Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Breda |
Citeertitel | Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Breda |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
Het "overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | Intrekking | 22-11-2011 Breda.nl, 28-12-2011 | 38865 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | Aanpassing in voorzieningenbeleid en aanpassing van diverse bedragen. | 21-12-2010 Onbekend | 37087 en 37459 | |
01-01-2007 | Nieuwe regeling | Het Stadsblad Breda, 20-09-2006 | Onbekend |
De nadere regel zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 2 van de verordening is de situatie waarbij tevoren te voorzien is dat de voorziening als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 sub b onder 1 en 2 van de verordening slechts een korte periode gebruikt gaat worden. In dat geval wordt er een voorziening in natura verstrekt.
Op basis van artikel 3.1 lid 6, artikel 4.3 lid 3. en artikel 5.1.lid 2 van de verordening wordt bepaald dat een persoonsgebonden budget voor een voorziening, zoals bedoeld in artikel 3.1. lid 1 sub b en c, artikel 4.1 lid b en artikel 5.1 lid 1 sub c en d, geacht wordt toereikend te zijn voor de aanschaf van een voorziening en het onderhoud daarvan gedurende een redelijke afschrijvingstermijn, zoals aangeven in de toekenningbeschikking waarin het eerdere persoonsgebonden budget is verstrekt.
Met betrekking tot gebruikelijke zorg zoals genoemd in artikel 2.2 lid 3 van de verordening is bepaald dat:
een 18-23 jarige verondersteld wordt een eenpersoonshuishouden te kunnen voeren, waarbij de volgende taken te onderscheiden zijn: schoonhouden van sanitaire ruimte, keuken en een kamer, de was doen, boodschappen doen, maaltijd verzorgen, afwassen en opruimen, te normeren naar 2 uur uitstelbare, zware huishoudelijke taken en 3 uur lichte, niet uitstelbare huishoudelijke taken per week;
van een volwassen gezonde huisgenoot wordt verwacht dat deze de huishoudelijke taken overneemt wanneer de primaire verzorger uitvalt. Als in redelijkheid niet (meer) kan worden verondersteld dat een nieuwe taak als het huishouden nog is te trainen of aan te leren, zoals bij ouderen op hoge leeftijd (>75 jaar) kan, indien nodig, hulp voor de zwaar huishoudelijke taken worden geïndiceerd die anders tot de gebruikelijke zorg zouden worden gerekend.
Op grond van artikel 2.3 lid 2 van de verordening vindt er geen controle op het uitbetaalde persoonsgebonden budget voor huishoudelijke verzorging plaats. De uitbetaling van het verstrekte persoonsgebonden budget is vooraf per vier weken.
De administratiekosten, genoemd in artikel 3.1 lid 2 sub k van de verordening, die de verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de ondersteuningsvrager bedragen, voor zover de kosten genoemd in artikel 3.1 lid 3 sub a t/m k van de verordening meer zijn dan € 1000,-, 10% van die kosten, met een maximum van € 350,-, voor zover deze kosten noodzakelijkerwijs optreden.
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de verordening, is bepaald dat:
uitzondering op het gestelde in het eerste lid is de onroerende woningaanpassingen, waarbij de ondersteuningsvrager geen eigenaar is van de woning. Bij woningaanpassingen voor een ondersteuningsvrager die huurder is, wordt het toegekende persoonsgebonden budget achteraf betaald aan de woningeigenaar, na controle of de aanpassing goed is aangebracht, voor zover dat niet tot aantoonbare financieringsproblemen leidt;
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de verordening is bepaald dat:
Met betrekking tot het verstrekken van een scootmobiel zoals genoemd in hoofdstuk 5 van de verordening is bepaald dat:
Met betrekking tot de meerkosten zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de verordening is bepaald dat bij verstrekking van en rijwiel bijzondere uitvoering aan een volwassene een aftrek ter bepaling van de meerkosten geldt van € 310,- en bij kinderen van € 200,-.
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de verordening is bepaald dat:
Met betrekking tot de financiële tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 4.1 sub c van de verordening, is bepaald dat:
Met betrekking tot het collectief systeem artikel 5.1 lid 1 sub a van de verordening is bepaald dat:
Zolang toepassing van de artikelen 7 leden 3 t/m 6 en artikel 16 leden 2 t/m 5 niet mogelijk is omdat de uitvoering niet ondersteund wordt door het CAK, wordt de eigen bijdrage berekend volgens de wijze zoals dat onder de Wet voorzieningen gehandicapten op 31-12-2006 bepaald was in de verordening voorzieningen gehandicapten Gemeente Breda 2002 en het daarbij behorende Besluit voorzieningen gehandicapten.
Bijlage Ia: Maximale eigen bijdrage per periode (van 4 weken):
Berekening maximale eigen bijdrage per periode van vier weken*:
* Als de ondersteuningsvrager voor meerdere voorzieningen een eigen bijdrage moet betalen mag de totale eigen bijdrage per periode van 4 weken niet meer bedragen dan de bijdrage zoals opgenomen in bovenstaande tabel.
Bijlage Ib: Draagkracht bij woningaanpassing of autoaanpassing
Deze tabel wordt ingevoegd zodra de rekenwijze van het CAK voor woningaanpassingen en autoaanpassingen bekend is. Zie ook artikel 18.
Persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en reparatie *
* Het eerste jaar van de verstrekking is het garantiejaar en komt om die reden niet voor onderhoud en reparatie in aanmerking.
Financiële tegemoetkoming voor onderhoud, service en reparatie
Bijlage III Maximale vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie ingevolge artikel 3.1, eerste lid, onder d van de verordening
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een persoonsgebonden budget of naturavoorziening.
b) rolstoel- of sta-plateauliften
f) de mechanische inrichting (voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel)
g) elektromechanische openings- en sluitingsmechanisme van deuren.
De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt:1
Voetnoot: In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Liftinstituut (50%), alsmede de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%).
Voetnoot: Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
- 50% voor installaties geplaatst buiten de woning;
- 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen;
- 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging resp. elektrisch wegklapbare raildelen.
1 De bedragen worden jaarlijks in overeenstemming met de prijsontwikkeling aangepast.
Bijlage IV Aantal m2 waarvoor een persoonsgebonden budget kan worden gegeven ingevolge artikel 3.10 van de verordening 'het verwerven van grond'
Ingevolge artikel 3.10 van de verordening is het mogelijk om een persoonsgebonden budget te verstrekken voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek als dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 wat voor een persoonsgebonden budget in aanmerking komt, is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.
1a. Aantal m2 waarvoor ten hoogste een persoonsgebonden budget kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning. Het persoonsgebonden budget kan alleen worden verleend voor het aantal m2 van de aanbouw of uitbreiding die als een voorziening wordt verstrekt. Bovendien komt het in de tweede kolom genoemde aantal m2 slechts voor een persoonsgebonden budget in aanmerking voor zover de desbetreffende ruimte hierdoor het aantal m2 in de eerste kolom niet overschrijdt.
Bijlage V Activiteiten, klassen en tijdnormering huishoudelijke verzorging
Het persoonsgebonden budget (pgb) voor huishoudelijke verzorging wordt uitbetaald op basis van geïndiceerde uren. De volgende uurtarieven worden hierbij onderscheiden:
De huishoudelijke verzorging in natura wordt geïndiceerd op basis van de noodzakelijke uren en minuten.
Voor de huishoudelijke verzorging is een indeling in activiteiten te maken
Naast de indeling in activiteiten is er ook een tijdnormering huishoudelijke verzorging.
De tijdnormering is indicatief. Er moet altijd een individuele afweging gemaakt worden. Als er reden is om af te wijken van de normering kan dat, mits onderbouwd, altijd.
HV alleenstaande (seniorenwoning/flat)
HV alleenstaande (eengezinswoning)
HV twee- of meerpersoonshuishouden (woonsituatie niet van belang)
'evt. +’ houdt in, dat extra tijd geïndiceerd kan worden bij grotere leefeenheden, aanwezigheid kleine kinderen, extra bewassing, etc.
HV overige activiteiten alleenstaande/twee- of meerpersoonsleefeenheden
* Als het gaat om het aanleren van het huishouden, dan geen tijd indiceren, maar aan te leren activiteiten indiceren in tijd en aangeven dat het om aanleren van die activiteiten gaat.
Bij de bepaling van de omvang van de indicatie worden de onderstaande normen gehanteerd.
De normtijden zijn gebaseerd op ‘normale’ huishoudens. Als er sprake is van bijvoorbeeld medische of praktische problematiek bij de verzekerde en/of zijn huishouden, zoals dieet, (ernstige) vervuiling van het huis, incontinentie, speekselvloed, overmatige transpiratie, allergie, COPD en dergelijke, wordt aanvullend op de basisminuten extra tijd berekend.
Factoren meer/ minder huishoudelijke hulp:
Activiteiten: Boodschappenlijst samenstellen
Boodschappen inkopen en opslaan - wekelijks
Als het gezin/leefeenheid bestaat uit meer dan 4 personen, en/of er zijn kinderen jonger dan 12 jaar, dan kan er een indicatie gesteld worden voor twee keer per week boodschappen; + 30 minuten, wanneer de afstand tot de winkels groot is.
1.2 + 1.3 Broodmaaltijd bereiden en warme maaltijd bereiden
Activiteiten: Broodmaaltijd klaarzetten
Afwassen (machine – handmatig)
Opslaan en beheer levensmiddelenvoorraad
Aanwezigheid kinderen jonger dan 12 jaar: + 20 minuten per keer.
Activiteiten: Afwassen, als er geen indicatie is voor maaltijdvoorbereiding, handmatig 15-30 min per keer
Machine in- en uitruimen: 10 minuten per keer
Opruimen: totaal dagelijkse beurt interieur is afhankelijk van de grootte van de woning en de specifieke kenmerken van het gezin/leefeenheid: 15 tot 40 minuten per keer.
20 minuten per keer, voor een cliënt met kinderen jonger dan 12 jaar maximaal 30 minuten per keer
Frequentie: in principe maximaal 3 maal per week 20-30 minuten
De hoeveelheid ondersteuning is meer afhankelijk van de grootte en inrichting van de woning, dan van de aanwezigheid van een extra persoon.
Schrobben, dweilen, soppen: sanitair en keuken
Hier worden de wekelijkse activiteiten bedoeld.
In grote woningen met veel bewoners, meer vervuiling, COPD-problematiek (na sanering) of aanwezigheid van jonge kinderen kan een hogere klasse vastgesteld worden. Verzorgen van huisdieren is bespreekbaar.
Activiteiten: Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine
Centrifugeren, ophangen, afhalen.
Vouwen, strijken (alleen bovenkleding), opbergen
- Aantal kinderen jonger dan 16 jaar: + 30 minuten per kind per week
- Bedlegerige patiënten: + 30 minuten
- extra wassen i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies enz.: + 30 minuten
Frequentie: eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3 keer per week.
2.1 en 2.2 Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden
Activiteiten: Wassen en aankleden
- Gezondheidssituatie/ functioneren kinderen/huisgenoten
- Aanwezigheid gedragsproblematiek
Klasse is afhankelijk van de situatie, indien kinderen jonger zijn dan 6 jaar gecombineerd met HV-activiteiten tot maximaal 40 uur per week.
2.3 Dagelijkse organisatie van het huishouden
Activiteiten: Administratieve werkzaamheden t.b.v. de klant (alleen in combinatie met andere
huishoudelijke activiteiten, valt bij beperkt regelvermogen onder ondersteunende
Organisatie huishoudelijke activiteiten
Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden
- Aantal huisgenoten, vooral kinderen jonger dan 16
- (Psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden
Frequentie: 1 keer per week klasse 1-2.
3.1 Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden
Activiteiten: Instructie omgaan met hulpmiddelen
Instructie licht huishoudelijk werk