Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 |
Citeertitel | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Breda 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
Deze regeling is op 1 januari 2015 vervallen door het vervallen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
Deze regeling vervangt het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Breda.
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 22-11-2011 Breda.nl, 28-12-2011 | 38865 |
Hoofdstuk 2. Persoonsgebonden budgetten, financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen
Artikel 2. Verstrekken van een nieuw persoonsgebonden budget
Op basis van artikel 4.1 lid 5, artikel 5.3 lid 3 en artikel 6.1.lid 3 van de verordening wordt bepaald dat een persoonsgebonden budget voor een voorziening, zoals bedoeld in artikel 4.1. lid 2 sub b en c, artikel 5.1 lid 2 sub b en artikel 6.1 lid 2 sub c en d, geacht wordt toereikend te zijn voor de aanschaf van een voorziening en het onderhoud daarvan gedurende een redelijke afschrijvingstermijn, zoals aangeven in de toekenningbeschikking waarin het eerdere persoonsgebonden budget is verstrekt.
Binnen een redelijke afschrijvingstermijn, zoals aangegeven in de toekenningbeschikking waarin het eerdere persoonsgebonden budget is verstrekt ,wordt voor dezelfde voorziening niet tweemaal een persoonsgebonden budget verstrekt. Dit geldt ook voor een financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening.
Artikel 3. Uitbetaling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming
De uitbetaling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming gebeurt binnen vier weken na afgifte van de beschikking, waarin het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming wordt toegekend, behalve als bijzondere voorwaarden zijn opgelegd waaraan eerst voldaan moet worden.
Paragraaf 2. Huishoudelijke verzorging
Met betrekking tot gebruikelijke zorg zoals genoemd in artikel 3.3 lid 2 van de verordening is bepaald dat:
een 18-23 jarige verondersteld wordt een eenpersoonshuishouden te kunnen voeren, waarbij de volgende taken te onderscheiden zijn: schoonhouden van sanitaire ruimte, keuken en een kamer, de was doen, boodschappen doen, maaltijd verzorgen, afwassen en opruimen, te normeren naar 2 uur uitstelbare, zware huishoudelijke taken en 3 uur lichte, niet uitstelbare huishoudelijke taken per week;
van een volwassen gezonde huisgenoot wordt verwacht dat deze de huishoudelijke taken overneemt wanneer de primaire verzorger uitvalt. Als in redelijkheid niet (meer) kan worden verondersteld dat een nieuwe taak als het huishouden nog is te trainen of aan te leren, zoals bij ouderen op hoge leeftijd (>75 jaar) kan, indien nodig, hulp voor de zwaar huishoudelijke taken worden geïndiceerd die anders tot de gebruikelijke zorg zouden worden gerekend.
Artikel 7. Persoonsgebonden budget, drempelbedragen voor een woonvoorziening
De restitutie als bedoeld in artikel 4.3 lid 17 bedraagt:
voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde,
voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde,
voor het derde jaar 80% van de meerwaarde,
voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde,
voor het vijfde jaar 60% van de meerwaarde,
voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde,
voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde,
voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde
voor het negende jaar 20% van de meerwaarde en
voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde
in alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
Artikel 8. Aanpassingen van gemeenschappelijke ruimten
Op grond van artikel 4.3 lid 6 van de Verordening kan een persoonsgebonden budget voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte (niet zijnde in wooncomplexen die specifiek bedoeld zijn voor mensen met een beperking of problemen of ouderen) worden verstrekt als zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de ondersteuningsvrager ontoegankelijk blijft:
Deze bepaling geldt niet als de aanpassing bij (nieuw)bouw of renovatie, zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. In die gevallen worden geen voorzieningen verstrekt.
Artikel 9. Aanpassingen van woonwagens en woonschepen
Als de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, kan in uitzondering op lid 1 en 2 toch een persoonsgebonden budget verstrekt worden. De maximale aanpassingskosten mogen dan niet meer bedragen dan € 1.000,-.
Artikel 10. Eigen bijdrage voor een woonvoorziening
Voor de eigen bijdrage woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 4.3 lid 19 van de verordening is bepaald dat:
Artikel 11. Controle en betaling persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen
Op basis van artikel 4.1 lid 5 van de verordening wordt bepaald dat
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget, zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de verordening, is bepaald dat:
uitzondering op het gestelde in lid 4 sub a is de onroerende woningaanpassingen, waarbij de ondersteuningsvrager geen eigenaar is van de woning. Bij woningaanpassingen voor een ondersteuningsvrager die huurder is, wordt het toegekende persoonsgebonden budget achteraf betaald aan de woningeigenaar, na controle of de aanpassing goed is aangebracht, voor zover dat niet tot aantoonbare financieringsproblemen leidt;
De uitbetaling van een persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen lager dan € 3.000,- gebeurt, voor zover dit niet tot financieringsproblemen leidt, achteraf als het gaat om een woningaanpassing waarbij de ondersteuningsvrager huurder is, tenzij de ondersteuningsvrager met de woningeigenaar heeft afgesproken dat de ondersteuningsvrager de aanpassing zelf regelt.
Paragraaf 4. Rolstoelen en vervoersvoorzieningen
Artikel 13. Persoonsgebonden budget, drempelbedragen en eigen bijdrage voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in hoofdstuk 5 en 6 van de verordening is bepaald dat:
Artikel 14. Controle en betaling persoonsgebonden budget voor rolstoelen en vervoersvoorzieningen
Met betrekking tot het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de verordening is bepaald dat:
Artikel 15. Betaling deeltaxivervoer
Met betrekking tot het collectief systeem artikel 6.1 lid 2 sub a van de verordening is bepaald dat:
Artikel 17. Eigen bijdrage voor een vervoersvoorziening
Voor de eigen bijdrage vervoersvoorziening zoals genoemd in artikel 6.3 lid 6 van de verordening is bepaald dat:
Artikel 18. Weigering deeltaxivervoer
Er wordt geen vervoersvoorziening in de vorm van collectief vervoer verstrekt als de ondersteuningsvrager beschikt over een eigen auto en daar gebruik van kan maken. De eigen auto wordt dan als een voorliggende voorziening gezien. Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Breda 6
Artikel 19. Financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening
Met betrekking tot de financiële tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 7.1 lid 2 van de verordening, is bepaald dat:
voor een sportvoorziening uitsluitend een gemaximeerde financiële vergoeding wordt verstrekt. De hoogte van deze vergoeding is, ongeacht het inkomen, gelijk aan de werkelijke kosten van de sportvoorziening tot een maximum van € 2.000,-.Tegelijk met de verstrekking van de aanschafkosten wordt een financiële tegemoetkoming in de vorm van een forfaitair bedrag verstrekt van maximaal € 450,00, waarmee voor een periode van drie jaar een rolstoel, aangepast, verzekerd, gerepareerd en onderhouden dient te worden;
als de ondersteuningsvrager nog steeds actief lid van een sportvereniging is, kan aansluitend aan de in het tweede lid bedoelde periode van drie jaar, jaarlijkse een financiële tegemoetkoming in de vorm van een forfaitair bedrag verstrekt worden van € 200,00 in de kosten van aanpassing, verzekering, onderhoud en reparatie van de sportrolstoel;
Bijlage I Maximale eigen bijdrage per periode (van 4 weken):
Bij de berekening van de maximale eigen bijdrage wordt de onderstaande rekenregel gehanteerd. Dit geldt ook voor een inkomen boven de € 55.000,-
Berekening maximale eigen bijdrage per periode van vier weken*:
* Als de ondersteuningsvrager voor meerdere voorzieningen een eigen bijdrage moet betalen mag de totale eigen bijdrage per periode van 4 weken niet meer bedragen dan de bijdrage zoals opgenomen in bovenstaande tabel.
NB. Bovenstaande bedragen komen voort uit het landelijke besluit maatschappelijke ondersteuning. Deze bedragen worden jaarlijks door de wetgever aangepast.
Wijziging van deze bedragen in het landelijke besluit maatschappelijke ondersteuning betekent automatisch een wijziging hieromtrent in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Breda.
Bijlage II Persoonsgebonden budget voor onderhoud, service en reparatie *
* Het eerste jaar van de verstrekking is het garantiejaar en komt om die reden niet voor onderhoud en reparatie in aanmerking.
Bijlage III Persoonsgebonden budget voor huishoudelijke verzorging
Het persoonsgebonden budget (pgb) voor huishoudelijke verzorging wordt uitbetaald op basis van geïndiceerde uren. De volgende uurtarieven worden hierbij onderscheiden:
De huishoudelijke verzorging in natura wordt geïndiceerd op basis van de noodzakelijke uren en minuten.
Voor de huishoudelijke verzorging is een indeling in activiteiten te maken
Naast de indeling in activiteiten is er ook een tijdnormering huishoudelijke verzorging.
De tijdnormering is indicatief. Er moet altijd een individuele afweging gemaakt worden. Als er reden is om af te wijken van de normering kan dat, mits onderbouwd, altijd.
HV alleenstaande (seniorenwoning/flat)
HV alleenstaande (eengezinswoning)
HV twee- of meerpersoonshuishouden (woonsituatie niet van belang)
'evt. +’ houdt in, dat extra tijd geïndiceerd kan worden bij grotere leefeenheden, aanwezigheid kleine kinderen, extra bewassing, etc.
HV overige activiteiten alleenstaande/twee- of meerpersoonsleefeenheden
* Als het gaat om het aanleren van het huishouden, dan geen tijd indiceren, maar aan te leren activiteiten indiceren in tijd en aangeven dat het om aanleren van die activiteiten gaat.
Bij de bepaling van de omvang van de indicatie worden de onderstaande normen gehanteerd.
De normtijden zijn gebaseerd op ‘normale’ huishoudens. Als er sprake is van bijvoorbeeld medische of praktische problematiek bij de verzekerde en/of zijn huishouden, zoals dieet, (ernstige) vervuiling van het huis, incontinentie, speekselvloed, overmatige transpiratie, allergie, COPD en dergelijke, wordt aanvullend op de basisminuten extra tijd berekend.
Factoren meer/ minder huishoudelijke hulp:
Activiteiten: Boodschappenlijst samenstellen
Boodschappen inkopen en opslaan - wekelijks
Als het gezin/leefeenheid bestaat uit meer dan 4 personen, en/of er zijn kinderen jonger dan 12 jaar, dan kan er een indicatie gesteld worden voor twee keer per week boodschappen; + 30 minuten, wanneer de afstand tot de winkels groot is.
1.2 + 1.3 Broodmaaltijd bereiden en warme maaltijd bereiden
Activiteiten: Broodmaaltijd klaarzetten
Afwassen (machine – handmatig)
Opslaan en beheer levensmiddelenvoorraad
Aanwezigheid kinderen jonger dan 12 jaar: + 20 minuten per keer.
Activiteiten: Afwassen, als er geen indicatie is voor maaltijdvoorbereiding, handmatig 15-30 min per keer
Machine in- en uitruimen: 10 minuten per keer
Opruimen: totaal dagelijkse beurt interieur is afhankelijk van de grootte van de woning en de specifieke kenmerken van het gezin/leefeenheid: 15 tot 40 minuten per keer.
- Persoonsgebonden problematiek/ communicatieproblemen
- Aantal kinderen onder de 12 jaar
- Huisdieren (bij allergie eerst sanering)
- Allergie voor huisstofmijt, COPD: in gesaneerde woning
- Ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen
- Alleen de kamers die in gebruik zijn, worden schoongehouden. Voor een cliënt zonder kinderen max. 20 minuten per keer, voor een cliënt met kinderen jonger dan 12 jaar maximaal 30 minuten per keer
Frequentie: in principe maximaal 3 maal per week 20-30 minuten
De hoeveelheid ondersteuning is meer afhankelijk van de grootte en inrichting van de woning, dan van de aanwezigheid van een extra persoon.
Schrobben, dweilen, soppen: sanitair en keuken
Hier worden de wekelijkse activiteiten bedoeld.
In grote woningen met veel bewoners, meer vervuiling, COPD-problematiek (na sanering) of aanwezigheid van jonge kinderen kan extra zorg worden geïndiceerd.
Activiteiten: Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine
Centrifugeren, ophangen, afhalen.
Was drogen in droogmachine Ophangen, afhalen wasgoed.
- Aantal kinderen jonger dan 16 jaar: + 30 minuten per kind per week
- Bedlegerige patiënten: + 30 minuten
- extra wassen i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies enz.: + 30 minuten
Frequentie: eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3 keer per week.
2.1 en 2.2 Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden
Activiteiten: Wassen en aankleden
- Gezondheidssituatie/ functioneren kinderen/huisgenoten
- Aanwezigheid gedragsproblematiek
De indicatie is afhankelijk van de situatie, indien kinderen jonger zijn dan 6 jaar gecombineerd met HV-activiteiten tot maximaal 40 uur per week.
2.3 Dagelijkse organisatie van het huishouden
Activiteiten: Administratieve werkzaamheden t.b.v. de klant (alleen in combinatie met andere
huishoudelijke activiteiten, valt bij beperkt regelvermogen onder ondersteunende
Organisatie huishoudelijke activiteiten
Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden
- Aantal huisgenoten, vooral kinderen jonger dan 16
- (Psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden
3.1 Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden
Activiteiten: Instructie omgaan met hulpmiddelen