Organisatie | Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling tegemoetkoming reis- en verblijfkosten, regeling |
Citeertitel | Regeling tegemoetkoming reis en verblijfkosten (2014) |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2016 | 01-01-2014 | 01-01-2020 | Onbekend | 02-04-2014 Onbekend | HRM |
04-04-2012 | 01-01-2020 | Onbekend | 04-04-2012 Onbekend |
Tegemoetkoming reis- en verblijfkosten, regeling (2014)
Artikel 2 Vergoeding woon-werkverkeer
De medewerker ontvangt een tegemoetkoming voor de kosten voor woon-werkverkeer.
De tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van de reisafstand woon-werkverkeer. De maximale te vergoeden reisafstand woon-werkverkeer is gesteld op 45 kilometers enkele reis. De eerste tien kilometers van de enkele reisafstand woon-werkverkeer komt voor rekening van de medewerker. Dit betekent dat maximaal een vergoeding voor 70 km per dag mogelijk is.
De tegemoetkoming in de kosten voor woon-werkverkeer is gebaseerd op de door de fiscus vrijgestelde vergoeding van netto € 0,19 per kilometer, ongeacht met welk vervoermiddel de medewerker de reis aflegt en ongeacht of hij/zij gebruik maakt van de mogelijkheid tot carpoolen.
De medewerker met één vaste arbeidsplaats die vooraf roostertechnisch is vastgesteld, ontvangt een vaste vergoeding, met inachtneming van de daartoe door de fiscus bepaalde berekeningsmethode.
Deze vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd.
Deze vergoeding, als bedoeld in lid 1, wordt vastgesteld op basis van de reisafstand woon-werkverkeer en het bepaalde in artikel 2, lid 2 en lid 3.
Wanneer de medewerker zes weken of langer zijn werk niet kan verrichten, bijvoorbeeld wegens ziekte of onbetaald verlof, wordt de vaste vergoeding gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog uitbetaald. Daarna wordt de vaste vergoeding pas weer gegeven vanaf de maand volgend op de maand van volledige werkhervatting.
In de periode als in lid 4 wordt de tegemoetkoming woon-werkverkeer vergoed op basis van declaratie.
Artikel 4 Geen vaste vergoeding
De medewerker die werkt vanuit meer dan één vaste arbeidsplaats ontvangt een vergoeding op basis van declaratie.
Artikel 5 Afhandeling van de declaratie
Uitbetaling van de declaratie geschiedt bij tijdige en correcte aanlevering van het declaratieformulier in de maand volgend op die waarop de declaratie betrekking heeft.
Een medewerker die in het belang van de dienst moet reizen tussen arbeidsplaatsen heeft recht op een vergoeding van netto € 0,27 per kilometer bij gebruik van de auto (waarvan netto € 0,19 fiscaal is vrijgesteld).
De leidinggevende stelt vast of van reizen als bedoeld in lid 1 sprake is.
De medewerker heeft geen recht op de vergoeding zoals bedoeld in lid 1 wanneer hij reist met een vervoermiddel dat ter beschikking is gesteld door de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân.
De medewerker dient bovengenoemde kosten maandelijks te declareren via een door de werkgever vastgestelde wijze.
Artikel 7 Begin en einde dienstreizen
Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen geldt dat de (betreffende) arbeidsplaats het beginpunt en het eindpunt van de dienstreis is.
Wanneer het beginpunt of het eindpunt van een dienstreis de eigen woning betreft, wordt, naar evenredigheid voor die dag, de vaste vergoeding woon-werkverkeer in mindering gebracht op de vergoeding voor dienstreizen.
Artikel 8 Vergoeding van dienstreizen
De medewerker dient bij het maken van dienstreizen gebruik te maken van openbaar vervoer en/of van de ter beschikking gestelde dienstfiets.
De kosten van dienstreizen met openbaar vervoer worden vergoed op basis van tweede klas, ingeval met de trein wordt gereisd, en na declaratie waarbij de vervoersbewijzen dienen te worden overlegd.
Dienstreizen binnen de arbeidsplaats worden niet vergoed. Daarvoor kan de medewerker gebruikmaken van de door de Dienst of door de bij de Dienst aangesloten gemeente ter beschikking gestelde dienstfiets.
Wanneer de dienstreis niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen heeft de medewerker, die gebruik maakt van een eigen auto recht op een vergoeding van netto € 0,27 per kilometer (waarvan netto € 0,19 fiscaal is vrijgesteld).
Wanneer de dienstreis wel op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, heeft de betrokkene, wanneer hij gebruik maakt van een eigen motorvoertuig, recht op een vergoeding van netto € 0,09 per kilometer.
De medewerker dient indien sprake is van een situatie zoals bedoeld in lid 4 toestemming aan zijn leidinggevende te vragen. Indien de medewerker geen toestemming heeft of vraagt kan nooit meer worden vergoed dan als onder lid 5.
Aan de medewerker die genoodzaakt is de eigen auto te gebruiken als bedoeld in artikel 8 lid 4 van deze regeling, en hiervoor vooraf toestemming van zijn leidinggevende heeft, worden parkeerkosten netto vergoed, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.
De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor verblijf worden vergoed conform de bepalingen terzake van het op de datum dat de verblijfkosten worden gemaakt geldende Reisbesluit binnenland en de Reisregeling binnenland.
Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur (heen- en terugreis).
Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis gemaakt naar een plaats gelegen op minder dan één kilometer van de arbeidsplaats.
Geen aanspraak op vergoeding voor maaltijden bestaat indien tijdens een dienstreis de gelegenheid bestaat al dan niet tegen betaling maaltijden te ontvangen, tenzij de medewerker aannemelijk maakt dat hij daarvan geen gebruik heeft kunnen maken.
Artikel 11 Declaratie dienstreizen
Declaratie van reis- en verblijfkosten geschiedt op een door de werkgever voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.
De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de medewerker de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft.
Artikel 11a Vergoeding en declaratie bij gebruik OV-chipkaart
De medewerker kan voor woon-werkverkeer of dienstreizen gebruik maken van de OV-chipkaart.
Alleen voor gebruik van dienstreizen wordt een vergoeding voor de aanschafkosten van de OV-chipkaart verstrekt.
De vergoeding voor de aanschafkosten van de OV-chipkaart wordt eenmaal per 5 kalenderjaren verstrekt.
Declaratie van de aanschafkosten van de OV-chipkaart alsmede de kosten van gemaakte dienstreizen geschiedt op een door de werkgever voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.
De kosten van dienstreizen met openbaar vervoer worden vergoed op basis van tweede klas, ingeval met de trein wordt gereisd, zoals bepaald in artikel 8 lid 2 van deze regeling.
Verlies van of schade aan de OV-chipkaart wordt niet door de werkgever vergoed.
Artikel 12 Reiskosten eilanden
De medewerker die in verband met het uitoefenen van zijn functie opgedragen wordt te reizen naar één van de bij de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân aangesloten eilanden, ontvangt daarvoor de in dit artikel genoemde vergoedingen.
De medewerker met als woonplaats één van de bij de Dienst aangesloten eilanden die in verband met het uitoefenen van zijn functie opgedragen wordt te reizen naar de vaste wal, ontvangt daarvoor de in dit artikel genoemde vergoedingen.
De reis- en werktijd wordt maximaal gecompenseerd tussen 7.00 uur tot 22.00 uur van maandag tot en met vrijdag.
De kosten van hotelovernachting, lunch en diner worden volledig vergoed op basis van de gemaakte kosten.
Wanneer een overnachting noodzakelijk is, vastgesteld door de leidinggevende, ontvangt de medewerker per overnachting een vergoeding van netto € 25,00.
De medewerker dient bovengenoemde kosten maandelijks te declareren op een door de werkgever voorgeschreven wijze.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan naar oordeel van de werkgever in individuele gevallen of ten aanzien van een aan te wijzen groep van medewerkers afgeweken worden van deze regeling.