Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goirle

Deelverordening incidentele subsidies gemeente Goirle

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoirle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDeelverordening incidentele subsidies gemeente Goirle
CiteertitelDeelverordening incidentele subsidies gemeente Goirle
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening vervangt de Richtlijn Verstrekking Incidentele Subsidies Goirle (ingangsdatum 1 januari 1999).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene Subsidieverordening Goirle

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200629-12-2011nieuwe regeling

20-12-2005

Goirles Belang, 21-12-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Deelverordening Incidentele Subsidies

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze deelverordening wordt verstaan onder:

organisatie: aanvrager dan wel subsidieontvanger zoals omschreven in artikel 1 van de verordening;

professionele organisatie: een organisatie met personeel in dienst of een organisatie waarvan de activiteiten niet of in geringe mate door vrijwilligers worden verricht en/of waarvan de inspanning van de vrijwilligers in kwantitatieve zin ruimschoots worden overtroffen door de inspanningen van het personeel;

project: een in tijd beperkte resultaatgerichte activiteit die bij voorkeur in een samenwerkingsverband door verschillende organisaties wordt uitgevoerd en waarbij de activiteit een directe relatie heeft met de inhoudelijk geformuleerde gemeentelijke beleidsprioriteiten;

ASV: Algemene Subsidieverordening

projectaanvraag: de aanvraag van subsidie ten behoeve van een project;

vrijwilligersorganisatie: organisatie die wordt bestuurd en geleid door vrijwilligers en waarvan de activiteiten door vrijwilligers worden uitgevoerd ofwel een organisatie niet zijnde een professionele organisatie.

 

Artikel 1 Reikwijdte deelverordening

Deze deelverordening is van toepassing op:Incidentele subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties.

 

Hoofdstuk 2 Incidentele subsidies voor vrijwilligersorganisaties

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 3 Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 2

De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op incidentele subsidies ten behoeve van incidentele activiteiten/projecten.

 

Paragraaf 2 Algemene subsidiecriteria en maximale hoogte subsidie

Artikel 4 Algemene criteria

Subsidie in de vorm van een incidentele subsidie aan vrijwilligersorganisaties wordt slechts verleend indien is voldaan aan de volgende algemene criteria:

  • 1.

    de organisatie is een organisatie zonder winstoogmerk;

  • 2.

    door de organisatie worden activiteiten uitgevoerd voor, met of door inwoners van Goirle;

  • 3.

    de organisatie wordt voornamelijk gedreven door vrijwilligers, woonachtig in Goirle;

  • 4.

    de activiteiten vinden plaats binnen de grenzen van de gemeente en zijn zichtbaar en openbaar toegankelijk voor inwoners van Goirle;

  • 5.

    de activiteiten dragen bij aan de uitvoering van en passen in (een onderdeel van) het gemeentelijk lokaal welzijnsbeleid;

  • 6.

    de organisatie steunt voornamelijk op eigen inkomsten en eigen bijdragen van de leden of deelnemers, waarbij de subsidie als financiële steun in de rug dient.

Artikel 5 Aanvullende specifieke criteria incidentele activiteiten

In aanvulling op de in artikel 4 genoemde algemene criteria kan slechts subsidie worden verleend indien ook aan de volgende specifieke criteria is voldaan:

  • a.

    de activiteit is voor Goirle vernieuwend of bijzonder van aard;

  • b.

    de activiteit richt zich op deelnemers woonachtig in Goirle;

  • c.

    uit de begroting blijkt welke baten verwacht worden, op welke wijze gestreefd wordt naar het genereren van inkomsten en op welke wijze er een tekort is dat subsidie rechtvaardigt.

Artikel 6 Beperking subsidiale activiteiten

Indien een organisatie meer activiteiten verricht die onder de reikwijdte van dit hoofdstuk vallen, dan beslist het college voor welke van deze activiteiten subsidie wordt verleend. Onverlet het bepaalde in artikel 8, wordt voor maximaal drie activiteiten subsidie verleend.

 

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien de te organiseren activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn.

  • 2.

    Subsidie kan verder worden geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten aanvullend zijn op het bestaande gesubsidieerde aanbod van andere organisaties, of

    • b.

      gemeentelijk beleid concentratie voorstaat in plaats van verdeeldheid.

     

Artikel 8 Maximale subsidie

De hoogte van de subsidie zoals die op basis van de toewijzingscriteria is bepaald, is het maximale bedrag dat een organisatie voor die betreffende periode kan ontvangen.

 

Artikel 9 Grondslag subsidieberekening incidentele activiteiten

Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van het door hem als onvermijdelijk geachte financieel tekort voor de activiteiten.

 

Artikel 10 Verminderde informatieplicht

De organisatie die een incidentele subsidie ontvangt hoeft in afwijking van artikel 13 lid 1 onder d van de ASV geen accountantsverklaring in te dienen over haar jaarlijkse verantwoording.

 

Artikel 11 Vaststellen subsidieplafond

In afwijking van het gestelde in artikel 4 van de verordening wordt het jaarbudget op de gemeentebegroting verdeeld in twee gelijke delen: deze dienen als subsidieplafond voor respectievelijk het eerste en het tweede halfjaar.

 

Artikel 12 Indienen van aanvragen

  • 1.

    Voor de indiening van aanvragen voor incidentele subsidies gelden twee termijnen:

    • a.

      voor 1 april voor de tweede helft van het lopende begrotingsjaar en

    • b

      voor 1 oktober voor de eerste helft van het volgende begrotingsjaar

  • 2.

    Budgetten op de gemeentebegroting voor het eerste halfjaar worden (indien deze niet besteed zijn) overgeheveld naar het budget voor het tweede halfjaar.

Hoofdstuk 3 Incidentele subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 13 Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 3

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn (onverlet het bepaalde in de ASV) van toepassing op subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties.

 

Paragraaf 2 Subsidiecriteria

Artikel 14 Subsidiecriteria

  • 1.

    Subsidie voor een project wordt slechts verleend indien is voldaan aan de volgende criteria:

    • 1.

      het betreft een project van een professionele organisatie, al dan niet in samenwerking met één of meer niet-professionele organisaties;

    • 2.

      de activiteit zoals in het project beschreven en voorgesteld, heeft een directe relatie met de inhoudelijk geformuleerde gemeentelijke beleidsprioriteiten;

    • 3.

      de activiteit zoals in het project beschreven en voorgesteld:

    • a.

      is vernieuwend of bijzonder voor Goirle;

    • b.

      is door de gemeente als beleidsprioriteit aangemerkt;

    • c.

      is qua uitvoering vooralsnog niet inpasbaar in reguliere activiteiten;

    • d.

      vraagt qua uitvoering geen routinematige aanpak;

    • e.

      is gericht op implementatie in reguliere activiteiten.

  • 2.

    Indien de uitkomsten van de activiteit zoals in het project beschreven en voorgesteld niet of niet geheel te voorzien zijn, dan hoeft dit geen belemmering te zijn voor subsidieverlening.

  • 3.

    Een project kan betrekking hebben op een meerjarig subsidietijdvak.

Paragraaf 3 Aanvraag op verzoek van gemeente

Artikel 15 Aanvraag op basis van door de gemeente genoemde onderwerpen

De gemeenteraad kan met het oog op reeds gesignaleerde problematiek, dan wel in het kader van een speerpunt van het gemeentelijk welzijnsbeleid, op de gemeentelijke begroting een bedrag reserveren op grond waarvan het college professionele organisaties kan uitnodigen een projectaanvraag in te dienen. In dat geval gelden voor de aanvraag en de subsidieverlening de bepalingen van deze paragraaf.

 

Artikel 16 Projectaanvraag

  • 1.

    In opdracht van het college wordt een probleemanalyse opgesteld, op grond waarvan het college professionele organisaties uitnodigt een globale projectaanvraag in te dienen. Het college geeft daarbij aan binnen welke termijn de projectaanvragen moeten worden ingediend.

  • 2.

    De projectaanvraag bevat tenminste een beschrijving van de volgende elementen:

    • a.

      probleemstelling;

    • b.

      probleemanalyse;

    • c.

      beoogd resultaat (doelstelling en uitgangspunten);

    • d.

      ervaringen tot nu toe (lokaal en landelijk);

    • e.

      wijze waarop het beoogd resultaat wordt gerealiseerd en met welke tussenresultaten;

    • f.

      wijze waarop het resultaat na afloop van het project wordt geïmplementeerd in het reguliere werk;

    • g.

      randvoorwaarden met betrekking tot de uitvoering;

    • h.

      betrokken partijen en de projectorganisatie;

    • i.

      planning;

    • j.

      informatievoorziening (tussentijdse rapportages en evaluatie);

    • k.

      raming van baten en lasten.

  • 3.

    Het college kan aanvullende informatie vragen.

  • 4.

    Met de indieners van de globale projectaanvraag worden door de gemeente besprekingen gevoerd.

  • 5.

    Het college maakt een keuze voor één of twee projectaanvragen en nodigt de betreffende organisaties uit om een aangescherpte, definitieve projectaanvraag in te dienen.

Artikel 17 Subsidieverlening

Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de definitieve projectaanvraag. Het college kan deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

 

Paragraaf 4 Aanvraag op initiatief van professionele organisatie

Artikel 18 Aanvraag op initiatief van professionele organisatie

Indien in de gemeentebegroting (nog) geen budget is gereserveerd op grond waarvan professionele organisaties worden uitgenodigd een projectaanvraag in te dienen, dan kan een professionele organisatie op eigen initiatief een projectaanvraag indienen. In dat geval gelden voor de aanvraag en de subsidieverlening de bepalingen van deze paragraaf.

 

Artikel 19 Projectaanvraag

  • 1.

    Een professionele organisatie kan te allen tijde, al dan niet gezamenlijk met andere instellingen, een voorlopige projectaanvraag indienen, met inachtneming van het in artikel 16 tweede lid bepaalde.

  • 2.

    Op basis van de projectaanvraag, het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke budgettaire mogelijkheden, bespreken het college en de aanvrager de projectaanvraag.

  • 3.

    Indien er voor het college op grond van de voorlopige aanvraag en de bespreking voldoende gronden zijn voor een vervolg van de procedure, werkt de aanvrager de voorlopige projectaanvraag nader uit of stelt deze bij.

  • 4.

    Indien er voor de gemeente onvoldoende grond is voor een vervolg van de procedure, dan kan de aanvrager de projectaanvraag schriftelijk intrekken zodat verdere behandeling achterwege kan blijven. In plaats van de aanvraag in te trekken, kan de aanvrager de projectaanvraag (al dan niet gewijzigd) handhaven, waarna deze alsnog zal worden behandeld.

Artikel 20 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist over de definitieve projectaanvraag binnen acht weken na ontvangst van de definitieve projectaanvraag. Het college kan deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 2.

    Indien het college vóór 1 april een beslissing neemt, dan kan de beslissing inhouden dat:

    • a.

      de projectaanvraag wordt afgewezen, of

    • b.

      dat de projectaanvraag geheel of gedeeltelijk meegenomen zal worden bij het opstellen van de gemeentebegroting voor het volgende begrotingsjaar, zodat (indien de raad daartoe voldoende middelen op de gemeentebegroting opneemt) het project in dat begrotingsjaar van start kan gaan, of

    • c.

      de projectaanvraag geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd waarbij de uitvoering van het project kan starten in hetzelfde jaar als waarin het college een beslissing neemt.

  • 3.

    Indien het college na 1 april een beslissing neemt, dan kan de beslissing inhouden dat:

    • a.

      de projectaanvraag wordt afgewezen, of

    • b.

      dat de projectaanvraag geheel of gedeeltelijk zal worden meegenomen bij het opstellen van de gemeentebegroting voor het jaar volgend op het eerstvolgende begrotingsjaar, zodat (indien de raad daartoe voldoende middelen op de gemeentebegroting opneemt) het project in dat (tweede) begrotingsjaar van start kan gaan, of

    • c.

      de projectaanvraag geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd waarbij de uitvoering van het project kan starten in hetzelfde jaar als waarin het college een beslissing neemt.

  • 4.

    De beschikking tot subsidieverlening regelt de onderwerpen die de Awb hieraan stelt; waaronder in ieder geval de termijn waarbinnen de aanvraag voor de beschikking tot subsidievaststelling moet zijn gedaan.

Paragraaf 5 Subsidievaststelling

Artikel 21 Subsidievaststelling

  • 1.

    Voor de beschikking tot subsidievaststelling wordt een aanvraag bij het college ingediend.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in op de wijze en binnen de termijn zoals bij de subsidieverlening en in de algemene subsidieverordening is bepaald.

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 22 Citeerartikel

Deze deelverordening kan worden aangehaald als: “Deelverordening Incidentele Subsidies Gemeente Goirle”

 

Artikel 23 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze deelverordening treedt in werking op 1 januari 2006.

  • 2.

    Met het in werking treden van deze verordening, vervalt de Richtlijn Verstrekking Incidentele Subsidies Goirle (ingangsdatum 1 januari 1999).

     

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 20-12-2005.

Toelichting behorende bij de deelverordening incidentele subsidies

ALGEMEEN

Deze deelverordening is gebaseerd op de Algemene subsidieverordening. De deelverordening komt niet in de plaats van de Algemene subsidieverordening. De bepalingen van de Algemene subsidieverordening blijven onverkort gelden, tenzij de deelverordening afwijkt van de Algemene subsidieverordening (artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening). Het college is op grond van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd om ter uitvoering van deze deelverordening nadere regels ofwel beleidsregels vast te stellen. De deelverordening bestaat uit een aantal hoofdstukken:

  • 1.

    Algemene bepalingen

  • 2.

    Subsidies voor projecten van vrijwilligersorganisaties

  • 3.

    Subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties

  • 4.

    Slot- en overgangsbepalingen

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt, in aanvulling op de begripsomschrijving van artikel 1 van de Algemene subsidieverordening, een aantal begrippen omschreven. Deze begrippen behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 2 Reikwijdte deelverordening

De deelverordening geldt voor incidentele subsidies ten behoeve van projecten van professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties. Zoals gezegd geldt de deelverordening onverlet het bepaalde in de Algemene subsidieverordening.

 

Artikel 3 Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 2

In dit artikel wordt afgebakend voor welke incidentele activiteiten/projecten de bepalingen met betrekking tot de incidentele subsidie van toepassing zijn.

 

Artikel 4. Algemene criteria

De subsidiecriteria vallen uiteen in algemene criteria (artikel 4) en aanvullende specifieke criteria (artikel 5).De ‘bewijslast’ ligt bij de aanvrager. Het is aan de organisatie die subsidie vraagt om aan te tonen datis voldaan aan alle algemene en specifieke criteria (en de overige bepalingen van de Algemenesubsidieverordening en deelverordening) en dat geen van de weigeringsgronden (van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening) van toepassing zijn.

 

Artikel 5. Aanvullende specifieke criteria incidentele activiteiten

Eén van de aanvullende criteria is dat de activiteit zicht richt op inwoners uit Goirle. Dit betekent dat er inwoners uit Goirle dienen deel te nemen aan de activiteit. Vooraf maakt zowel de organisatie als de gemeente (bij de beoordeling van de aanvraag) een inschatting of deze deelname kan worden bereikt. Vervolgens kan het college aan de subsidieverlening de voorwaarde verbinden dat daadwerkelijk een minimum aantal inwoners wordt bereikt. Bij de subsidievaststelling kan vervolgens worden getoetst of aan de voorwaarde is voldaan.Als niet aan de voorwaarde is voldaan, kan de subsidie lager worden vastgesteld (artikel 4:46 Awb). Indien het een experiment betreft, kan het college deze voorwaarde loslaten of een lager aantal hanteren.

 

Artikel 6. Beperking subsidiabele activiteiten

Een organisatie zou in principe subsidie kunnen ontvangen voor meerdere activiteiten/projecten die onder de reikwijdte van de deelverordening vallen. Dit wordt beperkt in het eerste lid van dit artikel.Hier wordt bepaald dat maximaal voor drie activiteiten/projecten (te bepalen door het college) subsidie kan worden verleend.

 

Artikel 7. Weigeringsgronden

In dit artikel worden enkele weigeringsgronden genoemd die aanvullend zijn op de weigeringsgronden van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening. Overigens kunnen de algemene en specifieke subsidiecriteria ook worden gehanteerd als weigeringsgrond. In lid 1 wordt dwingend voorgeschreven dat subsidie wordt geweigerd indien de betreffende activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn. Lid 2 bevat geeft de mogelijkheid, niet de plicht, om de subsidie te weigeren als de activiteiten een aanvulling zijn van het bestaande aanbod (meer van hetzelfde) of als het gemeentelijk beleid concentratie voorstaat in plaats van verdeeldheid. Met het laatste wordt bedoeld dat de gemeente er de voorkeur aan kan geven dat één of enkele organisaties het gehele aanbod op een bepaald terrein verzorgen in plaats van een divers aanbod van meerdere,kleine organisaties. Een dergelijk beleid kan onder meer als voordeel hebben dat er professioneler kan worden gewerkt, dat de kwaliteit beter kan worden gewaarborgd en dat het aanbod herkenbaarder kan worden gepresenteerd aan de burgers.

 

Artikel 8. Maximale subsidie

Op basis van de subsidiegrondslagen wordt de hoogte van het subsidiebedrag bepaald. Het bedrag wordt in de beschikking tot subsidieverlening vermeld.

 

Artikel 9. Grondslag subsidieberekening incidentele activiteiten De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het financieel tekort dat volgens het college onvermijdelijk is. Dat wil overigens niet zeggen dat de subsidie per definitie gelijk is aan het financieel tekort. Uit de ingediende begroting van baten en lasten dient te blijken dat de activiteit niet uitgevoerd kan worden zonder subsidie. Bij de beoordeling hiervan heeft het college beleidsvrijheid. Het college zal zowel de baten- als lastenkant grondig beoordelen. Zo zal van de kosten worden beoordeeld of de kostenpost op zichzelf noodzakelijk is om de activiteit in de door het college gewenste vorm en omvang te realiseren en of de hoogte van de kostenpost onvermijdelijk is of dat met lagere kosten kan worden volstaan. Van de baten zal worden beoordeeld of er voldoende een beroep wordt gedaan op fondsen, op eigen bijdragen van de deelnemers etc. Het tekort is niet de enige bepalende factor bij de berekening van de subsidie.

 

Artikel 10. Verminderde informatieplicht

In artikel 13 van de Algemene subsidieverordening wordt geregeld hoe een organisatie verantwoording dient af te leggen over de ontvangen subsidie. Zoals gezegd gelden deze en andere bepalingen van de Algemene subsidieverordening in principe onverkort. In lid 1 onder d van artikel 13 van de Algemene subsidieverordening staat dat de organisatie de jaarlijkse verantwoording vergezeld moet laten gaan van een goedkeurende accountantsverklaring. Dat kan echter redelijkerwijs niet verlangd worden van vrijwilligersorganisaties die voor een (eenmalige) activiteit / project subsidie aanvragen.

 

Artikel 11. Vaststellen subsidieplafond

Het jaarbudget dat volgens de gemeentebegroting beschikbaar is, wordt verdeeld in twee gelijke delen. Elk deel dient als een subsidieplafond voor respectievelijk het eerste en het tweede halfjaar. Met het halfjaarlijkse subsidieplafond wordt omgegaan conform de regeling van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening.

 

Artikel 12. Indienen van aanvragen

Omdat het bedrag van de gemeentebegroting is verdeeld in twee gelijke delen, kan er ook twee keer per jaar incidentele subsidie worden aangevraagd.

 

Artikel 13. Reikwijdte bepalingen hoofdstuk 3

De waarderingssubsidie heeft betrekking op niet-professionele organisaties. Hoofdstuk 3 heeft daarentegen betrekking op subsidiëring van professionele organisaties. Het gaat daarbij om projecten van dergelijke organisaties, dus om een tijdelijke subsidie, en niet om de reguliere, structurele subsidie. Het college heeft een grote beleidsvrijheid als het gaat om het al dan niet verlenen van deze projectsubsidies.

 

Artikel 14. Subsidiecriteria

In dit artikel worden de criteria voor de projectsubsidie genoemd (lid 1). Het is duidelijk dat de criteria ruimte (beleidsvrijheid) laten voor een beoordeling door het college. Een project is per definitie resultaatgericht: getracht wordt een van tevoren zo duidelijk mogelijk omschreven doel te realiseren. Sommige projecten hebben een min of meer experimenteel karakter, zodat niet altijd vooraf is aan te geven wat de uitkomsten van het project zullen zijn. Als bij de aanvraag duidelijk is dat de uitkomsten niet geheel te voorzien zijn, en dit wordt goed gemotiveerd, dan kan toch subsidie worden verleend (lid 2). Een project is een incidentele, unieke aangelegenheid. Dat wil echter niet zeggen dat het ook altijd binnen één jaar kan worden uitgevoerd (lid 3).

 

Artikel 15. Aanvraag op basis van door gemeente genoemde onderwerpen

Een projectsubsidie kan op twee wijzen worden aangevraagd. In de eerste plaats kan de gemeente het initiatief nemen en organisaties vragen projecten te ontwikkelen. Hierop heeft paragraaf 3 (artikel 15 tot en met 17) betrekking. In de tweede plaats kan een organisatie het initiatief nemen. Dit wordt geregeld in paragraaf 4 (artikel 18 tot en met 20). De gemeente kan een bedrag op de begroting opnemen voor de aanpak van een bepaalde problematiek of voor het aan de slag gaan met een speerpunt van beleid. Dit bedrag kan worden gebruikt om projecten van professionele organisaties te bekostigen. Het college kan professionele organisaties uitnodigen om projectvoorstellen in te dienen. Aan het verzoek van het college kunnen de organisaties geen rechten ontlenen; zij mogen niet verwachten dat zij daadwerkelijk projectsubsidie zullen krijgen. Het verdient aanbeveling dit bij de uitnodiging schriftelijk aan de organisaties mee te delen.

 

Artikel 16. Projectaanvraag

Dit artikel beschrijft de procedure. Het begint met het opstellen van een probleemanalyse door de gemeentelijke organisatie of door een professionele organisatie op grond waarvan organisaties worden uitgenodigd globale projectaanvragen in te dienen (lid 1). In de projectaanvraag dient een aantal elementen te worden beschreven (lid 2). Uit de globale aanvragen wordt (na overleg met de indieners) door het college een principekeuze gemaakt (lid 4 en 5). De indieners die de selectie doorkomen wordt gevraagd een aangescherpte, definitieve aanvraag in te dienen. Ook hier geldt dat de organisaties geen rechten kunnen ontlenen aan het verzoek van de gemeente.

 

Artikel 17. Subsidieverlening

Op basis van de definitieve aanvragen neemt het college vervolgens een beslissing. De andere aanvragers dienen op de hoogte te worden gesteld van de afwijzing van hun (globale dan wel uitgewerkte) projectaanvraag. Zowel de subsidieverlening als de afwijzing (weigering) is vatbaar voor bezwaar.

 

Artikel 18. Aanvraag op initiatief van professionele organisatie

Professionele organisaties hoeven niet te wachten totdat de gemeente een bedrag beschikbaar stelt om bepaalde projecten mogelijk te maken. Per slot van rekening mag van professionele organisaties worden verwacht dat zij een signalerende functie vervullen. Ook zij kunnen derhalve het initiatief nemen, en wel door middel van het indienen van het projectaanvraag. In dat geval is paragraaf 4 van toepassing.

 

Artikel 19. Projectaanvraag

Dit artikel beschrijft de procedure. Deze behoeft geen nadere toelichting. Het verdient aanbeveling de betreffende organisatie er schriftelijk op te wijzen dat zij er geen rechten aan kan ontlenen als het college aangeeft dat de procedure wordt voortgezet.

 

Artikel 20. Subsidieverlening

Bij de subsidieverlening is een onderscheid gemaakt naar het tijdstip waarop het college een beslissing neemt. Een projectaanvraag kan op elk moment worden ingediend. Als voor 1 april een beslissing kan worden genomen, dan kan het project in het jaar daarop worden uitgevoerd – mits er geld wordt opgenomen op de gemeentebegroting. Dit is een bevoegdheid van de gemeenteraad, zodat het aan te bevelen is bij de subsidieverlening altijd het begrotingsvoorbehoud (artikel 4:34 Awb) te maken. De beschikking tot subsidieverlening bevat in ieder geval de termijn waarbinnen de aanvraag voor subsidievaststelling moet zijn gedaan.

 

Artikel 21. Subsidievaststelling

Aangezien projecten zeer uiteen kunnen lopen, is maatwerk nodig als het gaat om de subsidievaststelling. Dit wordt bij de subsidieverlening tot stand gebracht. Dit artikel sluit hierop aan.

 

Artikel 22. Citeerartikel

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 23. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Dit artikel spreekt voor zich.