Organisatie | Weststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2011 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2011 | Nieuwe regeling | 09-05-2011 Officiële bekendmakingen 2011, week 20 | 2011-4972\1 intern |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In dit statuut wordt verstaan onder:
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent (voorzichtig en verstandig) karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
Het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van obligaties is onder voorwaarden toegestaan. Uitgangspunt moet zijn een belegging in staatsobligaties of bij instellingen die voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) zoals ministerieel vastgelegd op grond van artikel 2, lid 2, van de Wet fido.
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, commercial paper (CP), certificates of deposit (CD), obligaties, kasgeld, medium term notes (MTN) en garantieproducten die tenminste 100% van de hoofdsom plus een aanvaardbaar rendement uitkeren;
Hoofdstuk III Gemeentefinanciering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
Afwijkingen van bovenstaande punten dienen door het college te worden besloten.
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 6, 7 en 8 genoemde voorwaarden;
Hoofdstuk V Administratieve organisatie en interne beheersing
Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne beheersing
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne beheersing:
Artikel 15 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Artikel 17 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
In gevallen waarin dit statuut niet voorziet besluiten burgemeester en wethouders, gehoord de zienswijze van de raad.
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), die in werking is getreden op 1 januari 2001, worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. Naar aanleiding van de recente ontwikkelingen op de financiële markten en de daaruit voortvloeiende verscherpte regelgeving is het treasurystatuut uit 2004 tegen het licht gehouden. Hieruit is gebleken dat deze nog redelijk actueel is, maar op een aantal punten geactualiseerd dient te worden. Bij het actualiseren van het treasurystatuut is rekening gehouden met de laatste bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Gemeentewet, Wet fido, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden).
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft het college van burgemeester en wethouders aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet fido. Middels de limieten en richtlijnen wordt het ‘risicoprofiel’ van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De paragraaf Financieringbij de begroting geeft debeleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het treasurystatuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. De paragraaf Financiering in het jaarrekening geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.