Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Beleidsregel ex artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van artikel 2.5.30 lid 4 sub a van de Bouwverordening Grave in samenhang met de Verordening Mobiliteitsfonds Grave

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel ex artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van artikel 2.5.30 lid 4 sub a van de Bouwverordening Grave in samenhang met de Verordening Mobiliteitsfonds Grave
CiteertitelBeleidsregel ex artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van artikel 2.5.30 lid 4 sub a van de Bouwverordening Grave in samenhang met de Verordening Mobilitietsfonds Grave
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpRW/RO

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-201211-03-2019Nieuwe regeling

22-02-2012

Graafsche Courant, 6 maart 2012

RW/RO

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ex artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van artikel 2.5.30 lid 4 sub a van de Bouwverordening Grave in samenhang met de Verordening Mobiliteitsfonds Grave

 

 

1.    Inleiding

In tijden van recessie kan de eis zoals neergelegd in artikel 2.5.30 van de Bouwverordening tot een verder neerwaartse spiraal leiden terwijl juist een stimulans van de economische bedrijvigheid gewenst is.

 

Hoewel met de wijziging van het mobiliteitsfonds op 14 december 2010 al de nodige verzachtende maatregelen zijn getroffen in de vorm van een kortingentabel en een hardheidsclausule, zijn er aanwijzingen dat ontwikkelingen die breed gedragen worden en die gewenst zijn voor de leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van met name de binnenstad geen doorgang vinden. In de raadsvergadering van 15 maart 2011 is een motie aangenomen waarin het college opgedragen wordt te komen tot een aanpassing van de Verordening Mobiliteitsfonds Grave. Volgens de motie zou de Verordening Mobiliteitsfonds Grave dusdanig vormgegeven moeten worden dat ondernemers en inwoners bij uitbreiding van een bestaande functie tot 50 m2 (bvo) vrijgesteld worden van de verplichting tot storting in het mobiliteitsfonds. Ook een functie- of bestemmingswijziging van een bestaande winkel of bedrijf zou onder de vrijstelling moeten vallen mits beperkt tot 50 m2 (bvo). Voorts stelde de motie dat de vrijstelling slechts eenmaal per eigenaar en per gebouw eenmaal van vrijstelling gebruik gemaakt worden.

 

In de Informatienota parkeren d.d. 20 december 2011 is er sprake van de versnelde aanleg van parkeer-gelegenheid. In de eerste tranche worden in plaats van 70-75 parkeerplaatsen 118 parkeerplaatsen aangelegd. Dit is het aantal parkeerplaatsen dat in de overeenkomst met de ontwikkelaar van het project Hart van Grave is overeengekomen. Het tijdstip waarop deze gerealiseerd worden, wordt naar voren gehaald zodat dit op korte termijn een verlagend effect op de parkeerdruk heeft. Daarnaast wordt er gewerkt aan een verdere optimalisatie van het parkeeraanbod waar in 2012 nadere besluitvorming plaatsvindt. Tegelijkertijd kan - op basis van in 2011 gehouden parkeeronderzoek – vastgesteld worden dat er sprake is van een lagere parkeerdruk dan de jaren daarvoor. Dit is voor een deel verklaarbaar omdat er een wijziging in de begrenzing van het onderzoeksgebied heeft plaatsgevonden, maar ook dat in de binnenstad – wellicht als gevolg van de negatieve conjuncturele ontwikkelingen – de parkeerdruk merkbaar minder hoog is. Een lagere parkeerdruk wordt ook versterkt door een versnelde aanleg van parkeergelegenheid.

 

De combinatie van deze actuele ontwikkelingen maken het mogelijk om te reageren op de inhoud van de motie. Daartoe is aan de gemeenteraad samengevat het navolgende voorgesteld:

1.    invoering van een algemene ontheffing voor uitbreiding van bestaande gebouwen indien deze uitbreiding maximaal 100 m2 (bedrijfs)vloeroppervlakte bedraagt;

2.    invoering van een algemene ontheffing voor functie- of bestemmingswijziging van bestaande gebouwen indien deze wijziging maximaal 100 m2 (bedrijfs)vloeroppervlakte bedraagt;

3.    het mobiliteitsfonds voor nieuwbouwontwikkelingen ongewijzigd te laten;

4.    de (financiële) consequenties te bepalen op basis van een per 2015 te houden parkeer-drukonderzoek;

5.    in 2015 de werking van het mobiliteitsfonds in zijn geheel te evalueren.

 

Het voorstel is door de gemeenteraad behandeld in zijn vergadering van 7 februari 2012. De gemeenteraad heeft besloten tot aanpassing van de Bouwverordening Grave en de Verordening Mobiliteitsfonds Grave. De vastgestelde teksten zijn in deze beleidsregel opgenomen als bijlagen.

 

2.    Algemene uitgangspunten en begripsbepalingen

 

2.1    Voldoende parkeergelegenheid

Het verlenen van ontheffing van de plicht om op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid te voorzien is gebaseerd op de resultaten van recent onderzoek (2011) waaruit blijkt dat de parkeerdruk in de binnenstad niet onevenredig hoog is. Hetzelfde geldt overigens ook voor de wijken en kerkdorpen.

 

2.2    Parkeerbeleid binnenstad

Het parkeerbeleid is vastgelegd in het Parkeerbeleidsplan 2010-2015, vastgesteld door de gemeente-raad op 14 december 2010. Het parkeerbeleid richt zich met name op de parkeersituatie in de binnenstad. Het streven is erop gericht, met uitzondering van de marktdag, op een maximale parkeerdruk van 85%. In het parkeer-beleidsplan is voor de duur van het beleidsplan de aanleg van 268 parkeerplaatsen als opgave geformuleerd. De aanleg daarvan geschiedt niet in een keer, maar aan de hand van jaarschijven.

 

2.3    Bijzondere omstandigheden van overwegende aard (artikel 2.5.30 lid 4 sub a van de bouwverordening)

Onder een bijzondere omstandigheid van overwegende aard wordt in ieder geval verstaan een verkeers-aantrekkend bouwplan voor:

a.    uitbreiding van bestaande gebouwen indien deze uitbreiding maximaal 100 m2 bedrijfs-vloeroppervlakte bedraagt;

b.    functie- of bestemmingswijziging van bestaande gebouwen indien deze wijziging maximaal 100 m2 bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt en waarbij het - zowel zowel ten aanzien van a als b - redelijkerwijs financieel niet haalbaar danwel fysiek onmogelijk is vanwege ontsluiting van het bouwplan, overwegingen van verkeersveiligheid, toepassing van andere wettelijke kaders of verstoring van (historisch) stads- of straatbeeld niet aanvaardbaar is om op eigen terrein in de nodige parkeer- of stallingruimte, danwel laad- of losruimte te voorzien en waarbij voldoende parkeerruimte in openbaar gebied gebied aanwezig is.

 

2.4    Voldoende parkeergelegenheid in openbaar gebied

Voldoende parkeergelegenheid in openbaar gebied wordt in ieder geval aanwezig geacht zolang de parkeerdruk (of bezettingsgraad) in de omgeving de 85% niet overstijgt. Voor de bepaling van het begrip "in de omgeving" wordt aansluiting gezocht bij de afstanden genoemd in het artikel van de Verordening Mobiliteitsfonds Grave waarin de gemeentelijke verplichtingen zijn vast-gelegd.

 

3.    Beleidsregels

 

3.1    Algemene beleidsregels

Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend ontheffing van artikel 2.5.30, lid 4 sub a van de Bouw-verordening Grave indien:

1.    het woon- en leefmilieu van de (woon)omgeving niet onevenredig door aantrekking van verkeer wordt aangetast;

2.    de verkeersveiligheid en de vrijheid van het verkeer niet onevenredig worden aangetast;

3.    de ruimtelijke structuur van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast.

 

3.2    Bijzondere beleidsregels

1.    De omgevingsvergunning wordt verleend in afwijking van het bepaalde in het eerste en derde lid van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening Grave, ingeval sprake is van een verkeersaantrekkend bouwplan, mits sprake is van:

a.    uitbreiding van bestaande gebouwen indien deze uitbreiding maximaal 100 m2 (bedrijfs)vloer-oppervlakte bedraagt;

b.    functie- of bestemmingswijziging van bestaande gebouwen indien deze wijziging maximaal 100 m2 (bedrijfs)vloeroppervlakte bedraagt en waarbij het - zowel zowel ten aanzien van a als b - redelijkerwijs financieel niet haalbaar danwel fysiek onmogelijk is vanwege ontsluiting van het bouwplan, overwegingen van verkeersveiligheid, toepassing van andere wettelijke kaders of verstoring van (historisch) stads- of straatbeeld niet aanvaardbaar is om op eigen terrein in de nodige parkeer- of stallingruimte, danwel laad- of los-ruimte te voorzien en waarbij voldoende parkeerruimte in openbaar gebied gebied aanwezig is.

2.    Geen parkeerbijdrage wordt geheven terzake van een ontheffing wegens bijzondere omstandig-heden die op overwegende bezwaren stuiten, ter zake van een bouwplan als het vorige lid bedoeld.

 

3.3    Bestaand parkeerontheffing- en parkeerbijdragebeleid

Het bestaande beleid ten aanzien van het verlenen van ontheffing en parkeerbijdrage blijft voor het overige gehandhaafd overeenkomstig hetgeen daarover in de Bouwverordening Grave en de Verordening Mobiliteitsfonds Grave is bepaald.

Grave, 22 februari 2012

Burgemeester en wethouders van Grave,

R. Bransz,                    S. Haasjes - van den Berg