Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen wees(brom)fietsen en (brom)fietswrakken Waalwijk |
Citeertitel | Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen wees(brom)fietsen en (brom)fietswrakken Waalwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | nieuwe regeling | 20-03-2012 Gemeenteblad, 29-03-2012 | 2012/019 |
het college ingevolge artikel 5:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) op de weg gelegen plaatsen kan aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan;
(brom)fietsen die onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen zijn gestald, tot overlast dan wel gevaarlijke situaties leiden en dat derhalve, gelet op de spoedeisendheid in deze gevallen, tot toepassing van bestuursdwang ex artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht wordt overgegaan;
het (vrijwel) onmogelijk is, de eigenaar van een buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen gestalde (brom)fiets of een te lang binnen de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen gestalde (brom)fiets te achterhalen. Gelet op deze onbekendheid van de eigenaar, wil het college bekendmaken hoe zij haar handhaving effectueert;
Gelet op artikel 5:5 van de APV van de gemeente Waalwijk en de artikelen 108 van de Gemeentewet en 5:21 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht (AWB);
vast te stellen de “Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen wees(brom)fietsen en (brom)fietswrakken Waalwijk”,
In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Bij het aantreffen van een (brom)fiets die vermoedelijk zonder wezenlijke tijdsonderbreking langer dan een door het college nader vast te stellen tijdsperiode is gestald binnen de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen, wordt een datumpeilingslabel aan de spaak van de (brom)fiets bevestigd. Op dit label worden datum en tijdstip vermeld.
De last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:21 van de AWB wordt bekendgemaakt door middel van een beschikkingslabel dat aan de betreffende (brom)fiets wordt bevestigd. De last onder bestuursdwang bestaat uit de verplichting de (brom)fiets binnen de gestelde begunstigingstermijn te verwijderen als bedoeld in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien de (brom)fiets niet binnen de begunstigingstermijn door de eigenaar is verwijderd, wordt de (brom)fiets meegevoerd en opgeslagen als bedoeld in artikel 5:29 van de AWB. Van het afvoeren wordt procesverbaal als bedoeld in artikel 5:29 lid 2 van de AWB opgemaakt. Hiertoe wordt het ‘formulier (brom)fietsruiming’ als opgenomen in bijlage A gebruikt.
De last onder bestuursdwang als bedoelt in artikel 5:21 van de AWB wordt bekendgemaakt door middel van een beschikkingslabel dat aan de betreffende (brom)fiets wordt bevestigd. De last onder bestuursdwang bestaat uit de verplichting de (brom)fiets binnen de gestelde begunstigingstermijn te verwijderen als bedoeld in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien de (brom)fiets niet binnen de begunstigingstermijn door de eigenaar is verwijderd, wordt de (brom)fiets meegevoerd en opgeslagen als bedoeld in artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht. Van het afvoeren wordt proces-verbaal als bedoeld in artikel 5:29 lid 2 van de AWB opgemaakt. Hiertoe wordt het ‘formulier (brom)fietsruiming’ als opgenomen in bijlage A gebruikt.
Indien de (brom)fiets is vastgemaakt of vastgezet aan een voorwerp wordt het slot of de ketting met behulp van gereedschap verbroken. Bij het verbreken van het slot of de ketting wordt de nodige zorgvuldigheid betracht, teneinde schade voor de eigenaar zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken. Het slot of de ketting wordt bij de (brom)fiets opgeslagen. De kosten voor de vervanging van een verbroken slot dan wel ketting alsmede overige schade door het verwijderen, komen voor rekening van de eigenaar van de (brom)fiets.
De kosten verbonden aan het afvoeren van de (brom)fiets bedragen € 9,50. De kosten verbonden aan het bewaren van een (brom)fiets bedragen € 4,45 per week of een gedeelte daarvan. De bedragen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de stijging van het prijsindexcijfer voor consumenten over het voorgaande jaar, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De (brom)fiets wordt overeenkomstig artikel 5:30 lid 1 van de AWB dertien weken bewaard.
Een opgeslagen (brom)fiets wordt tegen betaling van genoemde kosten ter beschikking gesteld aan de eigenaar. Als eigenaar wordt beschouwd degene die redelijkerwijs aannemelijk kan maken dat de (brom)fiets hem of haar in eigendom toebehoort (door aankoopbewijs, bewijs van framenummer, graveercode, beschrijving, fietssleutel en dergelijke). Het college van Waalwijk heeft overeenkomstig artikel 5:29 lid 4 van de AWB, het recht teruggave van de opgeslagen (brom)fiets op te schorten tot de verschuldigde kosten zijn voldaan.
Een (brom)fiets, die uiterlijk dertien weken na de datum van opslag niet door de eigenaar is opgehaald, kan worden verkocht als bedoeld in artikel 5:30 van de AWB. De eigenaar kan, conform artikel 5:30 lid 4 van de AWB, gedurende drie jaar recht doen gelden op de opbrengst van eventuele verkoop. Van de opbrengst van eventuele verkoop worden de kosten van opslag, zijnde € 4,45 per week of een gedeelte daarvan, eventueel vermeerderd met de kosten verbonden aan het afvoeren van de (brom)fiets ad € 9,50, afgetrokken.
(Brom)fietsen die als wrak zijn aangemerkt, worden overeenkomstig artikel 5:30 lid 5 van de AWB, als oud ijzer afgevoerd.
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen wees(brom)fietsen en (brom)fietswrakken Waalwijk”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Waalwijk van 20 maart 2012.
De secretaris, de burgemeester,
Drs. A. de Wit, drs. A.M.P. Kleijngeld.
Datum ruiming:…………………………………………………………………………………………………
Tijdstip ruiming:……………………………………………………………………………………………….
Locatie (brom)fiets:………………………………………………………………………………………….
Staat (brom)fiets:…………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………….
Wrak: ja/nee…………………………………………………………………………………………………….
Dames/heren* (doorhalen wat niet van toepassing is)
Kleur:…………………………………………………………..
Merk/model: ……………………………………………………….....……………………………………….
Framenummer/graveercode:……………………………………………………………………………
Kenmerken:………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………………………….
Slot aanwezig: ja/nee* (doorhalen wat niet van toepassing is) -> slot bij fiets bewaren
In bewaring op het adres:………………………………………………………………………………..
Anders:………………………………………………………………………………………………………………
Fotonummer: …………………………………………………
het college, gelet op artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening (APV), de bevoegdheid heeft op de weg gelegen plaatsen aan te wijzen waar het, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is (brom)fietsen zonder wezenlijke tijdsonderbreking langer dan twee weken in de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan;
Onder verwijzing naar het aan dit aanwijzingsbesluit gehechte kaartfragment,
in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid onderstaande straten of pleinen of gedeelten daarvan aan te wijzen als plaatsen waar het verboden is (brom)fietsen onafgebroken langer dan 28 dagen in of buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan:
Bezwaar en voorlopige voorziening
Tegen dit aanwijzingsbesluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt, op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, zes weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college, ter attentie van de Commissie Bezwaarschriften, Postbus 10.150, 5140 GB Waalwijk.
Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend. U dient ten minste de volgende gegevens in uw bezwaarschrift te vermelden: uw naam, uw burgerservicenummer, uw adres, uw telefoonnummer, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en een duidelijke motivering van uw bezwaar. Om verwarring te voorkomen en tevens de afhandeling van uw bezwaarschrift te bespoedigen, vragen wij u om bovenaan uw brief te vermelden dat het om een bezwaarschrift gaat. Tevens vragen wij u vriendelijk om een kopie van het aanwijzingsbesluit waartegen u bezwaar maakt, mee te sturen.
Indien een bezwaarschrift is ingediend gedurende de genoemde periode, kan -indien er sprake is van een spoedeisend belang- een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Breda, Postbus 90.006, 4800 PA Breda. Voor het indienen van een verzoek tot voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.
Meer informatie over het maken van bezwaar is te lezen in de brochure Bezwaarprocedure. Deze kunt u inzien en downloaden op de internetpagina van de gemeente, www.waalwijk.nl. Op verzoek wordt de brochure aan u gestuurd. U wordt dringend aangeraden de brochure te lezen voordat u bezwaar maakt.
VAN DER DUINSTRAAT, SPRANG-CAPELLE
DE GAARD, SPRANG-CAPELLE (SPORTHAL DE SLAGEN)
HEISTRAAT, JULIANASTRAAT, SPRANG-CAPELLE (ZWEMBAD ZIDEWINDE)
DRUNENSEWEG, WAALWIJK (ZWEMBAD OLYMPIA)
(BROM)FIETSEN DIE RIJTECHNISCH IN ONVOLDOENDE STAAT VAN ONDERHOUD EN TEVENS IN EEN VERWAARLOOSDE TOESTAND VERKEREN
Een voorbeeld van een (brom)fiets waarmee het redelijkerwijs niet mogelijk is om er op te rijden of te fietsen is een exemplaar:
Of een (brom)fiets in kennelijk verwaarloosde toestand verkeert blijkt onder andere uit de aanwezigheid van roest, zand, stof, begroeiing en dergelijke. Als meerdere van de hierboven genoemde gebreken zich voordoen is er evident sprake van een (brom)fietswrak en kan deze worden verwijderd.
OPLEGGEN LAST ONDER BESTUURSDWANG
Wanneer na het labelen de maximale stallingsduur is verstreken, stelt de toezichthouder vast dat er sprake is van een overtreding, bij elke (brom)fiets die nog een label heeft. Hij bevestigt dan een beschikking aan de (brom)fiets. Dat gebeurt niet door de spaken, het kan gewoon aan bijvoorbeeld de bagagedrager of het stuur.
De beschikking kan bijvoorbeeld van stevig waterbestendig papier zijn, met een zelfklevende laag, zodat hij gemakkelijk om een stang kan worden gevouwen en dichtgeplakt.
De exacte tekst op beschikking luidt als volgt: