Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van liggeld voor woonschepen 2002 |
Citeertitel | Verordening liggeld woonschepen 2002 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Wijziging in verordening opgenomen.
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 11-12-2014 | art. 4 | 10-12-2013 Beemster en Schermer op Zondag, 29 december 2012 | R-2012-0300 | |
01-01-2013 | 31-12-2013 | art. 4 | 11-12-2012 Beemster en Schermer op Zondag, 30 december 2012 | R-2012-0171 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | art. 4 | 13-12-2011 Beemster en Schermer op Zondag van 23december 2010 | Burgemeester en wethouders 23 november 2011 | |
27-12-2001 | Nieuwe regeling | 13-12-2001 Binnendijks, 15-12-2001 | Burgemeester en wethouders 21 november 2001, nr. 74 |
De raad van de gemeente Beemster;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2001, nr. 74;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en de invordering van liggeld voor woonschepen 2002.
Onder de naam 'liggeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van het woonschip. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan €45,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van liggeld.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening liggeld woonschepen 1997' van 12 december 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2000, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.