Organisatie | Goirle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening incidentele subsidies gemeente Goirle |
Citeertitel | Deelverordening incidentele subsidies gemeente Goirle |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidies |
Verordening vervangt de Richtlijn Verstrekking Incidentele Subsidies Goirle (ingangsdatum 1 januari 1999).
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 29-12-2011 | nieuwe regeling | 20-12-2005 Goirles Belang, 21-12-2005 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze deelverordening wordt verstaan onder:
organisatie: aanvrager dan wel subsidieontvanger zoals omschreven in artikel 1 van de verordening;
professionele organisatie: een organisatie met personeel in dienst of een organisatie waarvan de activiteiten niet of in geringe mate door vrijwilligers worden verricht en/of waarvan de inspanning van de vrijwilligers in kwantitatieve zin ruimschoots worden overtroffen door de inspanningen van het personeel;
project: een in tijd beperkte resultaatgerichte activiteit die bij voorkeur in een samenwerkingsverband door verschillende organisaties wordt uitgevoerd en waarbij de activiteit een directe relatie heeft met de inhoudelijk geformuleerde gemeentelijke beleidsprioriteiten;
ASV: Algemene Subsidieverordening
projectaanvraag: de aanvraag van subsidie ten behoeve van een project;
vrijwilligersorganisatie: organisatie die wordt bestuurd en geleid door vrijwilligers en waarvan de activiteiten door vrijwilligers worden uitgevoerd ofwel een organisatie niet zijnde een professionele organisatie.
Hoofdstuk 2 Incidentele subsidies voor vrijwilligersorganisaties
Paragraaf 2 Algemene subsidiecriteria en maximale hoogte subsidie
Subsidie in de vorm van een incidentele subsidie aan vrijwilligersorganisaties wordt slechts verleend indien is voldaan aan de volgende algemene criteria:
Artikel 5 Aanvullende specifieke criteria incidentele activiteiten
In aanvulling op de in artikel 4 genoemde algemene criteria kan slechts subsidie worden verleend indien ook aan de volgende specifieke criteria is voldaan:
Artikel 6 Beperking subsidiale activiteiten
Indien een organisatie meer activiteiten verricht die onder de reikwijdte van dit hoofdstuk vallen, dan beslist het college voor welke van deze activiteiten subsidie wordt verleend. Onverlet het bepaalde in artikel 8, wordt voor maximaal drie activiteiten subsidie verleend.
De hoogte van de subsidie zoals die op basis van de toewijzingscriteria is bepaald, is het maximale bedrag dat een organisatie voor die betreffende periode kan ontvangen.
Artikel 9 Grondslag subsidieberekening incidentele activiteiten
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van het door hem als onvermijdelijk geachte financieel tekort voor de activiteiten.
Artikel 10 Verminderde informatieplicht
De organisatie die een incidentele subsidie ontvangt hoeft in afwijking van artikel 13 lid 1 onder d van de ASV geen accountantsverklaring in te dienen over haar jaarlijkse verantwoording.
Artikel 11 Vaststellen subsidieplafond
In afwijking van het gestelde in artikel 4 van de verordening wordt het jaarbudget op de gemeentebegroting verdeeld in twee gelijke delen: deze dienen als subsidieplafond voor respectievelijk het eerste en het tweede halfjaar.
Hoofdstuk 3 Incidentele subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties
Paragraaf 3 Aanvraag op verzoek van gemeente
Artikel 15 Aanvraag op basis van door de gemeente genoemde onderwerpen
De gemeenteraad kan met het oog op reeds gesignaleerde problematiek, dan wel in het kader van een speerpunt van het gemeentelijk welzijnsbeleid, op de gemeentelijke begroting een bedrag reserveren op grond waarvan het college professionele organisaties kan uitnodigen een projectaanvraag in te dienen. In dat geval gelden voor de aanvraag en de subsidieverlening de bepalingen van deze paragraaf.
Paragraaf 4 Aanvraag op initiatief van professionele organisatie
Artikel 18 Aanvraag op initiatief van professionele organisatie
Indien in de gemeentebegroting (nog) geen budget is gereserveerd op grond waarvan professionele organisaties worden uitgenodigd een projectaanvraag in te dienen, dan kan een professionele organisatie op eigen initiatief een projectaanvraag indienen. In dat geval gelden voor de aanvraag en de subsidieverlening de bepalingen van deze paragraaf.
Indien er voor de gemeente onvoldoende grond is voor een vervolg van de procedure, dan kan de aanvrager de projectaanvraag schriftelijk intrekken zodat verdere behandeling achterwege kan blijven. In plaats van de aanvraag in te trekken, kan de aanvrager de projectaanvraag (al dan niet gewijzigd) handhaven, waarna deze alsnog zal worden behandeld.
Indien het college na 1 april een beslissing neemt, dan kan de beslissing inhouden dat:
dat de projectaanvraag geheel of gedeeltelijk zal worden meegenomen bij het opstellen van de gemeentebegroting voor het jaar volgend op het eerstvolgende begrotingsjaar, zodat (indien de raad daartoe voldoende middelen op de gemeentebegroting opneemt) het project in dat (tweede) begrotingsjaar van start kan gaan, of
Deze deelverordening is gebaseerd op de Algemene subsidieverordening. De deelverordening komt niet in de plaats van de Algemene subsidieverordening. De bepalingen van de Algemene subsidieverordening blijven onverkort gelden, tenzij de deelverordening afwijkt van de Algemene subsidieverordening (artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening). Het college is op grond van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd om ter uitvoering van deze deelverordening nadere regels ofwel beleidsregels vast te stellen. De deelverordening bestaat uit een aantal hoofdstukken:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel wordt, in aanvulling op de begripsomschrijving van artikel 1 van de Algemene subsidieverordening, een aantal begrippen omschreven. Deze begrippen behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 2 Reikwijdte deelverordening
De deelverordening geldt voor incidentele subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties. Zoals gezegd geldt de deelverordening onverlet het bepaalde in de Algemene subsidieverordening.
Artikel 3 Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 2
In dit artikel wordt afgebakend voor welke incidentele activiteiten/projecten de bepalingen met betrekking tot de incidentele subsidie van toepassing zijn.
De subsidiecriteria vallen uiteen in algemene criteria (artikel 4) en aanvullende specifieke criteria (artikel 5).De ‘bewijslast’ ligt bij de aanvrager. Het is aan de organisatie die subsidie vraagt om aan te tonen datis voldaan aan alle algemene en specifieke criteria (en de overige bepalingen van de Algemenesubsidieverordening en deelverordening) en dat geen van de weigeringsgronden (van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening) van toepassing zijn.
Artikel 5. Aanvullende specifieke criteria incidentele activiteiten
Eén van de aanvullende criteria is dat de activiteit zicht richt op inwoners uit Goirle. Dit betekent dat er inwoners uit Goirle dienen deel te nemen aan de activiteit. Vooraf maakt zowel de organisatie als de gemeente (bij de beoordeling van de aanvraag) een inschatting of deze deelname kan worden bereikt. Vervolgens kan het college aan de subsidieverlening de voorwaarde verbinden dat daadwerkelijk een minimum aantal inwoners wordt bereikt. Bij de subsidievaststelling kan vervolgens worden getoetst of aan de voorwaarde is voldaan.Als niet aan de voorwaarde is voldaan, kan de subsidie lager worden vastgesteld (artikel 4:46 Awb). Indien het een experiment betreft, kan het college deze voorwaarde loslaten of een lager aantal hanteren.
Artikel 6. Beperking subsidiabele activiteiten
Een organisatie zou in principe subsidie kunnen ontvangen voor meerdere activiteiten/projecten die onder de reikwijdte van de deelverordening vallen. Dit wordt beperkt in het eerste lid van dit artikel.Hier wordt bepaald dat maximaal voor drie activiteiten/projecten (te bepalen door het college) subsidie kan worden verleend.
In dit artikel worden enkele weigeringsgronden genoemd die aanvullend zijn op de weigeringsgronden van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening. Overigens kunnen de algemene en specifieke subsidiecriteria ook worden gehanteerd als weigeringsgrond. In lid 1 wordt dwingend voorgeschreven dat subsidie wordt geweigerd indien de betreffende activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn. Lid 2 bevat geeft de mogelijkheid, niet de plicht, om de subsidie te weigeren als de activiteiten een aanvulling zijn van het bestaande aanbod (meer van hetzelfde) of als het gemeentelijk beleid concentratie voorstaat in plaats van verdeeldheid. Met het laatste wordt bedoeld dat de gemeente er de voorkeur aan kan geven dat één of enkele organisaties het gehele aanbod op een bepaald terrein verzorgen in plaats van een divers aanbod van meerdere,kleine organisaties. Een dergelijk beleid kan onder meer als voordeel hebben dat er professioneler kan worden gewerkt, dat de kwaliteit beter kan worden gewaarborgd en dat het aanbod herkenbaarder kan worden gepresenteerd aan de burgers.
Op basis van de subsidiegrondslagen wordt de hoogte van het subsidiebedrag bepaald. Het bedrag wordt in de beschikking tot subsidieverlening vermeld.
Artikel 9. Grondslag subsidieberekening incidentele activiteiten De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het financieel tekort dat volgens het college onvermijdelijk is. Dat wil overigens niet zeggen dat de subsidie per definitie gelijk is aan het financieel tekort. Uit de ingediende begroting van baten en lasten dient te blijken dat de activiteit niet uitgevoerd kan worden zonder subsidie. Bij de beoordeling hiervan heeft het college beleidsvrijheid. Het college zal zowel de baten- als lastenkant grondig beoordelen. Zo zal van de kosten worden beoordeeld of de kostenpost op zichzelf noodzakelijk is om de activiteit in de door het college gewenste vorm en omvang te realiseren en of de hoogte van de kostenpost onvermijdelijk is of dat met lagere kosten kan worden volstaan. Van de baten zal worden beoordeeld of er voldoende een beroep wordt gedaan op fondsen, op eigen bijdragen van de deelnemers etc. Het tekort is niet de enige bepalende factor bij de berekening van de subsidie.
Artikel 10. Verminderde informatieplicht
In artikel 13 van de Algemene subsidieverordening wordt geregeld hoe een organisatie verantwoording dient af te leggen over de ontvangen subsidie. Zoals gezegd gelden deze en andere bepalingen van de Algemene subsidieverordening in principe onverkort. In lid 1 onder d van artikel 13 van de Algemene subsidieverordening staat dat de organisatie de jaarlijkse verantwoording vergezeld moet laten gaan van een goedkeurende accountantsverklaring. Dat kan echter redelijkerwijs niet verlangd worden van vrijwilligersorganisaties die voor een (eenmalige) activiteit / project subsidie aanvragen.
Artikel 11. Vaststellen subsidieplafond
Het jaarbudget dat volgens de gemeentebegroting beschikbaar is, wordt verdeeld in twee gelijke delen. Elk deel dient als een subsidieplafond voor respectievelijk het eerste en het tweede halfjaar. Met het halfjaarlijkse subsidieplafond wordt omgegaan conform de regeling van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening.
Artikel 12. Indienen van aanvragen
Omdat het bedrag van de gemeentebegroting is verdeeld in twee gelijke delen, kan er ook twee keer per jaar incidentele subsidie worden aangevraagd.
Artikel 13. Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 3
De waarderingssubsidie heeft betrekking op niet-professionele organisaties. Hoofdstuk 3 heeft daarentegen betrekking op subsidiëring van professionele organisaties. Het gaat daarbij om projecten van dergelijke organisaties, dus om een tijdelijke subsidie, en niet om de reguliere, structurele subsidie. Het college heeft een grote beleidsvrijheid als het gaat om het al dan niet verlenen van deze projectsubsidies.
In dit artikel worden de criteria voor de projectsubsidie genoemd (lid 1). Het is duidelijk dat de criteria ruimte (beleidsvrijheid) laten voor een beoordeling door het college. Een project is per definitie resultaatgericht: getracht wordt een van tevoren zo duidelijk mogelijk omschreven doel te realiseren. Sommige projecten hebben een min of meer experimenteel karakter, zodat niet altijd vooraf is aan te geven wat de uitkomsten van het project zullen zijn. Als bij de aanvraag duidelijk is dat de uitkomsten niet geheel te voorzien zijn, en dit wordt goed gemotiveerd, dan kan toch subsidie worden verleend (lid 2). Een project is een incidentele, unieke aangelegenheid. Dat wil echter niet zeggen dat het ook altijd binnen één jaar kan worden uitgevoerd (lid 3).
Artikel 15. Aanvraag op basis van door gemeente genoemde onderwerpen
Een projectsubsidie kan op twee wijzen worden aangevraagd. In de eerste plaats kan de gemeente het initiatief nemen en organisaties vragen projecten te ontwikkelen. Hierop heeft paragraaf 3 (artikel 15 tot en met 17) betrekking. In de tweede plaats kan een organisatie het initiatief nemen. Dit wordt geregeld in paragraaf 4 (artikel 18 tot en met 20). De gemeente kan een bedrag op de begroting opnemen voor de aanpak van een bepaalde problematiek of voor het aan de slag gaan met een speerpunt van beleid. Dit bedrag kan worden gebruikt om projecten van professionele organisaties te bekostigen. Het college kan professionele organisaties uitnodigen om projectvoorstellen in te dienen. Aan het verzoek van het college kunnen de organisaties geen rechten ontlenen; zij mogen niet verwachten dat zij daadwerkelijk projectsubsidie zullen krijgen. Het verdient aanbeveling dit bij de uitnodiging schriftelijk aan de organisaties mee te delen.
Dit artikel beschrijft de procedure. Het begint met het opstellen van een probleemanalyse door de gemeentelijke organisatie of door een professionele organisatie op grond waarvan organisaties worden uitgenodigd globale projectaanvragen in te dienen (lid 1). In de projectaanvraag dient een aantal elementen te worden beschreven (lid 2). Uit de globale aanvragen wordt (na overleg met de indieners) door het college een principekeuze gemaakt (lid 4 en 5). De indieners die de selectie doorkomen wordt gevraagd een aangescherpte, definitieve aanvraag in te dienen. Ook hier geldt dat de organisaties geen rechten kunnen ontlenen aan het verzoek van de gemeente.
Op basis van de definitieve aanvragen neemt het college vervolgens een beslissing. De andere aanvragers dienen op de hoogte te worden gesteld van de afwijzing van hun (globale dan wel uitgewerkte) projectaanvraag. Zowel de subsidieverlening als de afwijzing (weigering) is vatbaar voor bezwaar.
Artikel 18. Aanvraag op initiatief van professionele organisatie
Professionele organisaties hoeven niet te wachten totdat de gemeente een bedrag beschikbaar stelt om bepaalde projecten mogelijk te maken. Per slot van rekening mag van professionele organisaties worden verwacht dat zij een signalerende functie vervullen. Ook zij kunnen derhalve het initiatief nemen, en wel door middel van het indienen van het projectaanvraag. In dat geval is paragraaf 4 van toepassing.
Dit artikel beschrijft de procedure. Deze behoeft geen nadere toelichting. Het verdient aanbeveling de betreffende organisatie er schriftelijk op te wijzen dat zij er geen rechten aan kan ontlenen als het college aangeeft dat de procedure wordt voortgezet.
Bij de subsidieverlening is een onderscheid gemaakt naar het tijdstip waarop het college een beslissing neemt. Een projectaanvraag kan op elk moment worden ingediend. Als voor 1 april een beslissing kan worden genomen, dan kan het project in het jaar daarop worden uitgevoerd – mits er geld wordt opgenomen op de gemeentebegroting. Dit is een bevoegdheid van de gemeenteraad, zodat het aan te bevelen is bij de subsidieverlening altijd het begrotingsvoorbehoud (artikel 4:34 Awb) te maken. De beschikking tot subsidieverlening bevat in ieder geval de termijn waarbinnen de aanvraag voor subsidievaststelling moet zijn gedaan.
Artikel 21. Subsidievaststelling
Aangezien projecten zeer uiteen kunnen lopen, is maatwerk nodig als het gaat om de subsidievaststelling. Dit wordt bij de subsidieverlening tot stand gebracht. Dit artikel sluit hierop aan.
Dit artikel spreekt voor zich.