Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Emmen 2010 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Emmen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 29-04-2010 Zuidervelder, Emmen officieel, Maandag 3 mei 2010, nummer 18-II | Onbekend. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.2 Reikwijdte van de verordening
Een voorziening wordt geweigerd:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de persoon met beperkingen zijn toe te rekenen;
Bij het compenseren van beperkingen die een aanvrager ondervindt in zijn maatschappelijke participatie wordt ook rekening gehouden met de keuzes die de aanvrager maakt in het leven, waarbij verwacht mag worden dat een aanvrager geschikte keuzes maakt rekening houdend met de beperkingen die horen bij de individuele omstandigheden van de aanvrager.
Hoofdstuk 2. Vorm van de individuele voorzieningen en eigen bijdrage/ eigen aandeel
Artikel 2.1 Keuzevrijheid individuele voorzieningen
Voor zover het college een individuele voorziening kan verstrekken in natura, wordt de persoon met beperkingen de mogelijkheid geboden te kiezen tussen de individuele voorziening in natura of een daarmee vergelijkbare individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget, tenzij hiertegen van de zijde van het college overwegende bezwaren bestaan.
Artikel 2.3 Financiële tegemoetkoming
Indien een individuele voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt bevat de beschikking tenminste:
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget
Indien een individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt bevat de beschikking tenminste:
Indien de voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming bestaat uit het verschaffen van een bouwkundige of woontechnische aanpassing aan de woning die niet in eigendom is van de aanvrager, kan gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken een eigen aandeel in rekening worden gebracht.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden
Artikel 3.1 Recht op individuele voorziening hulp bij het huishouden en primaat van de algemene voorziening
Een persoon met beperkingen kan voor een individuele voorziening hulp bij het huishouden in aanmerking worden gebracht indien:
Artikel 3.3 Geen langdurige noodzaak
In afwijking van artikel 1.2 lid 1 onder d kan het college een voorziening hulp bij het huishouden ook verstrekken indien er geen langdurige noodzaak is.
In afwijking van het gestelde in artikel 3.2 komt een persoon met beperkingen niet in aanmerking voor een voorziening hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt één of meer huisgenoten behoren die in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten. Zij worden in beginsel geacht de zogenaamde gebruikelijke zorg te verlenen.
Artikel 3.5 Omvang van de individuele voorziening hulp bij het huishouden
De hoogte van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden bedraagt 75% van het maximale uurtarief zorg in natura. Het geïndiceerde aantal uren hulp bij het huishouden zoals vermeld in het eerste lid wordt vermenigvuldigd met het maximale uurtarief zoals dat is overeengekomen met de zorgaanbieders. Vervolgens wordt de uitkomst daarvan vermenigvuldigd met vier. De hoogte van het uurtarief wordt bepaald in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Artikel 3.6 Betaling van de individuele voorziening hulp bij het huishouden
Het persoonsgebonden budget wordt als volgt uitbetaald:
Artikel 3.7 Verplichtingen van een budgethouder
Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden de budgethouder de volgende verplichtingen opgelegd:
de budgethouder sluit een schriftelijke overeenkomst met de persoon of de instantie van wie de hulp bij het huishouden wordt betrokken en neemt in die overeenkomst ten minste op dat die persoon of instantie ondertekende declaraties verstrekt met daarop vermeld de naam en het adres van die persoon of instantie, het aantal uren verleende hulp bij het huishouden, de gedeclareerde bedragen en het Burgerservicenummer;
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen
Artikel 4.1 Recht op individuele woonvoorziening en primaat algemene voorziening
Een persoon met beperkingen kan voor een individuele woonvoorziening in aanmerking worden gebracht indien:
Artikel 4.2 Soorten en vormen van individuele woonvoorzieningen
De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 onder a, b, d, e, f en g worden verleend in de vorm van een financiële tegemoetkoming, niet in de vorm van een PGB. Grote woningaanpassingen mogen nooit in de vorm van een PGB worden verleend. Losse woonunits mogen wel in de vorm van een PGB worden verleend (bruikleen).
De individuele woonvoorzieningen die worden genoemd in lid 1 onder b en d kunnen ook worden verstrekt in natura indien een losse woonunit ter beschikking wordt gesteld of indien het gaat om onderhoud, keuring en reparatie van een in of aan de woning aangebrachte voorziening die in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend.
De aanvraag voor een individuele woonvoorziening wordt geweigerd indien:
de voorziening betrekking heeft op hotels/pensions; trekkerswoonwagens; kloosters; tweede woningen; vakantiewoningen; recreatiewoningen; kamerverhuur; voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten van woongebouwen die specifiek op personen met beperkingen en ouderen gericht zijn; en voorzieningen in de woning die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen hadden kunnen worden.
Artikel 4.4 De hoogte van het persoonsgebonden budget
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen en de daarmee eventueel samenhangende kosten van onderhoud, verzekering, keuring en reparatie is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag dat de gemeente heeft bedongen of zou hebben bedongen indien zij de woonvoorziening zelf zou hebben ingekocht. Dit wordt verder uitgewerkt in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 4.5 De hoogte van de financiële tegemoetkoming
Tenzij in deze verordening anders is bepaald, wordt de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen en de daarmee eventueel samenhangende kosten van onderhoud, verzekering, keuring en reparatie bepaald aan de hand van door de persoon met beperkingen opgevraagde vergelijkbare offertes, waarbij de prijs van de leverancier die de goedkoopst adequate voorziening kan leveren doorslaggevend is. Dit wordt verder uitgewerkt in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Artikel 4.6 Primaat van de verhuizing
Indien een persoon met beperkingen is geïndiceerd voor één of een combinatie van één of meer individuele woonvoorzieningen, overweegt het college of na afweging van de belangen van de gemeente en de persoon met beperkingen in redelijkheid kan worden volstaan met verlening van een woonvoorziening in de kosten van verhuizing en inrichting, dit om de persoon met beperkingen te bewegen om te verhuizen naar een adequate woning of een goedkoper dan de huidige woning aan te passen woning.
Artikel 4.8 Bezoekbaar maken van een woning
Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het zodanig aanpassen van de woning dat de persoon met beperkingen de woning moet kunnen bereiken en de woonkamer en het toilet moet kunnen bereiken en gebruiken. Indien het enige toilet in de badkamer is gesitueerd geldt eveneens dat dit toilet moet kunnen worden bereikt en gebruikt.
Artikel 4.11 Het verwerven van grond
Het college kan een woonvoorziening verlenen die het de woningeigenaar mogelijk maakt de bestaande woning uit te breiden, dan wel de nieuwe woning groter te bouwen. Dit wordt uitgewerkt in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Artikel 4.12 Anti-speculatiebeding
Het college kan van de eigenaar-bewoner aan wie een woonvoorziening is verleend zoals bedoeld in artikel 4.2 lid 1 sub b en g en die de woning binnen een periode van tien jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden en de eigendomsoverdracht van de grond verkoopt, een (deel) van de waarde van de woning met grond, die het gevolg is van de verleende woonvoorziening, terugvorderen.
Artikel 4.13 Aanvang werkzaamheden, toezicht en verlenen
Het college verleent slechts een woonvoorziening zoals bedoeld in artikel 4.2 lid 1 als:
Artikel 4.14 Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling
De woningeigenaar aan wiens woning een woonvoorziening wordt getroffen zoals genoemd in artikel 4.2 lid 1 onder b en waar een bedrag mee is gemoeid dat hoger is dan het bedrag zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen, dient terstond na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van de voorziening, maar uiterlijk 12 maanden na het verlenen van deze voorziening, te melden dat de werkzaamheden gereed zijn.
Artikel 4.15 Verplichtingen bij een woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget
Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden de budgethouder de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 4.16 Geen eigen bijdrage of eigen aandeel
Er wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel opgelegd voor de woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 4.2 lid 1 onder f, te weten de kosten van tijdelijke huurderving. Er wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel opgelegd voor de woonvoorzieningen zoals nader uitgewerkt in artikel 4.8 van de BMO.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 5.1 Recht op individuele vervoersvoorziening en primaat algemene voorziening
Een persoon met beperkingen kan voor een individuele vervoersvoorziening in aanmerking worden gebracht indien:
Artikel 5.3 Omvang van de vervoersvoorziening
Bij het bepalen van de omvang van de individuele vervoersbehoefte wordt rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de persoon met beperkingen zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de persoon met beperkingen noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen, dit voor zover vervoer per Valys niet adequaat is.
Artikel 5.4 De hoogte van het persoonsgebonden budget
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen en de daarmee eventueel samenhangende kosten van onderhoud, verzekering en reparatie is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag dat de gemeente heeft bedongen of zou hebben bedongen indien zij de vervoersvoorziening zelf zou hebben ingekocht. Dit wordt verder uitgewerkt in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Artikel 5.5 Verplichtingen van de budgethouder
Bij de verlening van een persoonsgebonden budget wordt de budgethouder de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 5.6 De hoogte van de financiële tegemoetkoming
De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor individuele vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Artikel 5.7 Geen eigen bijdragen of eigen aandeel individuele vervoersvoorziening
Er wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel opgelegd voor de vervoersvoorzieningen zoals genoemd in artikel 5.2 lid 1 onder a en h, te weten de collectieve vervoersvoorziening en de handbewogen en elektrische rolstoel. Ook wordt er geen eigen bijdrage of eigen aandeel opgelegd voor sportvoorzieningen, waaronder handbikes.
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning en bij sport
Artikel 6.1 Individuele voorziening verplaatsen in en rond de woning en sport en primaat algemene voorziening
Een persoon met beperkingen kan voor een individuele voorziening voor het verplaatsen in en rond de woning en voor het beoefenen van een sport in aanmerking worden gebracht indien:
Artikel 6.2 Soorten en vormen van individuele voorzieningen voor het dagelijks verplaatsen in en rond de woning en bij het beoefenen van sport
Artikel 6.3 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 6.2 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een voorziening voor het verplaatsen van in en rond de woning in aanmerking indien hij geen recht heeft op een verstrekking op grond van de AWBZ.
Artikel 6.4 Hoogte persoonsgebonden budget
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de voorzieningen zoals genoemd in artikel 6.2 lid 1 onder a, b en c is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag dat de gemeente heeft bedongen of zou hebben bedongen indien zij deze voorziening zelf zou hebben ingekocht. Dit wordt verder uitgewerkt in het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning Emmen.
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten
Artikel 7.1 Opdracht tot uitvoering
In het geval de gemeente zelf niet de advisering en dienstverlening, voortvloeiend uit deze verordening en de daarop berustende nadere regels, doet, wordt dit opdragen aan de partij genoemd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De wijze waarop de persoon met beperkingen een aanvraag kan indienen wordt geregeld in door het college vast te stellen beleidsregels.
Artikel 7.4 Samenhangende afstemming
Het college legt in door het college vast te stellen beleidsregels regels vast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager.
Artikel 7.5 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een beslistermijn voor de duur van maximaal 4 weken verlengen. De beslistermijn wordt alleen verlengd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt. Het gaat hierbij vooral om aanvragen voor (complexe) woningaanpassingen, waarbij de gemeente van externe partijen afhankelijk is en minder controle heeft op de duur van de afhandeling.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8.2 Gevallen waarin niet is voorzien
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college is belast met de uitvoering van deze verordening en is bevoegd terzake de daarop berustende besluiten nadere regels te stellen, overeenkomsten met derden aan te gaan en algemene voorwaarden op te stellen.
Jaarlijks per 1 januari worden de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Emmen geldende bedragen verhoogd of verlaagd conform de ontwikkelingen van de prijsindex voor de gezinsconsumptie volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Voor zover op grond van het bepaalde in de artikelen 2.5 en 2.6 van deze Verordening een eigen bijdrage of eigen aandeel kan worden gevraagd, anders dan bij voorzieningen hulp bij het huishouden, zijn deze bepalingen uitsluitend van toepassing op aanvragen die zijn ingediend na inwerkingtreding van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Emmen 2008.
Cliënten die in 2009 een PGB ontvingen voor HH2, en in 2010 nog een PGB-HH2 hebben, ontvangen in 2010 nog het oude uurtarief. Pas vanaf 2011 zal deze groep het nieuwe bedrag ontvangen.