Organisatie | Rucphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de algemene bepalingen en voorwaarden voor subsidies |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening gemeente Rucphen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2008 | 01-06-2013 | Nieuwe Regeling | 13-12-2007 Raadhuiskrant, 16-01-2008 | Geen |
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Gemeente : de gemeente Rucphen;
Raad : de raad van de gemeente Rucphen;
Burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen;
Instelling : een rechtspersoon naar burgerlijk recht dan wel naar publiek recht dan wel een erkend onderdeel daarvan, die volledige rechtsbevoegdheid bezit, in het algemeen zonder winstoogmerk werkzaam is en zich (mede) ten doel stelt activiteiten te verrichten ten behoeve van de inwoners van de gemeente;
Subsidie : de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor de aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.
Subsidieplafond : het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;
Programma : het subsidieprogramma dat jaarlijks door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld en waarin wordt aangegeven op welke wijze en door middel van welke activiteiten een geschakeerd aanbod wordt gerealiseerd, de wijze waarop de gemeente hiervoor al of niet een subsidie beschikbaar stelt en bijzondere voorwaarden die daarbij gelden;
Welzijnsterrein : het gemeentelijke beleidsterrein dat gericht is op het welbevinden en de ontplooiing van inwoners, voor zover dit wordt bevorderd door zorg, educatie en recreatie;
Beleidsveld : een specifiek deel van het gemeentelijk beleid;
Activiteiten : werkzaamheden van een instelling waarvoor subsidie wordt aangevraagd en welke gericht zijn op de door de gemeente na te streven doelstellingen. De resultaten van de werkzaam-heden moeten meetbaar kunnen zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit, tijd en/of geld;
Subsidieperiode : het tijdvak waarop het subsidie betrekking heeft;
Werkplan : het plan waarin door de instelling voor een subsidieperiode een beschrijving wordt gegeven van de aard en omvang van de te ontplooien activiteiten en de daarvoor benodigde personele, materiële en organisatorische middelen;
Beroepskracht : degene die op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten een functie uitoefent bij een instelling;
Vrijwilliger : degene die zelfstandig of in samenwerking met één of meer beroepskrachten activiteiten uitvoert zonder dat een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten met de instelling is aangegaan en zonder dat tegenover zijn of haar werkzaamheden, behoudens een onkostenvergoeding, een geldelijke vergoeding staat;
Deelnemer : degene die gebruik maakt van de activiteiten van de instelling;
Accountantsverklaring : een schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening, onderscheidenlijk een mededeling van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek II van het Burgerlijk Wetboek inhoudende dat van onjuistheden niet is gebleken in de aangereikte financiële stukken;
Vermogen : het eigen vermogen zoals omschreven in artikel 373 van Boek II van het Burgerlijk Wetboek;
Voorziening : een voorziening zoals omschreven in artikel 374 van Boek II van het Burgerlijk Wetboek.
Hoofdstuk II Reikwijdte van de verordening
De door burgemeester en wethouders daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de gemeente bevorderen dat voor activiteiten, die de gemeente subsidieert in het kader van een gemeenschappelijke regeling of een andere intergemeentelijke overeenkomst, de bepalingen van deze verordening zoveel mogelijk overeenkomstig worden toegepast.
Hoofdstuk III De algemene voorwaarden
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, subsidie verlenen aan een natuurlijke persoon, aan een groep van natuurlijke personen, aan een rechtspersoon in oprichting dan wel aan een rechtspersoon met beperkte rechtsbevoegdheid. In deze gevallen zijn de bepalingen van deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk IV Subsidieplafond en programma
Indien de subsidieverlening in het programma nadelige consequenties kan hebben voor een instelling die ook van andere gemeenten subsidie ontvangt, zal hierover door burgemeester en wethouders eerst overleg plaatsvinden met deze gemeenten. De resultaten van dit overleg worden vermeld in het programma.
De gemeente kent de volgende vormen van subsidie:
Het subsidie dat wordt verleend voor activiteiten, welke het karakter hebben van een eenmalig evenement dan wel een nieuwe opzet of werkwijze en die niet voorzien waren ten tijde van de vaststelling van het programma.
Het subsidie wordt door burgemeester en wethouders aan de instelling verleend in de vorm van een vast bedrag dan wel in de vorm van een percentage van de subsidiabele kosten, één en ander afhankelijk van de kosten en activiteit..
Het subsidie waarmee wordt aangegeven dat burgemeester en wethouders
bepaalde activiteiten van belang achten, zonder deze naar aard of inhoud te beïnvloeden en zonder het voortzetten ervan afhankelijk te maken van subsidiëring.
Het subsidie wordt door burgemeester en wethouders in de vorm van een vast bedrag verleend dat los staat van de kosten van de betreffende activiteit. De subsidieperiode bedraagt maximaal 1 jaar.
Het subsidie waarmee een zodanig deel van de uitvoering van activiteiten wordt bekostigd, dat deze met inachtneming van de door burgemeester en wethouders gestelde voorwaarden redelijkerwijs kunnen worden voortgezet.
Het subsidie wordt door burgemeester en wethouders aan een instelling verleend in de vorm van een vast bedrag dan wel in de vorm van een percentage van de subsidiabele kosten voor de betreffende activiteit. De subsidieperiode bedraagt maximaal 1 jaar.
Het subsidie dat wordt verleend op basis van vooraf met de instelling afgesproken activiteiten waarvan de beoogde resultaten aantoonbaar moeten worden gemaakt in kwantitatieve of kwalitatieve zin, bestede tijd en/of ingezette financiële middelen; burgemeester en wethouders verlenen het subsidie in de vorm van een vast bedrag. Dit bedrag kan afhankelijk van de kosten voor de betreffende activiteiten uit verschillende componenten worden opgebouwd. De subsidieperiode bedraagt maximaal drie jaar.
Het subsidie wordt door burgemeester en wethouders onder nader te stellen voorwaarden verleend in de kosten van nieuwbouw, verbouw en/of inrichting van accommodaties.
Het verleende investeringssubsidie kan worden omgezet in een bedrag op jaarbasis en vervolgens worden betrokken bij de bepaling van het subsidie onder c en d in dit artikel.
a. De in het derde lid onder d en in het vierde lid onder c van dit artikel bedoelde stukken dienen voorzien te zijn van een accountantsverklaring;
In afwijking van het bepaalde in dit lid onder a kan naar het oordeel van burgemeester en wethouders de accountantsverklaring vervangen worden door een door of in opdracht van het bestuur van de instelling verrichte controle van de administratie door een onafhankelijk van het bestuur opererende commissie bestaande uit ten minste twee leden.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van artikel 9 dient een instelling, die een
incidenteel subsidie aanvraagt, de aanvraag in minimaal twaalf weken voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt.
In afwijking van het bepaalde in artikel 9 dient een instelling bij een aanvraag voor een investeringssubsidie tevens te overleggen:
Hoofdstuk VIl Het verlenen en het weigeren van subsidie
Ter uitvoering van een beschikking voor subsidieverlening, zoals vermeld in het eerste lid van dit artikel, kunnen burgemeester en wethouders een uitvoeringsovereenkomst met de instelling sluiten. Deze overeenkomst kan jaarlijks worden bijgesteld aan de hand van de door de instelling ingediende werkplannen, begrotingen, verslagen, jaarrekeningen en de door gemeente gesignaleerde beleidsontwikkelingen.
Indien burgemeester en wethouders kiezen voor een uitvoeringsovereenkomst, dan treden burgemeester en wethouders voorafgaand aan de subsidieverlening met de instelling in overleg om tot overeenstemming te komen omtrent de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst. De instelling dient bij overeenstemming schriftelijk te verklaren dat zij instemt met de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst.
Indien aan een instelling een subsidie is verleend voor drie of meer achtereenvolgende jaren voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt een gehele en/of gedeeltelijke weigering van het subsidie voor een daarop aansluitend periode op grond van de veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten slechts met inachtneming van een redelijke termijn.
Hoofdstuk VIII Het wijzigen en intrekken van subsidies
Indien bij een instelling die een budgetsubsidie ontvangt sprake is van subsidie- vermindering tijdens het tijdvak waarop de subsidieverlening betrekking heeft, zullen burgemeester en wethouders gelijktijdig met de instelling tot overeenstemming moeten komen over de verandering van de afspraken inzake de uit te voeren activiteiten en/of prestaties.
Indien aan een instelling een subsidie is verleend voor drie of meer achtereenvolgende jaren voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt gehele of gedeeltelijke vermindering van het subsidie voor een daarop aansluitend periode op de grond dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voorzetting of ongewijzigde voortzetting van het subsidie verzetten, slechts met inachtneming van het bepaalde in artikel 23.
Hoofdstuk IX Subsidievaststelling
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van het subsidie vast en geeft aan- spraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig hoofdstuk X van deze verordening.
Indien geen aparte beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven vallen subsidieverlening en subsidievaststelling samen en kan de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding bevatten van de activiteiten waarvoor het subsidie wordt verleend.
Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stellen burgemeester en wethouders vóór 31december van het jaar volgend op het jaar en/of de jaren waarvoor subsidie is verleend, na ontvangst van de door een instelling overgelegde bescheiden het subsidiebedrag definitief vast. Dit geschiedt tenzij:
De genoemde stukken onder a. en b. dienen vergezeld te gaan van een accountantsverklaring of een in opdracht van het bestuur van de instelling verrichte controle van de administratie door een onafhankelijk van het bestuur opererende commissie bestaande uit tenminste twee leden. Voor het laatste dienen burgemeester en wethouders toestemming te verlenen.
In afwijking van het gestelde in de vorige leden van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de instelling, aan wie een incidenteel subsidie is verleend, de in het tweede lid bedoelde gegevens binnen acht weken na afloop van de gesubsidieerde activiteiten verstrekt. In dat geval stellen zij het definitieve subsidiebedrag vast binnen acht weken na ontvangst van de gegevens.
Een instelling, waarmee in het kader van deze verordening nadere afspraken zijn gemaakt over de resultaten die met de activiteiten moeten worden bereikt, dient afwijkingen met duidelijk omschreven redenen aan burgemeester en wethouders te verantwoorden.
De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de instelling worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval als bedoeld in het eerste lid onder c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.
Hoofdstuk XI Verplichting van instellingen bij en na de subsidieverlening
Indien gedurende het jaar en/of de jaren waarvoor subsidie is verleend aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten doet de instelling onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
Een instelling, waaraan een budgetsubsidie is verleend en derhalve is vrijgesteld van hetgeen in het eerste lid van dit artikel is bepaald, dient burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk te informeren wanneer er zich tussentijds omstandigheden voordoen, waardoor de afspraken over de activiteiten/prestaties niet kunnen worden nagekomen.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en de andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen.
Het batig saldo van de liquidatierekening krijgt, voor zover daarin subsidie van de gemeente is begrepen, onder goedkeuring van burgemeester en wethouders een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de subsidieverlening en/of het doel en de werkzaamheden van de instelling. Bij onthouding van de goedkeuring vervalt het saldo aan de gemeente. De instelling neemt een bepaling van deze strekking op in de statuten alsmede de voorziening dat wijziging van die bepaling tot 10 jaar na het beëindigen van de subsidiëring goedkeuring van burgemeester en wethouders behoeft.
De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing bij (voorgenomen) vervreemding of bestemmingswijziging van de eigendommen en beschikking over het vermogen en de voorzieningen van de instelling, die mede met subsidie zijn verkregen of in stand gehouden. Ten aanzien van die bepaling in de statuten over vervreemding en bestemmingswijziging van onroerende zaken welke met subsidie zijn verkregen, dient in de statuten te worden opgenomen dat voor een wijziging van de bepaling burgemeester en wethouders tot veertig jaar na beëindiging van het subsidie alsnog toestemming voor wijziging noodzakelijk is.
Hoofdstuk XII Slot- en overgangsbepalingen
Burgemeester en wethouders kunnen naast de bepalingen in deze verordening bijzondere voorwaarden aan het subsidie verbinden. Deze voorwaarden mogen slechts strekken ter bescherming van de belangen die de verordening beoogt te dienen en moeten worden vermeld in de beschikking tot het verlenen en/of vaststellen van het subsidie.
Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend, blijven de bepalingen zoals opgenomen in de Subsidieverordening welzijn gemeente Rucphen 2002 van toepassing.