Organisatie | Rucphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing |
Citeertitel | Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, art. 41
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-1994 | 01-10-2018 | Nieuwe regeling | 25-01-1994 Onbekend | Geen |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder stads- en dorpsvernieuwing, verder te noemen stadsvernieuwing, de stelselmatige inspanning, zowel op stedebouwkundig als op sociaal, economisch, cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbetering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijk grondgebied.
De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de stadsvernieuwing aan natuurlijke of rechtspersonen voor de verschillende sectoren van de samenleving, waaronder in elk geval de bewoners van huur- en eigen woningen, en in het bijzonder ten behoeve van de versterking van de positie van de bewoners, het bedrijfsleven en sociale en culturele instellingen.
De gemeenteraad is bevoegd een besluit te nemen om voor een bepaalde sector van de samenleving bestemd bedrag te verlagen, wanneer, mede gelet op het totaal van de voor het betreffende jaar voor die bepaalde sector reeds ingediende aanvragen, redelijkerwijze kan de samenleving aan het einde van het desbetreffende jaar gelden zullen resteren.
De gemeenteraad kan besluiten de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats te beperken.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de stadsvernieuwing besluiten tot afwijking van de bepalingen van deze verordening.
Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische zaken is gehoord.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet volledig voorziet of door veranderde wetgeving of andere omstandigheden achterhaald is, zullen burgemeester en wethouders een besluit nemen na daaromtrent advies te hebben ingewonnen van de commissies ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische zaken en financiën uit de raad.