Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz |
Citeertitel | Maatregelenverordening Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2012 | 14-11-2014 | Nieuwe regeling | 01-03-2012 Contact, 13 maart 2012 | Z32989 RD11-00505 | |
14-03-2012 | 27-06-2013 | Nieuwe regeling | 01-03-2012 Contact, 13 maart 2012 | Z32989 RD11-00505 | |
14-03-2012 | 14-03-2012 | Nieuwe regeling | 01-03-2012 Contact, 13 maart 2012 | Z32989 RD11-00505 |
Behorende bij raadsvoorstel met nummer: 120301/6-1
De raad van de gemeente Bronckhorst;
gelezen het voorstel van het college van b en w van 17 januari 2012 ;
gelet op de bespreking van de gecombineerde commissie Beleidsontwikkeling en Evaluatie en controle van 9 februari 2012;
gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 lid 1, 2 en 3 van de Wet werk en bijstand en de artikelen 35, lid 1, onderdeel b en 20, lid 2 Ioaw, alsmede de artikelen 35, lid 1, onderdeel b en 20, lid 1 Ioaz;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c Wwb of, voor zover sprake is van een Ioaw en Ioaz uitkering, de grondslag van de uitkering als bedoeld in artikel 5 Ioaw respectievelijk artikel 5 Ioaz, of ingeval van een zelfstandige de uitkering voor het levensonderhoud op grond van het Bbz;
Artikel 3. Berekeningsgrondslag van een maatregel
Het college past de maatregel toe door de uitkering tijdelijk met een percentage te verlagen.
Artikel 4. Besluit tot het opleggen van een maatregel
Het college legt de maatregel op met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan belanghebbende is bekendgemaakt. Het college gaat uit van de voor die maand toepasselijke bijstandsnorm, bijzondere bijstand, of langdurigheidstoeslag.
Artikel 5. Afzien van het opleggen van een maatregel
Artikel 6. Samenloop van gedragingen
Als belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 2, lid 1 inhouden, gaat het college voor het bepalen van de hoogte en de duur van de maatregel uit van de gedraging waarop de zwaarste maatregel van toepassing is.
Indien het college de uitkering op grond van artikel 20 lid 1 Ioaw of artikel 20 lid 2 Ioaz blijvend of tijdelijk weigert en de gedraging die tot deze weigering heeft geleid tevens op grond van deze verordening tot een verlaging zou kunnen leiden, blijft een verlaging ter zake van die gedraging achterwege.
HOOFDSTUK 2 Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid
Artikel 7. Indeling in categorieën
Gedragingen van een belanghebbende waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden of één van de verplichtingen op grond van artikel 9 Wwb, artikel 9a Wwb, artikel 55 Wwb respectievelijk artikel 37 Ioaw, artikel 38 Ioaw, artikel 37 Ioaz en artikel 38 Ioaz niet of onvoldoende worden nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onderdeel b Wwb en artikel 10 lid 1 Wwb respectievelijk artikel 36 lid 1 Ioaw en artikel 37 lid 1 onderdeel e Ioaw en artikel 36 lid 1 Ioaz en artikel 37 lid 1 onderdeel e Ioaz, voor zover dit heeft geleid tot het niet doorgaan of voor voortijdige beëindiging van een traject;
het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9 lid 1 onderdeel b WWB respectievelijk artikel 37 lid 1 onderdeel e Ioaw en artikel 37 lid 1 onderdeel e Ioaz niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder zoals bedoeld in artikel 9a lid 1 WWB respectievelijk 38 lid 1 Ioaw en artikel 38 lid 1 Ioaz.
HOOFDSTUK 3 Niet nakomen van de inlichtingen- of medewerkingsplicht
Artikel 8 Niet, niet tijdig of onvolledig verstrekken van inlichtingen of verlenen medewerking
Het college legt onverminderd artikel 2, tweede lid een maatregel op van 10% van de bijstandsnorm voor de duur van een maand als een belanghebbende de inlichtingen- of medewerkingsplicht als bedoeld in artikel 17, lid 1 en 2 van de wet respectievelijk artikel 78s lid 3 en 4 Wwb, artikel 13 Ioaw of artikel 13 Ioaz niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van uitkering of de voortzetting daarvan niet, niet tijdig of onvolledig te verstrekken en dit niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering.
Het college ziet af van het opleggen van de maatregel als bedoeld in lid 1 en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingen- of medewerkingsplicht plaatsvindt binnen een periode van 24 maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Het college legt onverminderd artikel 2, lid 2 een maatregel op van 20% van de bijstandsnorm voor de duur van een maand als belanghebbende de inlichtingen- of medewerkingsplicht als bedoeld in artikel 17, lid 1 en 2 van de wet respectievelijk artikel 78s lid 3 en 4 Wwb, artikel 13 Ioaw of artikel 13 Ioaz niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van uitkering of de voortzetting daarvan niet, niet tijdig of onvolledig te verstrekken en dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering.
HOOFDSTUK 4 Overige gedragingen
Artikel 9 Niet voldoen aan de nadere verplichtingen
Het college legt onverminderd artikel 2, lid 2 een maatregel op van 10% van de bijstandsnorm voor de duur van een maand als belanghebbende niet of niet behoorlijk heeft voldaan aan de nadere verplichtingen die op grond van artikel 55 van de wet of 38, eerste lid Bbz 2004 zijn opgelegd en dit niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering.
Het college ziet af van het opleggen van de maatregel als bedoeld in lid 1 en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting plaatsvindt binnen een periode van 24 maanden te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Het college legt onverminderd artikel 2, lid 2 een maatregel op van 20% van de bijstandsnorm voor de duur van een maand als een belanghebbende niet of niet behoorlijk heeft voldaan aan de nadere verplichtingen die op grond van artikel 55 of 38, eerste lid Bbz 2004 van de wet zijn opgelegd en dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering.
wordt een maatregel opgelegd van 20% van de norm.
Artikel 10. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Het college legt onverminderd artikel 2, lid 2 met toepassing van artikel 18, lid 2 van de Wwb, bij tekortschietend besef verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan een maatregel op, waarvan de hoogte wordt afgestemd op de periode dat de belanghebbende als gevolg van zijn gedraging eerder of langer recht op bijstand heeft.
Artikel 11. Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de Wwb, Ioaw Ioaz of Bbz 2004, wordt een verlaging opgelegd van maximaal honderd procent van de bijstandsnorm gedurende een maand.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Maatregelenverordening Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz.
Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Bronckhorst van 1 maart 2012,