Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuenen, Gerwen en Nederwetten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012
CiteertitelVerordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVerordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-03-201201-01-201201-01-2018Nieuwe regeling

09-02-2012

Rond de Linde, 23-02-2012

corsanummer 2011.15007
01-01-201201-01-2018Nieuwe regeling

09-02-2012

Rond de Linde, 23-02-2012

corsanummer 2011.15007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

 

Gezien uw amendement van 3 november 2011;

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december 2011;

 

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de Verordening Maatschappelijke Deelname 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouden met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad

  • b.

    Alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  • c.

    gezin:

    1°. De (on)gehuwden tezamen,

    2°. De (on)gehuwde(n) met hun kinderen,

  • d.

    kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind;

  • e.

    ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of het gezin aanspraak op kinderbijslag kan maken;

  • f.

    inkomen: 110% van het sociaal minimum. Het sociaal minimum betreft het netto inkomen inclusief vakantietoeslag op de van toepassing zijnde normen, verlagingen en verhogingen, zoals genoemd in artikel 20 tot en met 30 van de Wet werk en bijstand;

  • g.

    woonplaats: de woonplaats zoals bedoeld in de artikelen 10 eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • h.

    maatschappelijke deelname: het geheel van voorzieningen en activiteiten dat bijdraagt aan maatschappelijke deelname en betrekking heeft op het gebied van maatschappelijke activiteiten, sport en recreatie, educatie en (sociaal-) culturele activiteiten, zoals uitgewerkt in bijlage I.

 

Hoofdstuk 2 Rechthebbenden:

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kennen een bijdrage in het kader van deze regeling toe aan de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin dat:

 

Op datum aanvraag:

  • a.

    de woonplaats heeft in Nuenen; én

  • b.

    een inkomen geniet van maximaal 110% van het sociaal minimum: én

  • c.

    het vermogen minder bedraagt dan het vermogen als genoemd in artikel 34 lid 3 van de Wet werk en bijstand.

  • d.

    Voor zover draagkracht aanwezig is, wordt 35% van de draagkracht, berekend op jaarbasis, in mindering gebracht op de werkelijke gemaakte kosten.

Artikel 3

Niet tot het inkomen wordt gerekend:

  • a.

    de middelen zoals genoemd in artikel 31 tweede lid van de Wet werk en bijstand;

  • b.

    inkomsten uit onderhuur of het houden van kostgangers.

Artikel 4

Geen recht op een bijdrage in het kader van deze regeling hebben:

  • a.

    belanghebbenden jonger dan 18 jaar (met uitzondering van ten laste komende kinderen jonger dan 18 jaar behorende tot een huishouden);

  • b.

    vreemdelingen die niet worden gelijkgesteld met Nederlanders zoals bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand;

  • c.

    degenen aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Hoofdstuk 3 De aanvraag:

Artikel 5
  • 1.

    Een aanvraag voor een bijdrage kan meerdere malen (met een maximum van 2 maal) per kalenderjaar worden ingediend door of namens een huishouden.

  • 2.

    Een aanvraag over een kalenderjaar kan worden ingediend tot en met de maand januari van het jaar erop volgend.

  • 3.

    Een aanvraag dient te geschieden op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 4.

    Bij een aanvraag voor de kosten van de in bijlage I genoemde voorzieningen dient de aanvrager gegevens en bewijsstukken aan te leveren zoals aangegeven op het aanvraagformulier.

  • 5.

    Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen, mits de aanvrager schriftelijk in de gelegenheid is gesteld om het verzuim te herstellen. Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt conform het gestelde in artikel 4:5 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager bekendgemaakt binnen 4 weken nadat de aanvrager het niet (volledig) heeft aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming:

Artikel 6
  • 1.

    De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar 100% van de in aanmerking komende kosten van welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I, met een maximum van € 150,00 per persoon.

  • 2.

    Bij toegangskaartjes (al dan niet op naam) met betrekking tot welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I onder 4 komen tot een bedrag van maximaal € 50,00 in aanmerking voor vergoeding. Met dien verstande dat er voor de overige welzijnsvoorzieningen een tegemoetkoming van maximaal € 100,00 mogelijk is.

  • 3.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de kosten gemaakt in het kalenderjaar, waarvoor het verzoek plaatsvindt.

  • 4.

    De tegemoetkoming in de kosten wordt betaalbaar gesteld na overleg van betalingsbewijzen zoals aangegeven op het aanvraagformulier.

  • 5.

    Uitzondering op het gestelde in het vierde lid; indien de aanvrager financiële problemen ondervindt ten aanzien van het voorschieten van de kosten genoemd in de bijlage I onder 1 tot en met 3 genoemde voorzieningen. In deze situatie is achteraf overleg van betalingsbewijzen mogelijk.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 7
  • 1.

    Indien de omstandigheden en mogelijkheden van een aanvrager daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouder afwijken van voorgaande bepalingen.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de bedragen genoemd in artikel 6 jaarlijks te indexeren.

  • 4.

    De verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

  • 5.

    De verordening kan worden aangehaald als “Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012".

  • 6.

    De verordening “Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname” wordt gelijktijdig ingetrokken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 9 februari 2012

 

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffer,

drs. H.A.J.P. Duijmelinck

de voorzitter,

M.J. Houben MBA