Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer 2010
CiteertitelVerordening op de graf- en begraafrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbelastingen en retributies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Ingangsdatum is opgenomen in de regeling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1 en aanhef onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

05-11-2009

Informeer 19-11-2009

5-11-2009, nummer 2009/15572

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer 2010

 

De raad van de gemeente Haarlemmermeer;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 september 2009,

nummer 2009/15572;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer 2010.

(" Verordening graf- en begraafrechten 2010").

 

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen in de Haarlemmermeer, te weten:

    • -

      de begraafplaats’ Wilgenhof, gelegen aan de Hoofdweg in Hoofddorp;

    • -

      de begraafplaats ‘Lindenhof’; gelegen aan de Papaverstraat in Nieuw-Vennep;

    • -

      de begraafplaats ‘Iepenhof’; gelegen aan de Hoofdweg in Hoofddorp;

    • -

      de begraafplaats ‘Taxushof’; gelegen aan de Bosstraat in Nieuw-Vennep;

    • -

      de begraafplaats ‘Meerterpen’; gelegen aan de Spieringweg in Zwaanshoek.

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het plaatsen van een gedenkteken bij wijze van gedenkplaats;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf – grafkelder daaronder begrepen – bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    kindergraf: algemene en eigen graven, waarin geen andere lijken worden begraven dan die van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • e.

    eigen urnengraf: een graf – grafkelder daaronder begrepen – waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het plaatsen van een gedenkteken bij wijze van gedenkplaats;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    urnennis: een nis in een columbarium bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het plaatsen van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    urn: een siervoorwerp ter berging van een asbus;

  • k.

    grafbedekking: een op een graf geplaatst gedenkteken, voorwerp of beplanting;

  • l.

    rechthebbende: degene die het uitsluitend recht is verleend op een eigen graf eigen urnengraf of -nis daaronder begrepen), dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • m.

    onderhoudsplichtige: degene die zich heeft verplicht tot betaling van het recht voor het van gemeentewege onderhouden van een graf, al dan niet voorzien van beplanting of van gras, alsmede van het schoonhouden van de op die graven geplaatste voorwerpen.

Artikel 2

Aard van de heffing

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5

Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Het belastingtijdvak voor rechten die ingevolge de bij deze verordening behorende tarieventabel worden afgekocht, is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6

Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De jaarlijkse onderhoudsrechten voor graven en grafbedekkingen worden geheven bij wege van aanslag. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen in één termijn worden betaald die op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet vervalt.

  • 2.

    De overige rechten worden door middel van een gedagtekende nota geheven, waarin het verschuldigde bedrag is vermeld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen het model van de in het tweede lid bedoelde nota vast.

  • 4.

    De in het tweede lid bedoelde rechten moeten binnen acht dagen, na de dagtekening van de nota worden voldaan.

Artikel 7

Begin en eind van de termijn voor het te treffen onderhoudsrecht

  • 1.

    Het algemeen onderhoudsrecht voor graven wordt voor het eerst geheven over het kalenderjaar, volgend op dat waarin het graf is uitgegeven.

  • 2.

    De onderhoudsrechten voor grafbedekkingen wordt voor het eerst geheven over het kalenderjaar, volgend op dat waarin het plaatsen of het aanbrengen heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    Vervalt het uitsluitend recht om in een graf te doen begraven of wordt een voorwerp of een beplanting verwijderd, dan wordt het recht tot en met 31 december van het jaar waarin het recht vervalt geheven.

  • 4.

    Vervalt het uitsluitend recht om in een graf te doen begraven of wordt een voorwerp of een beplanting van een graf verwijderd, dan heeft geen terugbetaling plaats van vooruitbetaalde of afgekochte onderhoudsrechten plaats.

Artikel 8

Kwijtschelding

Bij de invordering van de graf- en begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9  

 

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

Artikel 10  

 

Overgangsbepaling

 

Afkoopsommen voor onderhoudskosten van voor onbepaalde tijd uitgegeven graven, betaald voor het in werking treden van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 1992’, zoals vastgesteld door de raad op 19 december 1991 en sedertdien gewijzigd, worden geacht te gelden voor een tijdvak van 40 jaar na datum van afkoop en indien die datum niet vastgesteld kan worden, 40 jaar na plaatsing van de grafbedekking.

Artikel 11

 

Inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    De ‘Verordening op de graf- en begraafrechten 2009’ van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, maar niet eerder dan 1 januari 2010

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening graf- en begraafrechten 2010.

 

 

 

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE

VERORDENING OP DE GRAF- EN BEGRAAFRECHTEN 2010

(vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2009)

Inhoudsopgave

1 Rechten met bepaalde duur

  • 1 Eigen graf

  • 2 Eigen urnengraf/verstrooiingsplaats/gedenkplaats

  • 3 Eigen urnennis

  • 4 Verlenging van uitsluitend recht

  • 5 Inschrijving en overboeking

2 Begraven/bijzetten/verstrooien

  • 1 Begraven

  • 2 Bijzetten van asbussen en urnen en het verstrooien van as

  • 3 Bijzondere bepalingen bij de onderdelen 2.1 en 2.2

3 Grafbedekking en onderhoud

  • 1 Vergunning voor grafbedekking

  • 2 Afnemen/aanbrengen van grafbedekking

  • 3 Onderhoudsbijdragen voor eigen graven, kindergraven daaronder begrepen

  • 4 Bijzondere bepalingen bij onderdeel 3.3.1

  • 5 Afkoop van onderhoud van eigen graven

  • 6 Bijzondere bepalingen bij onderdeel 3.5

  • 7 Onderhoud van op algemene graven geplaatste gedenktekens

    of andere bedekking

4 Opgraven/ruimen graf

  • 1 Opgraven

  • 2 Bijzondere bepalingen bij onderdeel 4.1.1

  • 3 Ruimen

  • 4 Bijzondere bepalingen bij onderdeel 4.3.1.

5 Overige heffingen

6 Overgangsbepaling t.a.v. hoofdstuk 3.3

 

1

Rechten met bepaalde duur

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1

Eigen graf

 

 

 

 

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het al dan niet direct doen begraven en begraven houden dan wel

 

 

 

asbussen of urnen daarin te doen bijzetten en bijgezet

 

 

houden voor een periode van 20 jaar wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1.1

voor een graf plaatsbiedend aan 1 lijk

 

 

€ 1.248,20

1.1.2

voor een graf plaatsbiedend aan 2 lijken

 

 

€ 1.497,80

1.1.3

voor een graf plaatsbiedend aan 3 lijken

 

 

€ 1.872,90

1.1.4

1.1.5

kindergraf plaatsbiedend aan 1 lijk

kindergraf plaatsbiedend aan 2 lijken

 

 

€ 624,05

€ 748,90

1.1.6

kindergraf plaatsbiedend aan 3 lijken

 

 

€ 936,50

1.1.7

Grafkelder

 

 

€ 2.496,40

1.2

Eigen urnengraf/verstrooiingsplaats/gedenkplaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor de

 

 

 

 

periode van 20 jaar wordt geheven:

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2.1

voor het al dan niet direct doen bijzetten en bijgezet houden van ten hoogste 4 asbussen of urnen in dan wel op een urnengraf

 

 

€ 898,75

 

 

 

 

1.2.2

voor het al dan niet direct verstrooien van de as van overledenen op een verstrooiingsplaats

 

 

€ 898,75

 

 

 

 

 

1.2.3

In de onder 1.2.1, 1.2.2 genoemde tarieven is

 

 

 

inbegrepen het onderhoud van de desbetreffende graven/

 

 

plaatsen en het daarop aangebrachte gedenkteken/

 

 

 

 

beplanting.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3

1.3.1

Eigen urnennis

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor de periode van 10 jaar wordt geheven:

voor het al dan niet direct doen bijzetten en bijgezet houden van ten hoogste 2 asbussen in een urnennis

(in het tarief is het onderhoud van de nis begrepen)

 

 

€ 898,75

1.4

Verlenging van uitsluitend recht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het verlengen van het recht, vermeld onder 1.1 en

 

 

 

1.2, wordt voor elk jaar waarmee het recht wordt ver-

 

 

 

lengd, een-twintigste deel van het van toepassing zijnde

 

 

 

recht geheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het verlengen van het recht, vermeld onder 1.3 wordt voor elk jaar waarmee het recht wordt verlengd, één-tiende deel van het van toepassing zijnde recht geheven.

 

 

 

1.5

Inschrijving en overboeking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het inschrijven en overboeken van onder 1.1 en

 

 

 

1.2 en 1.3 genoemde graven/nissen in het daartoe bestemde register wordt geheven

 

€ 13,50

 

 

 

 

 

2

Begraven/bijzetten/verstrooien

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1

Begraven

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.1

Voor het begraven in een eigen graf wordt geheven:

 

 

€ 819,05

 

 

 

 

 

2.1.2

Voor het begraven in een algemeen graf voor de periode

 

 

van 10 jaar

 

 

€ 778,60

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2

Bijzetten van asbussen en urnen en het verstrooien van as

 

 

 

 

 

 

2.2.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in of op een

 

 

 

 

eigen graf of urnengraf wordt per asbus of urn geheven

 

€ 238,90

2.2.2

2.2.3

Voor het bijzetten van een asbus of een urn in een urnennis wordt per asbus of urn geheven

Voor het verstrooien van as op een eigengraf of op een verstrooiingsveld op de begraafplaats wordt per asbus of urn geheven

 

 

€ 94,45

€ 94,45

 

 

 

 

 

2.2.4

Het afgeven van een asbus of urn aan rechthebbende na afloop van de uitgiftetermijn van het graf

 

 

€ 47,25

 

 

 

 

 

2.3

Bijzondere bepalingen bij de onderdelen 2.1 en 2.2

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.1

Voor het begraven van een lijkje van een kind van 1 tot

 

 

 

12 jaar wordt geheven de helft van de rechten vermeld

 

 

 

onder 2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.2

Voor het begraven van een lijkje van een kind beneden

 

 

 

1 jaar of van een doodgeboren kind wordt geheven een-

 

 

vierde gedeelte van de rechten vermeld onder 2.1.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.3

Voor het begraven van doodgeboren kinderen of over-

 

 

 

leden zuigelingen uit een moeder die tegelijk met de

 

 

 

 

overleden moeder in een grafruimte worden begraven,

 

 

 

worden geen rechten geheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.4

Voor het begraven van twee of meer lijkjes van leven-

 

 

 

loos geboren kinderen uit een moeder (twee- of meer-

 

 

 

lingen) wordt, mits tegelijkertijd begraven in dezelfde

 

 

 

 

grafruimte, slechts eenmaal het recht zoals vermeld

 

 

 

 

onder 2.1 geheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.5

Indien tegelijkertijd meer dan een overledene wordt

 

 

 

 

begraven in een eigen graf dan wel meer dan een asbus

 

 

of urn wordt bijgezet dan wel as van meer dan een over-

 

 

ledene wordt verstrooid, wordt voor de tweede en vol-

 

 

 

gende begraving, bijzetting of verstrooiing de helft van

 

 

 

het van toepassing zijnde recht zoals vermeld onder 2.1.1,

2.2.1, 2.2.2 en 2.2.3 geheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.6

Voor het begraven, bijzetten of verstrooien op een

 

 

 

 

buitengewoon uur (voor 9.00 uur en na 14.30 uur)op werkdagen van maandag tot en

 

 

 

met vrijdag worden de rechten vermeld onder 2.1 en 2.2

 

 

verhoogd met 25%.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.7

Voor het begraven, bijzetten of verstrooien op zaterdag

 

 

 

en algemeen erkende feestdag worden de rechten vermeld

 

 

onder 2.1 en 2.2 verhoogd met 100%.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.7.1

De onder 2.3.7 genoemde verhoging is niet van toepassing

 

 

als het begraven geschiedt op last van de burgemeester

 

 

 

of op een van twee of meer onmiddellijk op elkaar volgende

 

 

dagen.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.7.2

De onder 2.3.7 genoemde verhoging is niet van toepassing

 

 

voor het begraven op zaterdag op het Rooms-Katholieke

 

 

gedeelte van de begraafplaats Lindenhof.

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Grafbedekking en onderhoud

 

 

 

 

 

 

 

 

3.1

Vergunning voor grafbedekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het plaatsen van een grafbedekking op een graf of

 

 

een plaats of het bijplaatsen van een voorwerp of be-

 

 

 

planting bij de eens aangebrachte grafbedekking alsmede

 

 

voor het bouwen van een grafkelder in een eigen graf

 

 

 

wordt per keer geheven

 

 

€ 48,55

 

 

 

 

 

3.2

Afnemen/aanbrengen van grafbedekking

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.1

Voor het afnemen en na begraving al dan niet opnieuw

 

 

 

plaatsen van op eigen graven geplaatste grafbedekking

 

 

 

waarvan de afmeting van de steen of zerk niet groter is

 

 

 

dan 0,70 x 1,00 meter of de hoogte van het zuiltje of

 

 

 

 

pilaartje niet hoger is dan 1,00 meter, wordt geheven

 

 

€ 205,05

 

 

 

 

 

3.2.2

Het onder 3.2.1 vermelde recht wordt met 50% verhoogd

 

 

voor die grafbedekking waarvan de afmeting van de steen

 

 

of zerk groter is dan 0,70 x 1,00 meter of de hoogte van

 

 

 

het zuiltje of pilaartje hoger is dan 1,00 meter.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.3

Onderhoudsbijdragen voor eigen graven, kindergraven daaronder begrepen

 

 

 

 

 

 

3.3.1

Per kalenderjaar is door de rechthebbende van een graf een bijdrage verschuldigd in de kosten van het onderhoud van paden, wegen en plantsoenen, de bereikbaarheid en omgeving van de graven, de graven, de gedenkstenen, de beplanting op het graf en andere voorzieningen. Dit onderhoud vindt plaats in het kader van het algemeen aanzien van de begraafplaats en bedraagt per jaar

€ 101,20

 

 

 

 

3.3.1.1

Voor kindergraven wordt de helft gerekend van het onder

 

 

3.3.1.genoemde recht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4

Bijzondere bepalingen bij onderdeel 3.3.1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onder eigen graven wordt voor de toepassing van dit

 

 

 

 

hoofdstuk mede verstaan de graven waarvan het recht tot het doen begraven is vervallen, maar waarvoor burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend tot het handhaven van de aanwezige grafbedekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.5

Afkoop van onderhoud van eigen graven

 

 

 

 

 

 

 

Het onder 3.3.1 bedoelde onderhoud kan worden

 

 

afgekocht voor de tijd van 10 jaar of 20 jaar door betaling

 

 

ineens van een afkoopsom. Deze afkoopsom is gelijk aan

 

 

tien respectievelijk twintig maal het van toepassing zijnde

 

 

jaarlijkse recht zoals vermeld onder 3.3.1 met

 

 

 

inachtneming van het bepaalde onder 3.3.1.1 en

 

 

 

3.4.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.6

Bijzondere bepaling bij onderdeel 3.5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Indien de termijn van het uitsluitend recht om in een graf

 

 

te doen begraven korter duurt dan 10 jaar respectievelijk

 

 

20 jaar kan de afkoop slechts plaatsvinden voor het aantal

 

 

jaren dat dit recht nog geldig is. De afkoopsom is in dat

 

 

 

geval gelijk aan het aantal jaren waarover de afkoop ge-

 

 

scheidt vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde

 

 

 

jaarlijkse recht.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.7

Onderhoud van op algemene graven geplaatste gedenk-

 

 

 

tekens of andere bedekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor het onderhoud van op algemene graven geplaatste

 

 

gedenktekens of andere bedekking wordt geheven, door

 

 

betaling ineens en gelijktijdig met de aanvraag van de ver-

 

 

gunning:

 

 

 

 

 

 

 

 

3.7.1

voor een algemeen graf voor de periode van 10 jaar

 

 

€ 282,95

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Opgraven/ruimen graf

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1

Opgraven

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1.1.1

Voor het opgraven van een lijk binnen de wettelijk voorge-

 

 

schreven grafrusttermijn en waarbij in het zelfde graf wordt herbegraven

 

 

€ 1.477,55

4.1.1.2

4.1.1.3

4.1.1.4.

Voor het opgraven van een lijk buiten de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn en waarbij wordt herbegraven in hetzelfde graf

Het opgraven van een lijk binnen de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn.

Het opgraven van een lijk buiten de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn.

Indien het lijk in een ander graf op een algemene begraafplaats in Haarlemmermeer wordt herbegraven dan wordt naast het tarief genoemd onder 4.1.1.3 of 4.1.1.4 ook het tarief genoemd onder 2.1.1 of 2.1.2 in rekening gebracht.

 

 

€ 700,35

€ 1.477,55

€ 700,35

4.2

Bijzonderde bepalingen bij onderdeel 4.1.1

 

 

 

 

 

 

 

 

4.2.1

Voor het opgraven van een lijkje van een kind beneden 12

 

 

jaar wordt geheven de helft van het onder 4.1.1 vermelde

 

 

recht.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.2.2

Voor het na opgraving opnieuw begraven van een lijk in

 

 

 

een ander graf, worden daarenboven geheven de rechten

 

 

naar het van toepassing zijnde recht zoals vermeld onder

 

 

2.1 en 3.2.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3

Ruimen

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3.1

Voor het ruimen van een graf en het herbegraven van de

 

 

stoffelijke resten in hetzelfde graf of op een daartoe be-

 

 

 

stemd gedeelte van de begraafplaats wordt geheven per lijk

€ 661,20

4.4

Bijzondere bepalingen bij onderdeel 4.3.1

 

 

 

 

 

 

 

 

4.4.1

Voor het ruimen van stoffelijke resten van kinderen bene-

 

 

den 12 jaar wordt geheven de helft van het onder 4.3.1

 

 

 

vermelde recht.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.4.2

Indien direct na de ruiming van een eigen graf een begra-

 

 

ving in hetzelfde graf plaatsvindt, wordt het onder 4.3.1

 

 

 

vermelde recht voor de helft geheven.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.4.3

Voor het na ruiming opnieuw begraven van de stoffelijke

 

 

resten in een ander graf worden daarentegen geheven de

 

 

rechten naar het van toepassing zijnde recht, vermeld

 

 

 

onder 2.1 en 3.2.

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Overige heffingen

 

 

 

 

 

 

 

 

5.1

Voor het gebruik van de aula (inclusief het recht om van het orgel gebruik te maken) wordt geheven per uur of

 

 

 

gedeelte daarvan

 

 

€ 211,90

 

 

 

 

 

5.2

Voor het gebruik van de condoleancekamer wordt gehe-

 

 

ven per uur of gedeelte daarvan, te rekenen vanaf het voor

 

 

aankomst op de begraafplaats vastgestelde tijdstip

 

 

€ 78,30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

Overgangsbepaling t.a.v. hoofdstuk 3.3. (Onderhoudsbijdragen voor eigen graven, kindergraven daaronder begrepen)

 

 

 

 

 

 

 

 

6.1

Per 1 januari 2006 geldt er één tarief als bijdrage in het onderhoud van de begraafplaats. Voor rechthebbenden die tot 1 januari in aanmerking kwamen voor een lager onderhoudstarief dan in hoofdstuk 3.3. is vermeld, geldt een overgangsregeling. Zij betalen vanaf 1 januari 2006 jaarlijks maximaal € 15,00 extra ten opzichte van het tarief (dit inclusief het zogenaamde nul-tarief) zoals dit van toepassing was in jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanslag betrekking heeft, totdat het van toepassing zijnde tarief genoemd onder hoofdstuk 3.3. bereikt is.