Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2002
CiteertitelVerordening op parkeerbelasting
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling treedt met terugwerkende kracht in werking

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-2009tarief artikel 9 aangepast

29-01-2009

Informeer

15-1-2009 09/1690
22-11-200101-01-2011Onbekend

08-11-2001

Wtte weekblad 21-11-2001

23 oktober 2001, nummer 323

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2002

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2002

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 2.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 3.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, persoonlijke parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • 4.

    invalidenvoertuig: een voertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel r, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • 5.

    invalidenparkeerkaart: een parkeerkaart als bedoeld in het Besluit invalidenparkeerkaart.

Artikel 2 Belastbaar feit

 

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat

      1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1.

    De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de parkeerbelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Vrijstellingen

De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven ter zake van het parkeren door de houder van een:

  • 1.

    invalidenvoertuig;

  • 2.

    motorvoertuig op meer dan twee wielen in de C-zones, indien een geldige invalidenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht;

  • 3.

    motorvoertuig op meer dan twee wielen in de A- en B-zones tot een maximum van drie uur, indien een geldige invalidenparkeerkaart en parkeerschijf duidelijk zichtbaar zijn aangebracht.

Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1

    De belasting bedoeld in artikel 2, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 50,-.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 12  

 

Bevoegdheid tot vaststelling

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd deze verordening en de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel, te wijzigen en opnieuw vast te stellen.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

1 De ‘Verordening op parkeerbelastingen 2000’ van 25 mei 2000 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op parkeerbelastingen 2002’.

 

 

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening op parkeerbelastingen 2002’

(11e wijziging)

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2 bedraagt:

01.in zone A:

a: voor het eerste uur per 4,87 min. € 0,10;

  • b.

    voor het tweede uur per 2,43 min. € 0,10;

  • c.

    voor het derde uur per 1,83 min. € 0,10;

  • d.

    voor het vierde uur per 1,76 min. € 0,10;

  • e.

    voor het vijfde t/m het zesde uur per 1,46 min. € 0,10;

  • f.

    voor elke volgend uur per 0,97 min. € 0,10;

  • g.

    weekkaart € 148,00.

  • 02.

    in zone B:

  • a.

    voor het eerste uur per 8,78 min. € 0,10;

  • b.

    voor het tweede uur per 5,49 min. € 0,10;

  • c.

    voor het derde uur t/m het vierde uur per 3,66 min. € 0,10;

  • d.

    voor het vijfde uur per 2,93 min. € 0,10;

  • e.

    voor het zesde uur per 2,75 min. € 0,10;

  • f.

    voor het zevende uur per 2,19 min. € 0,10;

  • g.

    voor het achtste uur per 1,83 min. € 0,10;

  • h.

    voor elke volgend uur per 1,76 min. € 0,10;

  • i.

    weekkaart € 74,75.

  • 03.

    in zone C; Hoofddorp-Centrum

  • a.

    per 19,75 minuten € 0,10;

  • b.

    weekkaart € 10,90.

  • 04.

    in zone C: Hoofddorp-Station NS

  • a.

    per 19,75 minuten € 0,10;

  • b.

    voor 24 uur € 2,75;

  • c.

    voor 48 uur € 5,45;

  • d.

    voor elk volgend uur per uur € 6,45;

  • e.

    parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 26 weken € 284,00.

  • 05.

    in zone C: Nieuw Vennep NS

    voor de periode 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008

  • a.

    per 19,75 minuten € 0,05;

  • b.

    voor 24 uur € 0,00;

  • c.

    voor 48 uur € 2,75;

  • d.

    voor elk volgend uur per uur € 6,45;

  • e.

    parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 26 weken € 142,00;

    voor de periode 1 juli 2008 tot en met 31 december 2008

  • a.

    per 19,75 minuten € 0,05;

  • b.

    voor 24 uur € 1,35;

  • c.

    voor 48 uur € 2,75;

  • d.

    voor elk volgend uur per uur € 6,45;

  • e.

    parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 26 weken € 142,00;

  • 06.

    in Badhoevedorp:

  • a.

    voor de eerste 21,95 minuten € 0,10;

  • b.

    voor elke volgende 10,97 minuten € 0,10.

07. in zone Nieuw-Vennep:

  • a.

    voor het eerste uur per 6,75 minuten € 0,10;

  • b.

    voor het tweede uur per 5,23 minuten € 0,10;

  • c.

    voor elke volgend uur per 3,61 minuten € 0,10;

  • d.

    parkeerkaart per week € 13,65.

  • 08.

    in zone Schiphol

  • a.

    per 60 minuten € 4,20;

  • b.

    weekkaart € 151,20.