Organisatie | Culemborg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-03-2012 | nieuwe regeling | 01-03-2012 Culemborgse Courant, 21-03-2012 | 0612099 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg;
gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning,
gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012;
vast te stellen het navolgende
“Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012”
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Het verzamelinkomen of het belastbare loon van de aanvrager.
Het gezamenlijk verzamelinkomen of belastbare loon van de ouders of pleegouders van de persoon waarvoor een voorziening wordt aangevraagd indien deze persoon jonger is dan 18 jaar en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, lid 2 van de wet.
Het gezamenlijk verzamelinkomen of belastbare loon van de aanvrager en zijn echtgenoot, indien de aanvrager een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, lid 2 van de wet.
Fiscaal begrip; het totaal van inkomsten en aftrekposten van de drie belastingboxen. De belastingdienst vermindert dit verzamelinkomen met een bepaald bedrag waarna het gecorrigeerde verzamelinkomen resteert. Dit staat vermeld op voorlopige teruggaaf, op de beslissing tegemoetkoming in de bijdrage kinderopvang, en de berekening/beslissing van de belastingdienst over de toezegging teruggaaf. Het betreft refertejaar 2.
Fiscaal begrip; loon voor de loonheffing. Indien er geen aangifte is gedaan dan via de jaaropgave het belastbaar loon gebruiken, of middels het loonstrookje; loon voor de loonheffing x 12 (of 13) x 1,08 (vakantiegeld).
d. Persoonsgebondenbudget (pgb)
een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 22, paragraaf 4 van de Verordening, waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening, beleidsregels en het Besluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn.
e. Eigen bijdrage/eigen aandeel
Een door het college vast te stellen bijdrage, die bij resp. de verstrekking van een wmo- voorziening in natura, het persoongebonden budget (eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (eigen aandeel) betaald moet worden. De regels van de verordening Wmo en beleidsregels zijn hierbij van toepassing.
De eigen bijdrage wordt bepaald en geïnd door het CAK (art. 16 Wmo) en is afhankelijk van het verzamelinkomen van de cliënt en de anticumulatie toetsing van Wmo- en AWBZ voorzieningen. De vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage/eigen aandeel staat niet in de gemeentelijke beschikking vermeld.
Een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening is verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens.
Iedere meerjarige met wie de aanvrager duurzaam gemeenschappelijk een huishouding vormt.
HOOFDSTUK 2. FINANCIELE TEGEMOETKOMINGEN
Paragraaf 1. Wonen in een geschikt huis
De financiële tegemoetkoming die het college verstrekt voor de kosten van het verwerven van grond bedoeld in artikel 12 van de verordening voorzieningen Wmo bedraagt de werkelijke kosten, waarbij het maximum aantal vierkante meters geldt per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in de beleidsregels.
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening als bedoeld in de beleidsregels financiële tegemoetkoming tijdelijke huisvesting bedraagt de werkelijke kosten met een maximum van € 486,59 per maand. Het betreft de tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. Het college brengt geen eigen betaling in de kosten bij tijdelijke huisvesting.
Indien een eigenaar-bewoner zijn woning verkoopt binnen 5 jaar na gereedmelding van een woningaanpassing waarvoor een financiële tegemoetkoming is verleend als bedoeld in artikel 12 verordening voorzieningen Wmo, die meer bedraagt dan € 4922,75, is de eigenaar bewoner verplicht tot terugbetaling van een deel van de aanpassingskosten indien en voor zover de aanpassing heeft geleid tot waardestijging van de woning. De waardestijging van de woning wordt vastgesteld conform de WOZ waarde.
Het college geeft opdracht tot het verrichten van een waardebepaling van de woning direct voorafgaand aan de verstrekking van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid en binnen 6 maanden na gereedmelding van de aanpassing. Het positieve verschil in waarde tussen beide waardebepalingen is beschouwd als waardestijging als gevolg van de aanpassing van de woning.
Direct na voltooiing van de werkzaamheden van een woningaanpassing, maar uiterlijk binnen 12 maanden na het verlenen van de financiële vergoeding/ persoonsgebonden budget, verklaart de woningeigenaar aan het college dat bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. De gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend.
De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming.
De volgende kosten in het kader van een woningaanpassing kunnen in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming:
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen.
Paragraaf 2. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 3. Vervoerskostenvergoeding
De financiële tegemoetkoming overeenkomstig artikel 17 verordening voorzieningen Wmo wordt als volgt bepaald:
Paragraaf 3. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en religieuze activiteiten
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming sportrolstoel
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als forfaitaire vergoeding. Het bedrag wordt vastgesteld op 100% van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening tot maximum van € 2.424,53,-. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.
HOOFDSTUK 3. PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN FINANCIELE TEGEMOETKOMING
Artikel 6. Overwegende bezwaren
Verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:
In afwijking van het gestelde in de onderdelen a, b en c kan verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget plaatsvinden, indien tijdens het onderzoek duidelijk is geworden dat de aanvrager geen problemen meer zal hebben met het omgaan met het persoonsgebonden budget omdat de aanvrager hierin wordt begeleid door een persoon of organisatie die zelf geen financiële problemen heeft en ook geen commercieel belang heeft bij de verstrekking.
Artikel 8. Vaststelling persoonsgebonden budget individuele voorzieningen
Een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening is gelijk aan de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, zijnde de voorziening zoals deze anders in natura verstrekt zou zijn. Op het bedrag wordt de korting in mindering gebracht die de gemeente bij verstrekking in natura gekregen had.
Artikel 9. Roerende woonvoorzieningen
Roerende woonvoorzieningen die uitsluitend in natura worden aangeboden zijn
Het norminkomen (CAK) per categorie bedragen:
Drempel ongehuwd < 65 jaar € 22.905, -
Drempel ongehuwd > 65 jaar € 16.007, -
Drempel gehuwd < 65 jaar € 28.306,-
Artikel 13. Omvang eigen bijdragen
De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt berekend aan de hand van het bepaalde bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. De eigen bijdragen is gebaseerd op het inkomen. Indien het inkomen hoger is dan 1,2 maal het norminkomen, wordt er een eigen bijdrage opgelegd voor alle voorzieningen, behalve genoemd in artikel 14. Het CAK bepaalt en int de eigen bijdrage aan de hand van verzamelinkomen van belanghebbende en eventuele inwonende partner. Het CAK vraagt de inkomensgegevens en de gegevens van eventuele partner op bij de Belastingdienst. Bij het verzamelinkomen wordt gekeken naar de inkomsten uit: werk, uitkering, aandelen en dividenden, opbrengsten uit beleggingen en spaargeld.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van dit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).