Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Marktverordening 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening 1995
CiteertitelMarktverordening 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149; Gemeentewet, art. 151; Gemeentewet, art. 154; Gemeentewet, art. 166

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1995Nieuwe regeling

29-08-1995

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening 1995

 

 

Rucphen – Schijf – Sprundel – St.Willebrord – Zegge

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Rucphen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 augustus 1995;

gelet op de artikelen 149, 151, 154 en 166 van de Gemeentewet;

gelezen het raadsbesluit van 12 december 1963 tot instelling van de weekmarkt;

B E S L U I T :

  • I.

    in te trekken de op 25-02-1964 door de gemeenteraad van Rucphen vastgestelde “Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Rucphen”, alsmede de eerste en tweede wijziging daarvan, vastgesteld respectievelijk 26-09-1972 en 25-06-1974;

  • II.

    in te trekken de op 31-05-1988 door de gemeenteraad van Rucphen vastgestelde “Marktverordening voor de gemeente Rucphen”;

  • III.

    onder verwijzing naar het besluit als bedoeld onder I., (wederom) in werking te laten treden het raadsbesluit van 12 december 1963 tot instelling van de weekmarkt;

  • IV.

    vast te stellen de navolgende verordening: “Marktverordening 1995”.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de wekelijkse warenmarkt, welke gehouden wordt op zaterdag van 8.30 tot 12.00 uur op een nader door de raad aangewezen of aan te wijzen plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • c.

    standplaats: de op en voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders toegewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: een standplaats, welke voor onbepaalde tijd wordt toegewezen;

  • e.

    dagplaats: een standplaats op een vrijgekomen vaste plaats, welke per marktdag wordt toegewezen;

  • f.

    standwerkersplaats: een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is;

  • g.

    standwerkersplaats: ieder aan wie door burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een markt een standplaats te bezetten;

  • h.

    marktmeester: een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen ambtenaar;

  • i.

    commissie: een vaste commissie van advies, die burgemeester en wethouders adviseert in hun besluitvorming m.b.t. marktaangelegenheden.

Artikel 2
  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de Winkelsluitingswet 1976 wordt op door burgemeester en wethouders op grond van bijzondere gelegenheden daartoe aangewezen dagen geen markt gehouden.

  • 2.

    Bij het samenvallen van een marktdag met een der in het vorige lid bedoelde dagen, kunnen burgemeester en wethouders voor het houden van de markt een andere dag aanwijzen.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats aanwijzen voor het houden van de markt.

Artikel 4
  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke plaatsen op het marktterrein bestemd zijn voor kramen en welke voor verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien zij dit nodig achten, zich door de commissie laten adviseren inzake aangelegenheden betrekking hebbend op de markt.

Artikel 5
  • 1.

    De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2.

    Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen vermeld.

Artikel 6
  • 1.

    Burgemeester en wethouders verbieden:

    • a.

      een andere standplaats in te nemen dan door hen is toegewezen;

    • b.

      meer ruimte en/of kramen of verkoopwagens in beslag te nemen dan door hen is toegestaan;

    • c.

      andere waren en goederen te verkopen, ten verkoop aan te bieden of aanwezig te hebben, dan voor welke de standplaats is toegewezen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 7
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorschriften verbinden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een maximum aantal toe te laten kramen en verkoopwagens vaststellen.

Artikel 8

Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist, dat de aanvrager, die een natuurlijk persoon dient te zijn, aantoont:

  • a.

    handelingsbekwaam te zijn;

  • b.

    dat hij/zij voldaan heeft aan alle voorgeschreven publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

  • c.

    dat hij genoegzaam verzekerd is tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derde toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden.

  • d.

    dat hij/zij ingeschreven staat op de wachtlijst als bedoeld in artikel 14 van deze verordening;

  • e.

    dat hij/zij van het uitoefenen van de handel zijn hoofdberoep maakt.

TOEWIJZING EN BEZETTING VAN STANDPLAATSEN

Artikel 9
  • 1.

    De standplaatsen op de markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

  • 3.

    Bij het vrijkomen van vaste plaatsen komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in volgorde waarin zij op de in artikel 5, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.

  • 4.

    Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 14 bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst.

  • 5.

    Indien voor de markt een indeling naar artikelengroep geldt, wordt hiermede rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het voorgaande lid, zulks overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen regels.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in lid 4 van dit artikel en onverminderd het bepaalde in artikel 8, wordt een vaste plaats toegewezen aan één wettig kind van de vaste standplaatshouder, die ingevolge artikel 14, lid 3, is ingeschreven op de in laatstgenoemd artikel bedoelde lijst én zijn ouder gedurende tenminste de afgelopen drie jaar op de markt heeft bijgestaan; van dit recht kan eerst gebruik worden gemaakt wanneer het recht van zijn of haar ouder is beëindigd.

Artikel 10

Een ieder, die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 11

Het recht op een standplaats vervalt:

  • 1.

    a. door opzegging van de plaats door de standplaatshouder;

    • b.

      bij overlijden van de standplaatshouder;

    • c.

      indien burgemeester en wethouders ingevolge artikel 12 een vergunning hebben ingetrokken;

    • d.

      ingeval burgemeester en wethouders het recht op een vaste plaats onvoorwaardelijk vervallen verklaren.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 8, wordt bij het overlijden van de standplaatshouder het recht op een vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkende aanvraag binnen 4 weken na het overlijden wordt ingediend. De aanvrager bedoeld in de eerste zin van dit lid, die rechthebbende is op een andere vaste plaats op de markt,verliest het recht op die plaats.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning voor een vaste standplaats intrekken, ingeval:

  • a.

    de standplaatshouder op drie achtereenvolgende marktdagen, of op 5 marktdagen binnen een tijdvak van 12 weken, de hem toegewezen plaats niet heeft bezet, tenzij zulks zijn oorzaak vindt in omstandigheden, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders de betrokkene niet toe te rekenen zijn;

  • b.

    de standplaatshouder het marktgeld niet tijdig voldoet;

  • c.

    de standplaatshouder zonder voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders andere waren of goederen op de vaste standplaats verkoopt, ten verkoop aanbiedt, of aanwezig heeft, dan voor welke hem deze plaats is toegewezen;

  • d.

    de standplaatshouder zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

  • e.

    de standplaatshouder de in deze verordening opgenomen bepalingen overtreedt. Het besluit tot intrekken wordt eerst genomen nadat de standplaatshouder in de gelegenheid is gesteld zijn/haar zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 13
  • 1.

    Degene, aan wie een vaste plaats is toegewezen, dient deze plaats uiterlijk om 8.30 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de standplaatshouder de marktmeester voor dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 14
  • 1.

    Aanvragers voor een vaste plaats worden in de volgorde van de datum waarop zij voor de eerste maal blijkens schriftelijke aanmelding bij de gemeente hebben getracht een plaats op de markt te verkrijgen, ingeschreven op een doorlopend te nummeren lijst, welke naar artikelengroepen kan worden gesplitst. Bij inschrijving op deze lijst worden behalve de datum van inschrijving vermeld de artikelen of de groepen artikelen, welke door de aanvrager mogen worden verkocht.

  • 2.

    Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient de aanvrager te voldoen aan de in artikel 8 lid b en c vermelde vereisten.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet bedrijven of de Vestigingswet detailhandel.

  • 4.

    De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra toewijzing van een vaste plaats als bedoeld in artikel 9, lid 4 of 6 kan plaatsvinden.

  • 5.

    Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

Artikel 15

De inschrijving op de in artikel 14 bedoelde lijst van aanvragers voor een vaste standplaats wordt doorgehaald:

  • a.

    op verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer eisen als bedoeld in artikel 8, lid b en c;

  • d.

    bij inschrijving op de lijst voor vaste standplaatshouders.

Artikel 16

1.Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient de aanvrager ingeschreven te staan op de in artikel 14 bedoelde lijst.

Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.

  • 2.

    Degene die op grond van artikel 14, lid 3, op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 3.

    Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 17
  • 1.

    Het is uitsluitend op de daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2.

    Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3.

    Om voor een standwerkersplaats in aanmerking te komen dient men te voldoen aan de in artikel 8 gestelde eisen alsmede als standwerker zijn ingeschreven bij het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht en zich te melden bij de marktmeester, onder opgave van het standwerkersartikel.

  • 4.

    De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen. Genoemde afgifte geschiedt in volgorde van aanmelding. Bij meerdere aanmeldingen binnen dezelfde artikelengroep geschiedt de toewijzing middels een loting op de weekmarkt.

Artikel 18
  • 1.

    Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 19
  • 1.

    a. Houders van vaste standplaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten dienen de marktmeester daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

    • b.

      Deze schriftelijke mededeling dient tijdig voor de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de marktmeester mondeling worden ingelicht.

    • c.

      Bij langdurige afwezigheid van een marktkoopman wegens ziekte dient ten bewijze van deze reden van verhindering een geneeskundige verklaring van de GGD te worden overlegd.

  • 2.

    Standplaatshouders, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie mededeling te doen aan de marktmeester.

Artikel 20

Standplaatshouders die wegens wanbetaling het recht op een vaste plaats hebben verloren, worden niet opnieuw als op de wachtlijst als bedoeld in artikel 14 ingeschreven zolang het verschuldigde marktgeld niet is voldaan.

OVERIGE MAATREGELEN VAN ORDE

Artikel 21

Het is verboden vroeger dan 1½ uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd om 08.30 uur, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk één uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 22

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 23

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmede goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 24

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • b.

    meer ruimte in te nemen dan hem/haar is toegestaan;

  • c.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • d.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor toestemming is verleend;

  • e.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders langer dan 30 minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • f.

    behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

Artikel 25
  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 26
  • 1.

    Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren, anders dan vanuit een toegewezen standplaats.

  • 2.

    Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het aanprijzen van koopwaar op de markt.

  • 3.

    Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

Artikel 27

Standplaatshouders, die op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereedmaken en verkopen, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalmanden te plaatsen, zulks ten genoegen van de marktmeester.

Artikel 28
  • 1.

    De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d. zelf in te zamelen.

  • 3.

    Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de stortplaatsen of anderszins overeenkomstig aanwijzing van burgemeester en wethouders te deponeren.

STRAF EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 29

Degene, die in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening, of zich aan wangedrag op de markt schuldig maakt, de marktmeester in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel op enige wijze, direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van de marktmeester, kan door burgemeester en wethouders of een door hen aan te wijzen ambtenaar gelast worden zich met zijn/haar goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 30

Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5, 6, 7, 13, 17, 18, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 29 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 32
  • 1.

    Voor houders van een standplaats, die reeds in het bezit zijn van de daarvoor op basis van de op 31 mei 1983 vastgestelde marktverordening vereiste vergunning, blijft de vergunning ná de inwerkingtreding van de onderhavige verordening gehandhaafd.

  • 2.

    Voorzover bij het inwerking treden van deze verordening personen op de door de gemeente daartoe aangelegde wachtlijsten staan ingeschreven, worden zij met betrekking tot het tijdstip van inschrijving geacht te zijn ingeschreven op grond van deze regeling.

  • 3.

    Aanvragen die zijn binnengekomen voor de inwerkingtreding van deze verordening dienen te worden afgehandeld conform de bepalingen van de op dat moment geldende verordening.

Artikel 33

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 34

Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie gehoord, in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 35

Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordening van de gemeente Rucphen".

Artikel 36

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1995.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 29 augustus 1995.

 

 

 

 

 

de voorzitter,

de secretaris,