Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren 2011-2013

Artikel 1, Doel

1.    Gedeputeerde Staten van Drenthe kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele prestatiesubsidie verlenen aan eigenaren van woningen of natuurlijke personen die een appartementsrecht van een appartement hebben, gelegen in de provincie Drenthe, ten behoeve van het treffen van energiebesparende maatregelen.

2.    Gedeputeerde Staten van Drenthe besluiten over de toepassing van deze subsidieregeling op gemeenten in Drenthe.

Artikel 2, Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.    ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2007 (citeertitel);

b.    subsidie: subsidie in de vorm van een lening;

c.    maatwerkadvies: het betreft het maatwerkadvies energiebesparing, voorheen ook Energieprestatieadvies genoemd, dat is verstrekt vanaf 1 januari 2008 door een adviseur, gecertificeerd volgens beoordelingsrichtlijn BRL-9500-02;

d.    energielabel: energieprestatiecertificaat voor de woning, opgesteld en afgegeven na 1 januari 2008 door een adviseur, gecertificeerd volgens beoordelingsrichtlijn BRL-9500-01;

e.    Energie-Index: index voor de energieprestatie van een gebouw, berekend met de software conform BRL 9501 voor het KOMO-attest voor energiegebruik berekeningsmethoden;

f.     EPBD-register: nationaal register waarin energielabels van gebouwen worden geregistreerd;

g.    maatregelen: pakket van energiebesparende maatregelen die leiden tot energiebesparing in de woning en die genoemd zijn in het voor die woning of appartement afgegeven maatwerkadvies;

h.    marktconforme interestvoet: de interestvoet die wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Drenthe in een nader besluit.

Artikel 3, Subsidiabele activiteit

De subsidiabele activiteit is het treffen van een aantal maatregelen aan woningen of appartementen waardoor de Energie-Index van de woning met minimaal 0,75 verbetert tot ten minste energielabel C, het laten opstellen van een nieuw energielabel nadat de maatregelen zijn uitgevoerd en de bijkomende kosten voor het verkrijgen van de regeling.

Artikel 4, Subsidieaanvraag en verdeelsystematiek

1.    Voor de aanvraag van deze subsidie wordt een startformulier vastgesteld. Aanvragen worden ingediend door inzending van dit ingevulde en ondertekende formulier. Het formulier vermeldt welke bijlagen bij de aanvraag dienen te worden overgelegd.

2.    Onverminderd het eerste lid dient bij de aanvraag in elk geval een nog niet voor akkoord getekende offerte, voor het uitvoeren van de maatregelen door een deskundig vakbedrijf, ter onderbouwing van de kosten meegestuurd te worden.

3.    Er wordt op basis van de volgorde van ontvangst van de aanvraag besloten, met dien verstande dat wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

4.    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 5, Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een subsidieaanvraag voldoen aan de volgende criteria.

1.    Er wordt niet meer dan 1 subsidie per adres toegekend.

2.    De woning waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient eigendom te zijn van de aanvrager en moet als hoofdverblijf van de aanvrager dienen.

3.    De aanvraag moet worden ingediend voor een bestaand(e) woning of appartement gelegen in de provincie Drenthe, opgeleverd voor 1 januari 1995.

4.    De aanvrager dient het huidige energielabel van de woning, opgesteld zoals omschreven in artikel 1, lid d, te hebben afgemeld bij het EPBD-register.

5.    De aanvrager moet aantonen dat door de te treffen maatregelen uit het maatwerkadvies de Energieprestatie van de woning met minimaal 0,75 verbetert tot ten minste energielabel C.

6.    De subsidiabele kosten bedragen minimaal € 2.500,--.

Artikel 6, Subsidiabele kosten

1.    De subsidiabele kosten zijn:

a.    de in redelijkheid te maken kosten voor het aanschaffen en installeren van maatregelen;

b.    kosten voor het opstellen van het nieuwe energielabel;

c.    legeskosten;

d.    BTW;

e.    bijkomende kosten voor het verkrijgen van de lening.

2.    Niet subsidiabele kosten zijn de kosten van investeringen waartoe verplichtingen zijn aangegaan vóór de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7, Bepalingen omtrent de hoogte van de subsidie

1.    Het voordeel bedraagt maximaal een korting van 3% op de marktconforme interestvoet van een lening met een minimum interestvoet van 0,5%, waarbij het leenbedrag maximaal de subsidiabele kosten mag betreffen met een minimum leenbedrag van € 2.500,-- en maximum leenbedrag van € 15.000,-- per aanvrager en de looptijd kan variëren van 10 of 15 jaar, afhankelijk van de omvang van het leenbedrag.

2.    Het maximale leenbedrag wordt lager vastgesteld:

a.    voor zover in de subsidiabele kosten Europese, nationale, provinciale of gemeentelijke subsidies, gericht op energiebesparing en woningverbetering, zijn of worden verleend, met het totale bedrag van voornoemde subsidies;

b.    indien de uitgevoerde maatregelen betrekking hebben op een deel van de woning dat in 1995 of daarna is opgeleverd;

c.    indien minder maatregelen worden uitgevoerd.

Artikel 8, Voorschotten

Er kan gebruik worden gemaakt van de in artikel 33 van de ASV genoemde bevoegdheid tot bevoorschotting, opdat de gemaakte subsidiabele kosten worden vergoed, tot maximaal het leenbedrag.

Artikel 9, Aanvraag subsidievaststelling

1.    Alvorens een aanvraag tot vaststelling ingediend kan worden, dient eerst het nieuwe energielabel opgesteld, afgegeven en afgemeld te worden in het EPBD-register, zoals omschreven in artikel 1, lid d.

2.    In aanvulling op de ASV dient binnen 12 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening een einddeclaratie van de aanvrager te zijn ontvangen.

3.    De termijn voor het nemen van een besluit op een aanvraag tot subsidievaststelling is gesteld op 8 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10, Verplichtingen subsidieontvanger

De aanvrager dient ten minste 5 jaar nadat de vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden haar administratie ten aanzien van de kosten van de maatregelen, als bedoeld in deze regeling, te bewaren en toegankelijk te houden.

Artikel 11, Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren (IEBB 2011-2013).