Organisatie | Culemborg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor de onderzoekscommissie |
Citeertitel | Verordening voor de onderzoekscommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Artikel 155a Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2004 | nieuwe regeling | 29-01-2004 Culemborgse Courant, 12-02-2004 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Culemborg;
Gelezen het voorstel van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing van 2 december 2003;
Overwegende dat het gewenst is om ingevolge artikel 155a van de Gemeentewet regels te stellen met betrekking tot de instelling van een onderzoek en tot instelling van een onderzoekscommissie
Gelet op de artikelen 149 en 155a van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht
Vast te stellen de volgende verordening:
Hoofdstuk 1 Taak en ondersteuning van de onderzoekscommissie
Artikel 2 Opheffing van de commissie
De raad ontslaat de leden van de onderzoekscommissie na bespreking van haar eindrapport en heft de commissie op
De griffier of de plaatsvervangend griffier is secretaris van de onderzoekscommissie. Wanneer beiden verhinderd zijn wijst de voorzitter door tussenkomst van de gemeentesecretaris een vervanger aan.
Hoofdstuk 2 Werkwijze van de commissie
Artikel 10 Beslotenheid en openbaarheid
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de onderzoekscommissie tussen- en eindrapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. In die gevallen kan de commissie de leden en degenen die bij het onderzoek betrokken zijn geweest, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat de raad haar opheft.
Artikel 11 Rapportage door de commissie
De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt
Na vaststelling door de onderzoekscommissie worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen, de verslagen van de hoorzittingen als bedoeld in artikel 155c van de Gemeentewet onderzoekscommissie en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de raad aangeboden.