Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint-Michielsgestel

Verordening behandeling bezwaarschriften 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint-Michielsgestel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften 2012
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbezwaar, bezwaarschrift, adviescommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regelingvervangt de regeling "Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten 2003".

Er is een aparte verordening inzake de behandeling van klachten

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artt. 84 en 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-201201-01-2018Nieuwe regeling

08-03-2012

De Brug, 29-03-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften 2012

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel; 

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2012; 

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

de “Verordening behandeling bezwaarschriften 2012” vast te stellen 

HOOFDSTUK 1: Begripsbepalingen.

Artikel 1:1 (begripsbepalingen):

In deze verordening wordt ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan, dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

  • c.

    commissie: onafhankelijke commissie rechtsbescherming;

  • d.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2: De commissie.

Artikel 2:1 (inleidende bepaling):

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten de bezwaarschriften, die zijn ingediend tegen een wettelijk voorschrift inzake gemeentelijke belastingen en/of rechten, en bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

Artikel 2:2 (samenstelling van de commissie):

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en drie leden.

  • 2.

    Het college benoemt twee plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 4.

    Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      de burgemeester en de leden van een orgaan, als bedoeld in artikel 1:1, sub a, of van overige gemeentelijke commissies;

    • b.

      ambtenaren en andere personen in dienst van de gemeente Sint-Michielsgestel.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 2:3 (de secretaris):

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 2:4 (zittingsduur):

  • 1.

    Het college kan aan de benoeming van de voorzitter en leden termijnen verbinden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Het ontslag wordt schriftelijk ingediend bij het college onder gelijktijdige mededeling aan de commissie.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en/of de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

HOOFDSTUK 3: Procedure behandeling bezwaarschriften.

Artikel 3:1 (ingediend bezwaarschrift):

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen zeven werkdagen in handen van het secretariaat van de commissie gesteld.

Artikel 3:2 (overdracht van bevoegdheden):

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    • -

      2:1, tweede lid;

    • -

      6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • -

      6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

    • -

      7:4, tweede lid;

    • -

      7:6, vierde lid;

     

    van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

  • 2.

    De bevoegdheid om de beslistermijn op bezwaar op te schorten ‘hangende bezwaar’, wordt uitgeoefend door het betrokken afdelingshoofd. Ingeval de beslistermijn wordt opgeschort als het bezwaarschrift ‘onder de commissie is’, informeert het betrokken afdelingshoofd de commissie hierover.

Artikel 3:3 (bemiddeling):

De betrokken afdeling onderzoekt binnen twee weken na binnenkomst van het bezwaarschrift of de zaak in der minne kan worden geschikt, alvorens de zaak in behandeling wordt genomen door de commissie.

Artikel 3:4 (vooronderzoek):

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 3:5 (hoorzitting):

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 3:6 (uitnodiging zitting):

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan éénmaal onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken de datum en/of het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 3:7 (quorum):

Voor het houden van een zitting is vereist, dat in ieder geval de voorzitter, dan wel zijn vervanger en twee leden aanwezig zijn.

Artikel 3:8 (niet deelneming aan de behandeling):

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zonodig vervangen.

  • 2.

    Bij twijfel of zich een omstandigheid voordoet, als bedoeld in het eerste lid, beslist de commissie met gesloten deuren bij meerderheid van stemmen over de eventuele vervanging.

Artikel 3:9 (openbaarheid zitting):

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt, of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist, dat gewichtige redenen aanwezig zijn, die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4.

    De zitting van de commissie heeft in elk geval achter gesloten deuren plaats, indien het de behandeling betreft van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet werk en bijstand en de Ambtenarenwet en daaruit voortvloeiende regelingen.

Artikel 3:10 (schriftelijke verslaglegging):

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 3:11 (nader onderzoek):

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    De nieuwe hoorzitting wordt in ieder geval gehouden indien naar aanleiding van het nader onderzoek of anderszins, feiten of omstandigheden bekend worden, die voor de op het bezwaarschrift te nemen beslissing van belang kunnen zijn, zulks naar het oordeel van de voorzitter.

  • 5.

    Op de nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3:12 (raadkamer en advies):

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 3:13 (uitbrengen advies):

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 3:10 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan, dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    De voorzitter zendt een afschrift van het advies en het verslag van de zitting aan de belanghebbenden. Daarbij wijst hij erop, dat het bevoegd orgaan bij zijn beslissing kan afwijken van het advies.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt de secretaris namens de voorzitter het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 4.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

HOOFDSTUK IV: SLOTBEPALINGEN.

Artikel 4:1 (jaarverslag):

De commissie brengt jaarlijks voor 1 maart van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar een beknopt verslag uit aan de bestuursorganen van de gemeente.

Artikel 4:2 (intrekking oude regeling):

De Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten 2003 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 4:3 (inwerkingtreding):

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 4:4 (citeertitel):

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening behandeling bezwaarschriften 2012".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 8 maart 2012.

De raad voornoemd,

de griffier,

N.A. Hoogerbrug - van de Ven

de voorzitter,

mr. J.C.M. Pommer