Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND (WWB) EN WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ) GEMEENTE MOERDIJK

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND (WWB) EN WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ) GEMEENTE MOERDIJK
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Moerdijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en overwegende dat de Gemeenteraad op grond van het bepaalde in artikel 47 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en artikel 12, eerste lid sub d jo.12, tweede lid Wet investeren In Jongeren (WIJ)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200901-10-200923-07-2015Nieuwe regeling

08-10-2009

28 oktober 2009Moerdijkse Bode

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND (WWB) EN WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ) GEMEENTE MOERDIJK

 

 

Hoofdstuk 1  

Artikel 1 Inleiding

  • 1. De gemeenteraad stelt regels over de wijze waarop personen, bedoeld in artikel 7 eerste lid WWB en de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

    a. periodiek overleg wordt gevoerd met hun vertegenwoordigers;

    b. deze vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

    c. zij tijdig worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

    2. De in het eerste lid bedoelde personen zijn personen:

    a. die een uitkering ontvangen op grond van de WWB;

    b. die gebruik maken van een voorziening, bijvoorbeeld gesubsidieerd werk, kinderopvang en sociale activering;

    c. die een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet ontvangen en aanspraak maken op een reïntegratietraject;

    d. die niet-uitkeringsgerechtigd zijn en aanspraak maken op een reïntegratietraject;

    e. die niet in voornoemde categorieën vallen maar in het kader van de WWB wel aanspraak maken op een voorziening in het kader van reïntegratie;

    f. jongeren als bedoeld in artikel 2 van de WIJ.

    3. Burgemeester en wethouders richten ten behoeve van de cliëntenparticipatie een cliëntenplatform op.

    Ten behoeve van het onder 1 geformuleerde uitgangspunt heeft de gemeente Moerdijk zich verbonden aan de Stichting Cliëntenraad Moerdijk (verder aangeduid als Cliëntenraad) die met betrekking tot het onder lid 1 bedoelde overleg de in lid 2 bedoelde cliënten vertegenwoordigt bij het overleg met het cliëntenraad.Deze samenwerking met de Cliëntenraad vloeit mede voort uit de wens van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders de cliëntenparticipatie in de gemeente Moerdijk te bevorderen;

    4. De cliëntenraad heeft tot doel de cliënten te betrekken bij de keuzes die de gemeente maakt. Het gaat hierbij om keuzes in de beleidsvorming en keuzes in de uitvoeringspraktijk;

    5. De cliëntenraad houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele klachten.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. Het bestuur van de Cliëntenraad bestaat uit ten minste 5 leden, waarvan de vertegenwoordigingsbevoegdheid in de raad toe komt aan onder meer de voorzitter, tezamen met de penningmeester en secretaris;

    2. De cliëntenraad bestaat in ieder geval uit personen, zoals bedoeld in artikel 7 van de WWB, personen als bedoeld in artikel 2 van de WIJ en vertegenwoordigers van de Cliëntenraad.

    3. Belangstellenden voor deelname aan de cliëntenraad en die vallen onder artikel 7 van de WWB en artikel 2 van de WIJ, kunnen zich bij de Cliëntenraad aanmelden;

    4. Een zittingstermijn in de cliëntenraad is maximaal 4 jaar en eindigt in ieder geval wanneer betrokkene niet meer als vertegenwoordiger van de doelgroep zoals bedoeld in artikel 7 van de WWB of jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ aangemerkt kan worden;

    5. Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van de Cliëntenraad de deelname aan de cliëntenraad ontnemen indien er sprake is van onwenselijk en onredelijk gedrag, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

    6. De portefeuillehouder/of diens plaatsvervanger treedt op als voorzitter van de vergaderingen van de cliëntenraad. Het platform kiest uit haar midden een vice-voorzitter en een secretaris.

Artikel 3 Advies

  • 1. De cliëntenraad heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd van advies te dienen met betrekking tot de hoofdlijnen van voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de WWB en de WIJ. Hieronder wordt verstaan het bijstandsbeleid, minimabeleid in de ruimste zin van het woord en werkgelegenheidsmaatregelen;

    2. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening door de sociale dienst in het overleg met de gemeente te betrekken;

    3. Burgemeester en wethouders kunnen de cliëntenraad om advies vragen. De in artikel 2 lid 6 bedoelde functionaris is verantwoordelijk voor tijdige toezending van relevante informatie aan de leden van het cliëntenplatform;

    4. Burgemeester en wethouders voorzien de cliëntenraad van de informatie die nodig is om naar behoren te kunnen functioneren;

    5. In het geval dat burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de cliëntenraad wordt dit in het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke grond van het advies is afgeweken.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. De cliëntenraad vergadert minimaal driemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter nodig wordt geacht;

    2. Van het overleg en de afspraken met de cliëntenraad doen burgemeester en wethouders binnen een redelijke termijn schriftelijk rapportage aan de cliëntenraad. Hierbij wordt in elk geval aangegeven wat er met de door de cliëntenraad gegeven adviezen is gedaan;

    3. De voorzitter kan met betrekking tot de inhoud van de stukken die ter kennis van de leden van de cliëntenraad worden gebracht geheimhouding vragen.

Artikel 5 Rapportage

  • 1. Adviezen van de cliëntenraad worden schriftelijk vastgelegd. De in artikel 2 lid 6 bedoelde functionaris rapporteert over de resultaten van het cliëntenplatform;

    2. In het jaarverslag van het team werk & inkomen en zorg wordt een paragraaf gewijd aan het functioneren van de cliëntenraad;

    3. De functionaris is verantwoordelijk voor de rapportage van de uitgebrachte adviezen aan de leden van het platform.

Artikel 6 Faciliteiten

  • Burgemeester en wethouders kunnen aan de Cliëntenraad, voorzover zij optreedt als vertegenwoordiger van personen, als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de WWB en artikel 2 van de WIJ, jaarlijks middelen ter beschikking stellen, waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze toereikend geacht kunnen worden om de belangen van genoemde personen te kunnen behartigen.

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van de vaststelling en werkt terug tot en met 1 oktober 2009;

    2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode en de gemeentelijke website.

    3. De ‘verordening cliëntenparticipatie wet werk en bijstand gemeente Moerdijk 2005’ vastgesteld d.d. 28 oktober 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand (WWB) en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Moerdijk’.

  • Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 8 oktober 2009,

    de griffier, de voorzitter,

    J.A.M. Hereijgers Drs. W.M.J. Denie

Toelichting verordening cliëntenparticipatie wet werk en bijstand (WWB) en wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Moerdijk

Algemeen

De gemeente is in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) verplicht een Cliëntenparticipatieverordening vast te stellen. De gemeente onderschrijft het gestelde in de Wet Structuur Werk en Inkomen (SUWI), dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waar de cliënt centraal staat.

In artikel 47 van de WWB is bepaald dat het college zorg draagt voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet. Als uitgangspunt blijft bestaan dat cliënten en hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van deze wet. Gemeenten blijven overigens vrij in de keuze van de manier waarop cliëntenparticipatie georganiseerd wordt. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de samenwerking met het team werk & inkomen en zorg en met de volgende klantgroepen: de niet-uitkeringsgerechtigden en de personen met een Anw-uitkering. Met deze verordening wordt in ieder geval met betrekking tot de WWB een basis neergelegd om cliëntenparticipatie te blijven bevorderen en, gelet op de doelgroep van de WWB, dit zo mogelijk breder te trekken.

 

Wet investeren Jongeren

Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zgn. werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

 

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een 'paradigmawisseling' beoogd: is het uitgangspunt in de WWB 'een uitkering, mits' in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt 'geen uitkering, tenzij'.Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.

 

Met een verordening cliëntenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan.

 

Over e.e.a. is in de Cliëntenraad WWB van 16 juli 2009 gesproken. Uitkomst is dat de Cliëntenraad in staat en bereid is om de belangen van jongeren te behartigen bij de uitvoering van de WIJ en hierin dus een centrale rol te spelen. Gelet hierop is verordening cliëntenparticipatie WWB aangevuld met de (vertegenwoordigers van de) jongeren als achterban voor de Cliëntenraad. Door middel van de cliëntenparticipatie worden de jongeren of hun vertegenwoordigers betrokken bij de uitvoering van deze wet.

 

 

Artikelgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1

 

Artikel 1 Inleiding

In dit artikel is het doel neergelegd van het inrichten van een cliëntenraad. Het betrekken van de cliënten bij beleids- en uitvoeringszaken. Centraal hierin staat de dienstverlening en de kwaliteit hiervan. De Cliëntenraad heeft niet tot taak individuele klachten te behandelen.

 

Artikel 2 Samenstelling

Het is wenselijk dat het cliëntenplatform in haar vertegenwoordiging van haar achterban zoveel mogelijk een afspiegeling vormt van de in artikel 7 van de WWB en artikel 2 van de WIJ onderscheiden categorieën. Naar verwachting komt dit ten goede aan de kwaliteit van de Cliëntenraad.In lid 3 staat de procedure omschreven op welke wijze de in artikel 7 WWB en artikel 2 van de WIJ omschreven personen zich bij de Cliëntenraad beschikbaar kunnen stellen voor lidmaatschap van de raad.

 

Artikel 3 Advies

De cliëntenraad kent voornamelijk een adviestaak met betrekking tot voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid ingevolge de Wet werk en bijstand. De raad wordt voorzien van relevante informatie die noodzakelijk is om tot advies te komen.

 

Artikel 4 Werkwijze

De vergaderfrequentie is vooralsnog bepaald op (minimaal) driemaal per jaar. Aangezien de inhoud van ingebrachte stukken vertrouwelijk van aard kunnen zijn, is het aan de voorzitter om geheimhouding van de stukken te vragen.

 

Artikel 5 Rapportage

De voorzitter van het platform rapporteert over de resultaten van de cliëntenraad en zorgt voor opname in het jaarverslag. De voorzitter rapporteert terug aan het platform over de door de raad uitgebrachte adviezen.

 

Artikel 6 Faciliteiten

Burgemeester en wethouders kunnen uiteraard de cliëntenraad jaarlijks faciliteren, zodanig dat het platform redelijkerwijs in staat kan worden geacht de belangen te behartigen van de cliënten die zij vertegenwoordigt.

 

 

Hoofdstuk 2 Slotbepalingen

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 8 Citeertitel

Behoeft geen verdere toelichting.