Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardenberg

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010
CiteertitelVerordening precariobelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-200903-01-2011nieuwe regeling

10-11-2009

Gemeenteblad, 2009, nr. 19

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

De raad van de gemeente Hardenberg;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2009, nr. 105701

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de

VERORDENING PRECARIOBELASTING 2010

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene, die één of meer voorwerpen onder, op of bovengemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, heeft.

Artikel 3 Belastingtarief

De belasting bedraagt voor:

  • 1.

    het hebben van een vaste pomp ten behoeve van leveren van olie, benzine, petroleum of andere vluchtige koolwaterstoffen, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen:

    • a.

      voor het eerste aftappunt € 99,72

    • b.

      voor het tweede aftappunt € 131,87

    • c.

      voor het derde en elk volgende aftappunt € 163,41

  • 2.

    het hebben van een lucht- of wateraftappunt, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen € 32,15

  • 3.

    het hebben van een automatisch verkooptoestel ten behoeve van het leveren van olie, benzine, petroleum, of andere vluchtige koolwaterstoffen, met inbegrip van de daarbij behorende leidingen:

    • a.

      voor toestellen met een maximum afleveringscapaciteit van ten hoogste 3 liter per keer € 63,70 per jaar;

    • b.

      voor de overige toestellen wordt een belasting geheven overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 5 Belastingtijdvak of belastingjaar

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • b.

    maand: een kalendermaand.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting is invorderbaar in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel.

  • 1.

    De "Verordening precariobelasting 2009” van 11 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2010".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Hardenberg van 10 november 2009.

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,