Burgemeester en wethouders van gemeente Alphen-Chaam;
gezien het voorstel van het stafbureau;
gelet voorts op de Collectieve Arbeidsvoorwaarden voor de sector gemeente
(CAR) en Uitwerkingsovereenkomste (UWO);
besluiten :
vast te stellen de "Bezoldigingsverordening 1999" overeenkomstig de tekst
zoals die aan dit besluit is gehecht.
Aldus besloten in de vergadering van 12 oktober 1999
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALPHEN-CHAAM,
,voorzitter
,secretaris
BEZOLDIGING
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. ambtenaar:
1. de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid a. van de
CAR/UWO;
2. de werknemer in de zin van artikel 2:5:1 van de
CAR/UWO;
b. schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2a. van de
CAR/UWO;
c. salaris: het salaris als bedoeld in artikel 3:1, lid 2b. van de
CAR/ UWO;
d. bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2c.
van de CAR/UWO;
e. uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, lid 1o. van de
CAR/ UWO;
f. salarisschaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2a. van
de CAR/UWO;
g. salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of een
letter en een getal, dat in een salarisschaal voor een salaris is
vermeld; h. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een
salarisschaal;
i. bevordering: de inpassing in de naast hogere salarisschaal;
j. functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te
verrichten;
k. functiewaardseringsonderzoek: een onderzoek overeenkomstig de
regeling organieke functiewaardering;
l. conversietabel: een tabel die een koppeling legt tussen de
resultaten van de waardering en de salarisniveaus;
m. volledige werktijd: een werktijd welke gemiddeld 36 werkuren per
week omvat;
Artikel 2 Uitbetaling bezoldiging
- 1.
Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling
van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen
datum van ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan met
de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.
- 2.
De bezoldiging wordt maandelijks vóór of op de 20e dag van de maand
uitbetaald;
- 3.
Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang
van de dag waarop het ontslag ingaat.
Artikel 3 Berekening van gebroken tijdvakken
- 1.
In gevallen waarin de bezoldiging moet worden berekend over een
gedeelte van de maand, wordt deze vastgesteld door de bezoldiging
per maand te delen door het aantal dagen van de desbetreffende
kalendermaand en de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met het
aantal dagen dat betrokkene in die maand in dienst is.
- 2.
De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden op een
gulden naar boven afgerond.
Artikel 4 Salarisbepaling bij deeltijdarbeid
- 1.
Het salaris van de ambtenaar met een niet volledige werktijd wordt
vastgesteld op een evenredig deel uitgedrukt in een zogenaamde
deeltijdfactor van het salaris dat door hem zou gelden bij een
volledige werktijd.
- 2.
De ambtenaar die meer dan één deeltijdfunctie binnen de organisatie
vervult, wordt per functie bezoldigd overeenkomstig de bepalingen
van artikel 4:1.
Artikel 5 Bepaling salarisschaal
- 1.
De toepassing van bijlage II van de CAR/UWO vindt plaats conform
hetgeen daarin is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid.
- 2.
Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de
resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de
vastgestelde conversietabel de voor de functie geldende
salarisschaal, tenzij hij de functie (nog) niet volledig vervult
danwel zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met
betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en
de daarbij te hanteren methode.
- 4.
Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR,
kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal
gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor
hem geldende salarisschaal.
Artikel 6 Salaris bij aanstelling
- 1.
Bij aanstelling kennen burgemeester en wethouders de ambtenaar het
salaris toe dat:
- a.
wanneer hij 21 jaar of ouder is, in de voor hem geldende
salarisschaal, is vermeld achter het salarisnummer 0;
- b.
wanneer hij jonger dan 21 jaar is, in de voor hem geldende
salarisschaal, is vermeld achter het salarisnummer,
bestaande uit het getal, dat overeenkomt met zijn
leeftijd.
- 2.
Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het
toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het oordeel
van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.
- 3.
Wanneer de ambtenaar niet aan de functie-eisen voldoet of nog geen
juist beeld is verkregen van zijn wijze van functioneren, kan hij
worden aangesteld in een lagere salarisschaal dan de in lid 1
bedoelde salarisschaal. Burgemeester en wethouders kunnen nadere
regels stellen.
Artikel 7 Periodieke verhogingen van het salaris
- 1.
Bij de overgang naar een hogere schaal wordt de ambtenaar
ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal.
- a.
In geval het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag
en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het
salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan
salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn
overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal
een periodieke verhoging zou hebben gekregen en het bedrag
van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe
schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het
naasthogere bedrag;
- b.
ingeval de ambtenaar thans is ingeschaald op het maximum van
de salarisschaal en het verschil met het naasthogere bedrag
in de nieuwe schaal minder bedraagt dan ¦. 125,--, wordt de
ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat
direct volgt boven vermeld bedrag.
- 2.
Bij bevordering van de ambtenaar jonger dan 21 jaar, vindt de
inpassing in het hogere niveau plaats op het daarin voor hem
geldende leeftijdssalaris.
- 3.
De verhoging van het salaris van de ambtenaar van 21 jaar en ouder,
binnen het bij zijn functie behorende niveau, geschiedt nadat hij
een jaar in die functie heeft doorgebracht. Alle hierna volgende
verhogingen vinden plaats op 1 januari tot een maximum van het
niveau is bereikt.
- 4.
Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een
periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien
daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding
bestaat.
- 5.
Voor de verhoging van het salaris van de ambtenaar die in de loop
van een kalenderjaar wordt bevorderd wordt de tijd, die verlopen is
van de dag van zijn bevordering tot de eerste januari daaraan
volgend voor een jaar gerekend.
- 6.
De verhoging van het salaris van de ambtenaar beneden de leeftijd
van 21 jaar naar zijn leeftijd, geschiedt met ingang van 1 januari
van het jaar, waarin die hogere leeftijd wordt bereikt.
- 7.
De salariëring naar het minimum van het bij de functie behorende
niveau geschiedt met ingang van 1 januari van het jaar, waarin de
21-jarige leeftijd wordt bereikt.
- 8.
De verhoging van het salaris kan achterwege blijven, indien de
bekwaamheid, geschiktheid en/of dienstijver, naar het oordeel van
burgemeester en wethouders, gebleken is onvoldoende te zijn.
Artikel 8 Ambtsjubileumgratificatie
Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar die respectievelijk 25, 40 of
50 jaar in dienst van de (oude) en/of gemeente Alphen (& Riel)-Chaam
werkzaam is geweest, een gratificatie toekennen ter grootte van een bedrag
als in artikel 3:5:1 van de CAR/UWO is omschreven.
Artikel 9 Gebruik privé-auto
- 1.
Aan door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren wordt
een vergoeding toegekend door het gebruik in het belang van de
dienst van een eigen auto.
- 2.
De hoogte van de vergoeding is gelijk aan die, welke geldt voor het
rijkspersoneel, geregeld in de Reisregeling binnenland.
Artikel 10 Uitrustingsvergoeding
Aan door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren wordt, onder
door hen te stellen voorwaarden, verband houdende met de aard van hun
werkzaamheden, een uitrustingsvergoeding.
Artikel 11 Garantiebepalingen
- 1.
De huidige ambtenaar, medewerker buitendienst/Recreatiegebied 't
Zand, die voor de inwerkingtreding van deze verordening een vaste
toelage van twee regels bovenop zijn salaris genoot voor het
regelmatig verrichten van werkzaamheden buiten de normale
werktijden, anders dan bij wijze van overwerk, blijft deze
behouden.
- 2.
De huidige ambtenaar, hoofd sector Grondgebiedzaken, die voor de
inwerkingtreding van deze verordening een reiskostenvergoeding
woon-/werkverkeer genoot van ¦. 150,-- per maand, blijft deze
behouden.
- 3.
De huidige ambtenaren, die voor de inwerkingtreding van deze
verordening waren ingeschaald in salarisschaal 10a, behouden deze
salarisaanspraken thans overeenkomende schaal 11, regel 9.
Artikel 12 Onvoorziene gevallen
In gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet,
treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999.
Artikel 14 Citeertitel
De verordening kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening
1999".