Organisatie | Rucphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLRECHTEN 2009 |
Citeertitel | Verordening rioolrechten Rucphen 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2010 | Nieuwe Regeling | 11-12-2008 Raadhuiskrant, 19-12-2008 | Geen |
De raad van de gemeente Rucphen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2008;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke zaken en Middelen (ABM) van
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLRECHTEN 2009.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt als gebruiker aangemerkt:
ingeval een gedeelte van een eigendom niet een gedeelte als bedoeld in artikel 3 ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
1.Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
onderdeel a, bedraagt per eigendom: € 190,84
2.Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
onderdeel b, bedraagt voor elke 200 kubieke meters afvalwater
of gedeelte daarvan, boven de hoeveelheid van 300 kubieke
3.Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen rioolrecht of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten worden niet geheven ter zake van:
De rechten worden geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar een eigendom ophoudt te bestaan wordt op verzoek ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het in artikel 5, eerste lid, bedoelde tarief als na het ophouden van het bestaan van dat eigendom nog volle kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt hierbij voor een volle maand gerekend.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 heeft de belastingschuldige de keuze uit de volgende betalingsmogelijkheden:
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolrechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel