Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade |
Citeertitel | Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2008 | nieuwe regeling | 26-08-2008 Onbekend | Burgemeester en wethouders 5 augustus 2008, nr. 33 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 augustus 2008, nr. 33;
gelet op artikel 6.7 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 Besluit ruimtelijke ordening;
vast te stellen de volgende Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Beemster.
Artikel 2 Opdrachtverstrekking
Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van hetbesluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Adviseur of adviescommissie
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.
Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard enomvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van een planologische verslechtering.
Artikel 5 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie
Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:
De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnenbinnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk envoldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij hetcollege indienen.
Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie
De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerderehoorzittingen, waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijkevertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten,onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie teverschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnenzestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvanaan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganenen aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet.De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.