Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Leudal |
Citeertitel | Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Leudal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 213a
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2008 | 01-01-2008 | Nieuwe regeling | 07-10-2008 Streekbode 26 november 2008 | Onbekend |
Artikel 4 Voortgang onderzoeken
Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van de bijbehorende budgetten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 7 oktober 2008.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL,
De griffier, De voorzitter
drs. W.A.L.M. Cornelissen, A.H.M. Verhoeven MPM
Artikelsgewijze toelichting verordening 213a Gemeentewet
Artikel 2. Onderzoeksfrequentie
In artikel 2 wordt het college opgedragen onderzoek te doen naar de doelmatigheid en/of de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. De raad eist een minimaal aantal uit te voeren interne onderzoeken van het college. Hierbij wordt een scheiding aangebracht tussen onderzoeken naar de doelmatigheid en onderzoeken naar de doeltreffendheid.
Het onderzoek naar de doelmatigheid betreft het onderzoek naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen. De uitvoering wordt gedaan door ten eerste de gemeentelijke organisatie, zodat dit onderzoek zich ten eerste richt op de organisatie-eenheden van de gemeente. Een tweede ingang voor een doelmatigheidsonderzoek is de procesgang. Hiervoor kan men kijken naar de gemeentelijke taken.
Het onderzoek naar de doeltreffendheid vindt plaats op basis van het in de programma's of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma's omvatten of delen daarvan. Ook kan het paragrafen van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten.
Artikel 3. Voortgang onderzoek
De bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken dient inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij dient een relatie te worden gelegd met de inhoud van de programma's van de begroting en jaarstukken. Het ligt voor de hand om in deze paragaaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.
Artikel 4. Rapportage en gevolgtrekking
Met de instelling van een onderzoek beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De onderzoeksbevindingen worden dan ook neergelegd in een rapport voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapportage dient volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij of als onderdeel te worden opgenomen van de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de rapportage die lopende het verslagjaar is afgerond. Dat sluit echter geenszins uit dat de raad, als hij dat wenst, de rapportage ontvangt zodra deze is vastgesteld. Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te leren, om te denken over en te streven naar verbetering en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat eventuele maatregelen moet nemen tot verbetering.
De nu voorliggende controleverordening treedt in werking met ingang van het dienstjaar 2008 en treedt derhalve in de plaats van de verordeningen in de voormalige gemeenten Hunsel, Haelen, Roggel en Neer, en Heythuysen.
In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.