opgenomen in het subsidieprogramma. Op het moment dat duidelijk is dat sprake is van het leveren van een dienst kan met de desbetreffende instelling een prestatieovereenkomst of sponsorovereenkomst worden afgesloten en wordt de instelling uit het programma verwijderd.
HOOFDSTUK VII BEREKENING SUBSIDIEBEDRAGEN PER 2009 EN TOTAALBUDGET
* onder de voorwaarde dat met deze instelling een huurovereenkomst wordt aangegaan voor het gebruik van het streekmuseum in Alphen
* nadere afspraken te maken met de stichtingsbesturen op basis van actuele jaarstukken
9456 inwoners x € 0,20 geen overgangsregeling ivm vervallen subsidie sportement totaal € 1.891,20 | |||
vast bedrag € 500,00 …… leden uit A-C x € 7,50 totaal € 500,00 | |||
A. Totaalbedrag clusters 1 t/m 9 € 655.697,00 € 633.836,00
B. Budget subsidie muziekscholen € 2.500,00 € 1.137,00
Externe evaluatie subsidiebeleid en –verstrekking planperiode 2004-2007
Aan de in het subsidieprogramma 2007 opgenomen instellingen is een enquêteformulier toegezonden. In totaal zijn 77 formulieren verzonden en zijn er 53 geretourneerd. De respons bedraagt daarmee 68,8%. De vragen uit het formulier zijn hieronder opgenomen met daarbij per vraag de reacties percentagegewijs vertaald.
1. Vindt u het aanvragen van de subsidie jaarlijks administratief eenvoudig?
neen : 0% Terugkerende opmerkingen(en): n.v.t.
2. a. Ontvangt u het jaarlijks subsidiebedrag op het afgesproken moment?
nooit : 0% Terugkerende opmerking(en): n.v.t.
b. Bent u tevreden met het (de) moment(en) waarop de subsidie wordt uitbetaald?
Terugkerende opmerking(en): uitbetaling voorafgaand aan periode zou het fijnst zijn.
3. Hoe beoordeelt u de gemeentelijke informatieverstrekking bij vragen op het gebied van subsidies?
Terugkerende opmerking(en): n.v.t.
4. Wat vindt u van de huidige subsidieregeling? (Wij verzoeken u om hieronder op genoemde onderdelen uw mening te geven en deze eventueel te voorzien van een korte toelichting )
Terugkerende opmerking(en) : de opbouw van het bedrag is niet bekend.
Terugkerende opmerking(en) : met vaste bedragen werken is minder/niet
c. kent voldoende subsidiemogelijkheden en subsidievormen:
Terugkerende opmerking(en): niet bekend welke mogelijkheden er nog meer zijn.
d. met vaste budgetten voor meerdere jaren is goed te werken
Terugkerende opmerking(en): n.v.t.
5. Heeft u suggesties voor het subsidiebeleid/uitvoering gedurende de planperiode 2009-2012?
a. indexeer de subsidiebedragen;
b. vast bedrag per jaar met daarin een opslagpercentage voor eventuele risico’s;
c. volg de subsidierichtlijnen van de overkoepelende organisatie (harmonieën);
d. mogelijkheid voor een onderhoudssubsidie;
e. als criterium geen percentage leden dat in de gemeente woont;
f. meer (gestructureerd) overleg tussen verenigingen en gemeente;
g. meer flexibiliteit/variabele subsidies;
h. bij de organisatie van activiteiten geen legeskosten voor vergunningen in rekening brengen of verstrek een speciale activiteitensubsidie waarin de verenigingen deze kosten kunnen betrekken;
i. aantal leden etc. aan begin planperiode is bepalend voor het bedrag gedurende de planperiode;
j. meer waardering/subsidiëring voor kleine verenigingen met veel activiteiten;
6. a. Werkt uw instelling met een jaarrekening en een begroting?
SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN 2009
4.2 Subsidieverordening Welzijn Alphen-Chaam 2009
De Raad van de gemeente Alphen-Chaam;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 2009, nr. ;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de 'Subsidieverordening Welzijn Alphen-Chaam 2009' overeenkomstig de tekst zoals die aan dit besluit is gehecht.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
gemeente : de gemeente Alphen-Chaam
de raad : de raad van de gemeente Alphen-Chaam;
het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-
instelling : een rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die zich,
zonder winstoogmerk, ten doel stelt activiteiten te organiseren die een direct
plaatselijk belang dienen en/of de belangen van (een deel van) de inwoners
subsidie : een aanspraak op financiële middelen, door de raad respectievelijk het
college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de instelling,
anders dan betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of
subsidieplan : een door de gemeenteraad vast te stellen overzicht, waarin de subsidies
die aan de in dit plan opgenomen instellingen kunnen worden verstrekt,
voor een periode van vier jaar zijn vastgelegd;
programma : een jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen overzicht van
instellingen met vermelding van de subsidie die aan de in dit
programma opgenomen instellingen kan worden verstrekt voor het
cluster : een in het subsidieplan en -programma opgenomen bundeling van
onderling samenhangende beleidsterreinen en daarin werkzame
subsidieplafond : het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar
is voor de verstrekking van subsidie krachtens deze verordening en het
subsidieplan respectievelijk subsidieprogramma;
jaar : het begrotingsjaar van de gemeente, tevens kalenderjaar.
De in artikel 1 onder d. genoemde subsidie wordt onderscheiden in de volgende subsidievormen:
a. waarderingssubsidie : een subsidie in de vorm van een vast bedrag, verstrekt aan de instelling
als waardering louter voor haar bestaan en voor bepaalde activiteiten
zonder deze activiteiten naar aard en omvang te willen beïnvloeden.
b. doelsubsidie : een subsidie in de vorm van een vaste en/of variabele factor
voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de
gemeentelijke beleidsdoelstellingen op het gebied van welzijn.
c. projectsubsidie : een subsidie met een incidenteel karakter die buiten het
subsidieprogramma om jaarlijks aan een instelling kan worden
subsidie : een subsidie die aan een instelling kan worden verstrekt in de kosten
van de bij haar in gebruik zijnde accommodatie;
e. investeringsbijdrage : een bijdrage die op basis van het Investeringsplan Welzijn aan een
instelling kan worden verstrekt in de kosten van uitbreiding of
kwalitatieve verbetering van de bij de instelling in gebruik zijnde
Artikel 5 Vaststelling subsidieplan, -programma en subsidieplafonds
1. De raad stelt bij de Nota Subsidiebeleid een subsidieplan vast.
2. De in het plan opgenomen instellingen en bedragen liggen, met uitzondering van de jaarlijks toe te passen indexering, in beginsel gedurende de planperiode vast. Een bijstelling van de in het subsidieplan opgenomen bedragen vindt via het subsidieprogramma dan ook slechts plaats voorzover zwaarwichtige belangen daar naar het oordeel van de raad aanleiding toe geven.
3. De raad stelt jaarlijks bij de gemeentebegroting het subsidieprogramma en het subsidieplafond voor het opvolgende jaar vast.
4. Het subsidieplafond bestaat uit het totaal van de bedragen van de clusters opgenomen in het subsidieprogramma, vermeerdert met het budget dat op basis van een afzonderlijke begrotingspost beschikbaar is voor projectsubsidies..
5. Het subsidieplafond wordt bekend gemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.
1. De aanvraag om subsidie van een instelling die niet is opgenomen in het subsidieplan dan wel de subsidieaanvraag voor nieuwe activiteiten door een reeds in het subsidieplan opgenomen instelling moet vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend.
Bij de in het tweede lid bedoelde aanvraag dient een beschrijving van de activiteit en een raming van baten en lasten te worden overgelegd. Betreft het een verzoek in het kader van deskundigheidsbevordering dan kan worden volstaan met een opgave van de deelnemer(s), de soort cursus en de aan de deelname daaraan verbonden kosten;
De subsidieverstrekking wordt naast de in artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd indien:
Artikel 9 Verplichtingen van de instelling
In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is de instelling aan burgemeester en wethouders een vergoeding van de vermogenswaarden verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding wordt voor wat betreft roerende zaken in overleg tussen de instelling en de gemeente bepaald. In het geval van onroerende zaken geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.
Aan een in het subsidieprogramma opgenomen instelling kunnen voorzover voldaan wordt aan de daarbij aangegeven voorwaarden de navolgende incidentele subsidies worden verstrekt:
Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.