Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening mobiliteitsfonds Grave |
Citeertitel | Verordening mobiliteitsfonds Grave |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | RW/RO |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-02-2012 | 11-03-2019 | Nieuwe regeling | 07-02-2012 Graafsche Courant, 14 februari 2012 | RW/RO |
Artikel 1 Inleidende bepalingen, definities en begripsomschrijvingen
Het "Mobiliteitsfonds Grave" heeft tot doel om te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen ook als dit binnen een bouwplan niet past. Bij bouwplannen of wijzigingen van de bestemming worden initiatiefnemers, op grond van artikel 2.5.30, lid 1 van de bouwverordening, geacht op of onder eigen terrein te voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Indien hieraan niet kan worden voldaan, kan, onder voorwaarden, ontheffing worden verleend, op basis van artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening. Aan deze ontheffing is een financiële verplichting gekoppeld, de zogenaamde afkoopregeling. Met deze financiële verplichting wordt de gemeente in staat gesteld alsnog het benodigde aantal parkeerplaatsen en, eventueel, aanvullende infrastructurele voorzieningen op een alternatieve locatie te realiseren.
Artikel 2 Toepassingsbereik mobiliteitsfonds
Het "Mobiliteitsfonds Grave" geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente Grave.
Artikel 3 Beheer van het mobiliteitsfonds
Het is uitsluitend aan burgemeester en wethouders om besluiten te nemen over het doen van uitgaven uit het mobiliteitsfonds in het kader van het nakomen van op de gemeente rustende verplichtingen welke voortvloeien uit de met de gemeente gesloten overeenkomsten met betrekking tot het voorzien in parkeergelegenheid zoals bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening.
Artikel 4 Inkomsten van het mobiliteitsfonds
Het mobiliteitsfonds bevat de volgende gelden en inkomsten:
Artikel 5 Hoogte bijdrage aan het mobiliteitsfonds
Het aantal parkeerplaatsen waarvoor een storting in het mobiliteitsfonds verschuldigd is, wordt vastgesteld door het aantal op eigen terrein gerealiseerde of nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering te brengen op de totale hoeveelheid voor het bouwplan noodzakelijke, te realiseren aantal parkeerplaatsen, voortvloeiende uit de gehanteerde parkeernorm.
Artikel 6 Korting op bijdrage aan het mobiliteitsfonds
1.Voor het bouwplan wordt het maatgevend moment van de parkeerdruk bepaald aan de hand van de volgende tabel.
Indien er sprake is van gemengde functies wordt het maatgevend moment bepaald door de functie met de hoogste parkeervraag.
Het bouwplan wordt opgenomen in de parkeerbalans zodat de gevolgen inzichtelijk worden die het bouwplan heeft op de parkeerdruk van het gebied waar het bouwplan onderdeel van uitmaakt. In de parkeerbalans wordt, behalve het bouwplan, rekening gehouden met de parkeergevolgen van bestaande functies, bouwplannen die gerealiseerd worden en bouwplannen die onderdeel uitmaken van het jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen lijst van geprioriteerde bouwplannen.
Op basis van een gemotiveerd verzoek van de particulier, natuurlijk persoon of rechtspersoon zijnde, kunnen burgemeester en wethouders gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van de verplichting tot storting in het mobiliteitsfonds in geval toepassing van deze verordening naar hun oordeel zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De gemeenteraad wordt onverwijld over een verzoek tot ontheffing geïnformeerd.
Artikel 8 Uitgaven ten laste van het mobiliteitsfonds
Ten laste van het mobiliteitsfonds kunnen uitgaven worden gedaan welke kunnen bijdragen aan het optimaliseren van de openbare parkeercapaciteit en aan de uitbreiding van de openbare parkeercapaciteit. Hiervoor geldt de beperking dat alleen gelden mogen worden ingezet welke zijn ingebracht in het mobiliteitsfonds op basis van artikel 4, sub b en c.
Ten laste van het mobiliteitsfonds kunnen vervolgens uitgaven worden gedaan voor andere infrastructurele voorzieningen zoals, onder andere, de aanleg van voet-/fietspaden voor zover er nog gelden resteren na het voldoen aan de verplichtingen zoals gesteld onder de leden 1 en 2 van dit artikel en zoals voortvloeiend uit de te sluiten overeenkomsten en welke verplichtingen in artikel 9 verder staan uitgewerkt.
De particulier, natuurlijk persoon of rechtspersoon zijnde, verplicht zich door ondertekening van een privaatrechtelijke overeenkomst op basis van artikel 2.5.30 van de bouwverordening om een bedrag, te berekenen op grond van de artikelen 5 en 6 van deze verordening, te storten in het mobiliteitsfonds.
De gemeente aanvaardt de onder lid 1 van dit artikel genoemde gelden en verplicht zich om deze gelden aan te wenden ter medefinanciering van te bouwen dan wel reeds gebouwde parkeervoorzieningen. Indien de parkeervoorzieningen nog gebouwd moeten worden verplicht de gemeente zich om binnen de periode van 10 jaar na dagtekening van de datum van ontheffingverlening het uit artikel 5, lid 2 voortvloeiende aantal parkeerplaatsen aan te leggen binnen een straal van 700 meter (binnenstad) respectievelijk 200 meter (buiten de binnenstad), met het betreffende bouwinitiatief als middelpunt.
Een aanvraag om omgevingsvergunning die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze verordening van kracht wordt en waarop genoemd tijdstip nog geen ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening, zijn de bepalingen van toepassing van de verordening, zoals deze luidden vóór de inwerkingtreding van deze verordening, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de bepalingen van deze verordening worden toegepast.