Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | Comptabiliteitslandsverordening |
Citeertitel | Comptabiliteitslandsverordening |
Vastgesteld door | Staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Externe bijlagen | Memorie van toelichting Comptabiliteitsverordening Translation of the National Accountability Ordinance Translation of the Explanatory Memorandum of the National Accountability Ordinance |
Deze regeling is in ontwerp vastgesteld door de Eilandsraad voorafgaand aan 10 oktober 2010. De uitgifte van de geldende tekst is geschied op grond van Additioneel Artikel II van de Staatsregeling
De bijlagen ontbreken
Art. 100 en 101 van de Staatregeling
Regeling modellen jaarrekening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Nieuwe regeling | 20-12-2010 AB 2010, GT no. 23 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
De begroting, de meerjarenbegroting en de jaarrekening geven, tezamen met de toelichtingen, een zodanig inzicht in zowel de financiële positie als de baten en lasten van de collectieve sector, dat met betrekking tot deze een verantwoord inzicht kan worden gevormd.
Baten en lasten waarvan het bestaan blijkt nadat de administratie voor de opmaak van de jaarrekening is afgesloten behoren tot het dienstjaar waarin van het bestaan is gebleken. Indien op dat moment de jaarrekening nog niet is opgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting op deze jaarrekening, in die gevallen waar die bate of last van grote invloed zou zijn geweest op de financiële positie en het saldo van baten en lasten.
De reden van de verandering van de grondslagen wordt in de toelichting van de jaarrekening uiteengezet. Daarin wordt tevens aan de hand van aangepaste cijfers voor het lopende of het voorafgaande dienstjaar inzicht gegeven in de betekenis van de verandering voor de financiële positie en voor de baten en lasten.
Bij de toepassing van de grondslagen voor de waardering van de activa en passiva en bij de bepaling van de baten en lasten wordt voorzichtigheid betracht. Baten worden slechts genomen, voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden vóór het einde van het dienstjaar, worden in acht genomen, indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening zijn bekend geworden met inachtneming van artikel 3, vierde lid.
De budgetautorisatie door de Staten vindt plaats voor de geraamde baten en lasten op het niveau van economische categorieën per ministerie of adviesorgaan, alsmede voor de aan te gane verplichtingen noodzakelijk voor investeringen in een dienstjaar.
De in de begroting en de meerjarenbegroting op de kapitaaldienst opgenomen verplichtingen worden gedekt door de ter dekking van die verplichtingen opgenomen middelen, rekening houdend met de verwachte ontvangsten uit de uitgifte van geldleningen en het saldo van baten en lasten van de gewone dienst.
Indien bij landsverordening voor een bepaald onderdeel van een ministerie of voor een specifieke overheidstaak een afwijkend beheer, gepaard gaande met een afzonderlijke administratie, begroting en jaarrekening, wordt geregeld, kan de Minister van Financiën, in overleg met de Minister die het aangaat, voor de daarin geregelde afzonderlijke begrotingen en jaarrekeningen afwijkende of aanvullende regels stellen, mits de bij deze landsverordening voorgeschreven openbaarheid en controle niet worden ingeperkt.
Voornemens die betrekking hebben op een nog op te stellen begroting, of die financiële gevolgen hebben welke de op een lopende begroting toegestane bedragen overschrijden of aan gelden een andere bestemming geven dan in die begroting is aangegeven, worden door een minister niet tegenover de Ministerraad of de Staten of in het openbaar uitgesproken en voorstellen, toezeggingen of andere uitspraken dienaangaande, onderscheidenlijk met zodanige gevolgen, worden niet aldus door hem gedaan, zonder dat de Minister van Financiën daarover zijn oordeel heeft gegeven.
De Minister van Financiën maakt tegen het bekendmaken van de voornemens, voorstellen, toezeggingen of andere uitspraken, bedoeld in het eerste lid, bezwaar voor zover deze hem met het oog op het algemene financiële beleid of het doelmatig beheer van 's Lands gelden, niet toelaatbaar voorkomen dan wet niet in een redelijke verhouding staan tot de doelstellingen van het beleid dat aan de begroting ten grondslag ligt.
In de toelichting bij het ontwerp van een landsverordening, landsbesluit, houdende algemene maatregelen, of ministeriële regeling, waarin nieuwe beleidsvoornemens of toezeggingen met betrekking tot het te voeren beleid worden uitgewerkt, wordt een afzonderlijk onderdeel opgenomen waarin de financiële gevolgen voor en de dekking door het Land worden vermeld.
De meerjarenbegroting sluit zoveel mogelijk aan bij de systematiek van de ingediende begroting en wordt voorzien van een toelichting. De ramingen worden daarbij voor de gewone dienst tenminste gerangschikt naar economische categorieën en voor de kapitaaldienst worden de ramingen vermeld per te ramen investering en krediet.
De toelichting vermeldt met betrekking tot elke functie de volgende gegevens:
de factoren die aan de ramingen ten grondslag Iiggen, alsmede voor zover mogelijk gegevens omtrent de omvang van de activiteiten of prestaties die worden beoogd, waarbij deze gegevens voor zover mogelijk worden gesteld naast die van het lopende dienstjaar en naast de uitkomsten van het vorige dienstjaar.
Zij wordt geacht met ingang van 1 januari van het desbetreffende jaar in werking te zijn getreden, indien zij eerst daarna in het Afkondigingsblad is geplaatst. Zolang dit niet is geschied, strekt de begroting van het aan het betrokken dienstjaar voorafgegane jaar tot grondslag van het beheer, zulks om de dienst gaande te houden.
De landsverordeningen tot wijziging van de begroting treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Afkondigingsblad, waarin zij zijn geplaatst. Indien zodanige landsverordening tot stand komt na de 3pte december van het betrokken dienstjaar, wordt zij geacht op die dag in werking te zijn getreden.
Indien na 30 april of na de bij een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in het eerste lid vastgestelde eerdere datum, doch voordat de jaarrekening door de Staten is goedgekeurd, nieuwe feiten blijken waarvan de kennisneming onontbeerlijk is voor een goed inzicht als bedoeld in artikel 2, worden deze feiten door de Minister van Financiën schriftelijk aan de Staten, aan de Algemene Rekenkamer en aan de accountant medegedeeld.
Bij het berekenen van de afschrijvingsbedragen, bedoeld in artikel 26, vierde lid, wordt:
HOOFDSTUK 4 PROCEDURELE EN ADMINISTRATIEVE REGELS MET BETREKKING TOT BEGROTING EN JAARREKENING
§ 1. De voorbereiding van de begroting
De Minister van Financiën maakt bezwaar tegen de ramingen, bedoeld in het tweede lid, indien deze hem met het oog op het algemene financiële beleid of het doelmatig beheer van 's Lands gelden niet toelaatbaar voorkomen dan wel niet in een redelijke verhouding staan tot de doelstellingen van het beleid dat aan de begroting ten grondslag ligt.
Voor de bijdragen van het Land voor de instandhouding en het beheer van lichamen ingesteld bij onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, wordt door het daartoe bevoegde orgaan van het lichaam tijdig aan de Minister van Financiën een raming van de benodigde uitgaven aangeboden.
Aan de hand van de ramingen, bedoeld in artikel 34 en de bijdragen, bedoeld in artikel 36, en voorts van andere gegevens die daarvoor nodig zijn, dient de Minister van Financiën bij de ministerraad een ontwerp van landsverordening tot vaststelling van de begroting met de daarbij behorende toelichtingen in met betrekking tot de begroting voor het komende dienstjaar en de ingevolge artikel 13, eerste lid, daaraan toe te voegen meerjarenbegroting.
Ontwerpen van landsverordening tot vaststelling van de begroting met de daarbij behorende toelichtingen worden al dan niet gewijzigd door de ministerraad, de Raad van Advies, gehoord, goedgekeurd en vervolgens door de Minister van Financiën, mede namens alle afzonderlijke ministers, uiterlijk de tweede dinsdag van september, ingediend bij de Staten.
In de toelichting, bedoeld in artikel 14, tweede lid, wordt in het gedeelte dat betrekking heeft op de functies van de Staten, de Raad van Advies, de Algemene Rekenkamer, de Ombudsman, de Electorale Raad, en de overige adviesorganen tevens het bedrag vermeld dat naar het oordeel van elk van deze instanties zelf daarvoor nodig is.
In de toelichting, bedoeld in artikel 14, vierde lid, wordt tevens in het gedeelte dat betrekking heeft op de verplichtingen voor investeringen van de Staten, de Raad van Advies, de Algemene Rekenkamer, de Ombudsman, de Electorale Raad, en de overige adviesorganen, het bedrag vermeld dat naar het oordeel van elk van deze instanties zelf daarvoor nodig is.
§ 2. De uitvoering van de begroting
Over de bedragen toegestaan bij de begroting voor geheime lasten als bedoeld in artikel vierde lid, 15, wordt telkens, op voorstel van de minister die het aangaat, door de betrokken minister beschikt nadat de Minister-President hiermede heeft ingestemd. De Minister-President of de minister die het aangaat verstrekt op verzoek van de Algemene Rekenkamer informatie over de gelden waarover de betrokken minister ten laste van de functie voor geheime lasten heeft beschikt. Deze informatieverstrekking geschiedt met inachtneming van de Landsverordening Algemene Rekenkamer, voorzover in die landsverordening regels terzake zijn gesteld.
De Minister van Financiën kan met betrekking tot uitdrukkelijk door hem aan te geven bedragen, die op de begroting zijn toegestaan, maar niet behoren tot die welke in het derde en vierde lid bedoeld zijn, bepalen dat daarover alleen mag worden beschikt wanneer hij daarvoor toestemming heeft gegeven.
Door de Minister van Financiën indien het hemzelf aangaat, dan wel door de minister die het aangaat gezamenlijk met de Minister van Financiën, wordt per functie, zonodig nader onderverdeeld naar afdeling of uitvoerende dienst, de secretaris-generaal van het betreffende ministerie onderscheidenlijk het hoofd van het betreffende organisatorische onderdeel aangewezen, die namens de minister die het aangaat, doch zonder zijn voorafgaande machtiging, mag beschikken over de in het betreffende besluit aangeduide bedragen welke in de begroting waarover hij het beheer heeft voorkomen. De Minister, die verschuivingen wil aanbrengen tussen functies van het betreffende ministerie, zal daarvoor de organisatie onderdelen raadplegen.
De namen en functies van degenen die zijn gemachtigd als bedoeld in het eerste lid, alsmede tot welke bedragen zij gemachtigd zijn, worden door de Minister van Financiën bijgehouden in een register, dat na elke wijziging, maar in elk geval iedere zes Bij maanden, wordt gepubliceerd. ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de inrichting en publicatie van dit register.
In afwijking van het zesde lid is een rechtshandeling als bedoeld in dat lid wel rechtsgeldig als de bevoegdheid tot het aangaan van de betreffende verplichting blijkt uit een ten behoeve van die rechtshandeling verstrekte schriftelijke machtiging. Een dergelijke machtiging wordt slechts in incidentele gevallen door de Minister Financiën verstrekt.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de functionarissen belast met het beheer van de begroting van een adviesorgaan. Van alle besluiten als bedoeld in het eerste lid wordt door of namens degene die ze genomen heeft een afschrift gezonden aan de Minister van Financiën, de Algemene Rekenkamer en aan de accountant van het Land.
De Minister van Financiën, en de Minister die het aangaat, hebben ten aanzien van derden in de collectieve sector en rechtspersonen aan wie door het Land of een derde voor rekening of risico van het Land rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie wordt verstrekt, recht op inzage in de jaarrekening, het jaarverslag en andere verantwoordingen, gegevens en documenten die nodig zijn voor de definitieve vaststelling van de subsidie, lening of garantie, alsmede de verslagen van de onderzoeken van accountants die deze bescheiden hebben gecontroleerd.
Indien de bescheiden, bedoeld in het zesde lid, daartoe aanleiding geven, zijn de Minister van Financiën en de Minister die het aangaat bevoegd om bij de betrokken derde nadere inlichtingen in te winnen, dan wel inzage in ontbrekende bescheiden, documenten en andere informatiedragers te vorderen, alsmede, mede aan de hand van de administratie van de betrokken derde, een onderzoek in te stellen.
Elk jaar biedt de Minister van Financiën aan de Staten uiterlijk op 15 mei een nota aan waarin hij voorlopig verslag doet van het voorafgaande dienstjaar en van het lopende dienstjaar, uiterlijk op 15 augustus en vervolgens uiterlijk 15 november biedt hij een nota aan waarin hij voorlopig verslag doet van het lopende dienstjaar.
Een nota als bedoeld in artikel 44, eerste lid, wordt door of namens de Minister kennisneming van Financiën ter aan de Algemene Rekenkamer en de accountant van het Land toegezonden, zodra deze aan de Staten is aangeboden.
Een landsbesluit als bedoeld in het tweede of derde lid wordt door of namens de Minister van Financiën ter kennisneming aan de Staten en de Algemene Rekenkamer toegezonden. Deze toezending geschiedt met inachtneming van de Landsverordening Algemene Rekenkamer, voor zover in die landsverordening regels terzake zijn gesteld.
§ 3. Wijzigingen en afwijkingen van de begroting
Voor zover de beoordeling of er sprake is van een acuut landsbelang niet in een wettelijke regeling aan een ander orgaan is opgedragen, komt zij toe aan de Minister-President. De Staten worden zo spoedig mogelijk na het betreffende besluit schriftelijk ingelicht over de daardoor ontstane financiële gevolgen, waarbij voorstellen worden gevoegd voor het opvangen daarvan.
Nadat de Ministerraad heeft ingestemd dat zich een dringende behoefte als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, heeft voorgedaan, kan op voorstel van de minister die het aangaat door de Minister van Financiën over de benodigde gelden worden beschikt ten laste van de subfunctie voor onvoorziene lasten of de raming voor onvoorziene verplichtingen voor investeringen indien toereikend.
De Minister van Financiën draagt er zorg voor dat de in dit artikel bedoelde lasten en verplichtingen voor investeringen, nadat over de benodigde gelden is beschikt, worden overgeschreven naar de subfunctie onderscheidenlijk de raming voor onvoorziene verplichtingen voor investeringen waarop zij betrekking hebben.
De betreffende subfuncties of ramingen voor onvoorziene verplichtingen voor investeringen in de begroting worden in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet eerder aangetast dan nadat de Minister-President terzake een beslissing heeft genomen en in het geval, bedoeld in onderdeel b van genoemd lid, niet eerder dan nadat de Minister van Financiën over het betreffende bedrag heeft beschikt.
De Minister van Financiën stelt terstond, voor een overschrijving als bedoeld in het vierde lid een ontwerp-landsverordening, tot wijziging van de begroting voor het betreffende dienstjaar met de daarbij behorende toelichting op. Hij biedt deze ontwerp-landsverordening met de daarbij behorende toelichting namens de Ministerraad aan de Gouverneur aan ter indiening bij de Staten.
De voor een dienstjaar op de kapitaaldienst van de begroting ter beschikking gestelde bedragen, die in dat dienstjaar niet tot verplichtingen voor investeringen hebben kunnen bij ministeriële beschikking geleid, worden toegevoegd aan de begroting voor het daaropvolgende dienstjaar voor de overeenkomstige ramingen terzake verplichtingen voor investeringen in de kapitaaldienst.
Indien de bedragen zijn toegewezen voor functies, of ramingen betreffen voor investeringsverplichtingen die betrekking hebben op het beheer van een andere minister dan de Minister van Financiën, geschiedt de toevoeging bij gezamenlijke ministeriële beschikking van deze minister en de Minister van Financiën. Het model van een zodanige ministeriële beschikking kan bij ministeriële regeling worden vastgesteld.
Van een ministeriële beschikking als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt zodra zij in werking is getreden, door of namens de Minister van Financiën onverwijld een afschrift gezonden aan de Staten, de Algemene Rekenkamer en de accountant van het Land. Het afschrift wordt vergezeld van een toelichting bij de betreffende beschikking.
Toevoegingen van bedragen in de begroting aan de functies of aan de ramingen voor investeringsverplichtingen voor het daaropvolgende dienstjaar als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bij landsverordening tot wijziging van de begroting als bedoeld in artikel 46, eerste lid, of anders bij landsverordening tot vaststelling van de jaarrekening als bedoeld in artikel 51, door de Staten bekrachtigd.
§ 4. Het opstellen van de jaarrekening
Uiterlijk binnen een maand na het uitbrengen van het verslag van de Algemene Rekenkamer, bedoeld in artikel 53, derde lid, dient de regering bij de Staten ter verlening van décharge aan de ministers over het door hen gevoerde financieel beheer met betrekking tot het voorafgaande dienstjaar een ontwerp-landsverordening tot vaststelling van de jaarrekening in.
Indien de verklaring, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, of het verslag, bedoeld tweede lid, in het onderdeel b, niet tijdig beschikbaar is, voegt de regering bij de ontwerp-landsverordening, bedoeld in het eerste lid, een mededeling aangaande de oorzaak van het niet beschikbaar zijn en het tijdvak waarbinnen de verklaring of het verslag alsnog aan de Staten zal kunnen worden toegezonden.
HOOFDSTUK 5 Overgangs- en slotbepalingen
In afwijking van artikel 1, onderdelen a, b en c, worden de bijlagen, daarin bedoeld voor het eerst bij ministeriële regeling vastgesteld. Bij aanbieding van de begroting voor het dienstjaar 2012 wordt een ontwerp-landsverordening tot wijziging van deze verordening aangeboden ter goedkeuring van de bijlagen.
Translation of the Explanatory Memorandum of the National Accountability Ordinance