Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Verordening subsidiëring van woonconsumentenorganisaties 1993

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring van woonconsumentenorganisaties 1993
CiteertitelVerordening subsidiëring van woonconsumentenorganisaties 1993
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-08-2007nieuwe regeling

23-12-1993

Informeer 2-8-2007

14 december 1993, nummer 434

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring van woonconsumentenorganisaties 1993

 

 

HOOFDSTUK 1

Algemeen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

woonconsumentenorganisatie: een rechtspersoonlijkheid bezittende overkoepelende of categorale organisatie, die blijkens de statuten of anderszins, de structuur en de werkwijze, zonder winstoogmerk, uitsluitend in de gemeente Haarlemmermeer werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting ten behoeve van groepen woonconsumenten alsmede geen directe binding heeft met een of meer corporaties of andere verhuurders;

activiteiten: werkzaamheden die verricht worden door of in opdracht van woonconsumentenorganisaties, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting;

apparaatskosten: kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;

subsidie: de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke bijdrage van de gemeente aan een woonconsumentenorganisatie.

Artikel 2

De gemeenteraad neemt jaarlijks door middel van de vaststelling van de begroting een besluit waarin een bedrag wordt vastgesteld voor de subsidiëring van woonconsumentenorganisaties.

De gemeenteraad stelt vast welk percentage van het in het vorige lid genoemde bedrag bestemd is voor subsidiëring van activiteiten en welk percentage bestemd is voor de subsidiëring van apparaatskosten van woonconsumentenorganisaties.

HOOFDSTUK 2

Bepalingen met betrekking tot subsidie-aanvragen woonconsumenten-organisaties

Artikel 3
  • 1.

    Een woonconsumentenorganisatie kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie ten behoeve van activiteiten en/of apparaatskosten.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumenten-organisatie.

Artikel 4
  • 1.

    Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van activiteiten dient ingediend te zijn vóór 1 januari van het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is.

  • 2.

    Een aanvraag voor het toekennen van subsidie voor activiteiten en/of apparaatskosten, dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting van verwachte inkomsten en uitgaven van de betreffende woonconsumentenorganisatie voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit, dient tevens voorzien te zijn van een werkplan met toelichting, waaruit blijkt:

    • -

      ten behoeve van welke woonconsument de activiteit verricht wordt; en

    • -

      wie de activiteit zal uitvoeren; en

    • -

      dat de activiteit gericht is op het versterken van de positie van woonconsumenten.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de subsidie dient te worden aangevraagd.

HOOFDSTUK 3

Bepalingen met betrekking tot de behandeling van subsidie-aanvragen

Artikel 5

Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na de aanvang van het begrotingsjaar over alle aanvragen voor de subsidiëring van activiteiten en/of apparaatskosten.

Artikel 6
  • 1.

    Burgemeester en wethouders geven in de beslissing over een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten en/of apparaatskosten aan:

    • -

      het toegekende subsidiebedrag;

    • -

      welke voorschriften aan de subsidie zijn verbonden.

  • 2.

    Indien een aanvraag voor het toekennen van subsidie na de in artikel 4, lid 1 genoemde datum wordt ingediend, wordt de subsidie-aanvrager niet ontvankelijk verklaard.

Artikel 7
  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van subsidie voorschriften verbinden.

  • 3.

    Indien het bedrag of een gedeelte daarvan dat als subsidie is toegekend, door de aanvrager uit andere hoofde kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten. Dit teruggestorte bedrag wordt toegevoegd aan het op grond van artikel 2, door de gemeenteraad vastgestelde bedrag voor de subsidiëring van woonconsumentenorganisaties.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover het hiervoor door de gemeenteraad vastgestelde bedrag toereikend is.

  • 5.

    Indien de in enig jaar ontvangen en voor inwilliging in aanmerking komende subsidie-aanvragen het beschikbare subsidiebedrag overtreffen, wordt een integrale korting toegepast.

HOOFDSTUK 4

Bepaling met betrekking tot de uitbetaling subsidietoekenning

Artikel 8

Op het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben vastgesteld als subsidie wordt een voorschot van 75% verleend. Het resterende bedrag wordt betaalbaar gesteld nadat de aanvrager ten behoeve van burgemeester en wethouders aan de hand van verantwoording via jaarverslag plus jaarrekening en declaraties of accountantsverklaring heeft aangetoond dat de in artikel 4, tweede lid bedoelde, in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

HOOFDSTUK 5

Het toezicht op de werkzaamheden en het financieel beheer van woonconsumentenorganisaties

Artikel 9
  • 1.

    Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt op grond van deze verordening is verplicht ten behoeve van burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, welke redelijkerwijs worden gevraagd in het belang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

  • 2.

    De woonconsumentenorganisatie draagt er zorg voor dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in haar inkomsten en uitgaven.

  • 3.

    De woonconsumentenorganisatie volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een goede administratie en de financiële controle door of vanwege burgemeester en wethouders worden gegeven.

HOOFDSTUK 6
Artikel 10

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening.Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de raadscommissie voor volkshuisvesting is gehoord.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring van woonconsumentenorganisaties 1993".

Zij treedt in werking met ingang van de datum van bekendmaking.