Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal 2007 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 01-01-2015 | Wijziging art. 7 | 22-12-2009 Streekbode 30 december 2009 | Onbekend | |
26-04-2007 | 31-12-2009 | Nieuwe regeling | 17-04-2007 Streekbode 25 april 2007 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal van toepassing zijn;
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres de aanvrager in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan, dan wel het feitelijk woonadres indien de aanvrager met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan;
Norminkomen: de normen, genoemd in paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand (WWB), omgerekend tot een bedrag per kalenderjaar, waarbij deze normen voor een belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die een alleenstaande of een alleenstaande ouder is, en die niet in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met een toeslag, genoemd in artikel 25, tweede lid, van de WWB, en de normen van een alleenstaande of gehuwde, die in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met de bedragen, genoemd in artikel 23, tweede lid, van de WWB;
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen;
Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming of als persoonsgebonden budget. Het college van burgemeester en wethouders stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning en het verstrekkingenboek maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal neergelegde criteria.
Artikel 4 Voorziening in natura
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en de aanvrager van toepassing, dan wel de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst gemeente Leudal van toepassing.
Artikel 5 Financiële tegemoetkoming
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning en het verstrekkingenboek gemeente gemeente Leudal in de beschikking opgenomen.
Artikel 6 Persoonsgebonden budget (pgb)
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget is ten hoogste de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingskosten, zoals vastgelegd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal;
Artikel 7 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd voor de voorziening hulp bij het huishouden, woonvoorziening en scootmobiel. Het college van burgemeester en wethouders legt in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning leudal de omvang van deze eigen inbreng vast.
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden
Artikel 8 Vormen van hulp bij het huishouden
De door het college van burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als conform de Richtlijn gebruikelijke zorg en de Richtlijn hulp bij het huishouden, een of meer huisgenoten wel in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten.
Artikel 11 Omvang van de hulp bij het huishouden
De omvang van de voorziening huishoudelijke verzorging wordt uitgedrukt in klassen, waarbij de volgende klassen met de daarbij behorende uren kunnen worden toegekend:
Klasse 1, 0 tot en met 1,9 uur per week;
Klasse 2, 2 tot en met 3,9 uur per week;
Klasse 3, 4 tot en met 6,9 uur per week;
Klasse 4, 7 tot en met 9,9 uur per week;
Artikel 12 Omvang van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per klasse in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, kunnen jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders worden vastgesteld en vastgelegd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal.
Artikel 13 Vormen van woonvoorzieningen
De door het college van burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 14 Primaat collectieve woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het normale gebruik van de woning belemmeren en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een snelle en goedkoopst adequate oplossing leidt.
Artikel 15 Soorten individuele woonvoorzieningen
De in artikel 13 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 17 Primaat van de losse woonunit
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van de woning, kan het college van burgemeester en wethouders een herplaatsbare losse woonunit verstekken indien dit de goedkoopst adequate oplossing is en daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamers die verhuurd worden en, gelet op de beperkingen en/of leeftijd van de bewoners, voornamelijk door gehandicapten en/of ouderen bewoonde woongebouwen, voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
de aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet bestemd en/of geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden;
Artikel 21 Omvang van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per individuele woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en vastgelegd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal.
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 22 Vormen van vervoersvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 23 Het recht op een algemene vervoersvoorziening
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 22 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek
Artikel 24 Primaat van collectieve vervoersvoorzieningen
Bij de vaststelling van de financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 25 lid 1 ad d onder 2 t/m 5 wordt rekening gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en de mate waarin een voorziening als bedoeld in artikel 22 onder b en c in die vervoersbehoefte kan voorzien. Voorzover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen, wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele vergoeding toegekend.
Artikel 25 Soorten individuele vervoersvoorzieningen en algemeen gebruikelijk
Indien het netto inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijke netto inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan de inkomensgrens, te weten 1,5 maal het norminkomen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding. Er bestaat dan geen recht op een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming bestemd voor de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 25 lid 1 ad b. onder 1 en 2 en artikel 25 ad d. onder 2 t/m 5.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 27 Omvang van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per individuele vervoersvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en vastgelegd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal.
Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 28 Vormen van rolstoelvoorzieningen
De door het college van burgemeester en wethouders, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning dan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 29 Primaat algemene rolstoelvoorziening incidenteel gebruik en sportrolstoel
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 28, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 28, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden of voor het incidenteel dagelijks zittend verplaatsen geen algemene voorziening als bedoeld in lid 1 aanwezig is.
Artikel 30 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners
In uitzondering op het gestelde in artikel 29, lid 2 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Artikel 31 Omvang van het persoonsgebonden budget
De bedragen die per individuele woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en vastgelegd in het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal.
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten
Artikel 32 Gebruik aanvraagformulier
Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college van burgemeester en wethouders ter beschikking gesteld formulier.
Artikel 33 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
De aanvraag dient te worden ingediend bij het gemeentelijk Wmo-loket in welk loket zowel aanvragen voor voorzieningen inzake de wet alsook aanvragen zorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend.
Artikel 34 Inlichtingen, onderzoek, advies
Artikel 35 Samenhangende afstemming
Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager laat het college van burgemeester en wethouders onderzoek verrichten naar de situatie van de aanvrager.
Artikel 36 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college van burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 38 Terugvordering en gerechtelijke invordering
Ingeval een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
In geval het recht op een in bruikleen of eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd.
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Leudal geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het door het college van burgemeester en wethouders gevoerde beleid wordt in overeenstemming met de cyclus van het Wmo-beleidsplan geëvalueerd waarna verslag over doeltreffendheid en effectiviteit aan de raad wordt voorgelegd.