Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afstemmingsverordening WWB |
Citeertitel | Afstemmingsverordening WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Afstemmingsverordening WIJ 2010 en de Afstemmingsverordening
1. Wet werk en bijstand; 2.Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers; 3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; 4. Gemeentewet; 5. Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-03-2012 | 01-01-2012 | 04-07-2013 | Nieuwe regeling | 29-02-2012 De Molenkruier 14-03-2012 | 2012-020 |
De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2012;
gelet op de bepalingen van de Wet werk en bijstand, Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de verordening “Afstemmingsverordening WWB”
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Het afstemmen van bijstand
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich tegenover het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening de bijstand verlaagd.
Artikel 4 Besluit tot afstemming
In het besluit tot afstemming van de bijstand worden in ieder geval vermeld: de reden van verlaging, de duur van de verlaging, het percentage waarmee wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardverlaging.
Artikel 5 Het horen van belanghebbende
Het horen van belanghebbende wordt achterwege gelaten indien:
de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7 WWB, artikel 34 IOAW of artikel 34 IOAZ werkzaamheden heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 WWB, artikel 13 IOAW of artikel 13 IOAZ; of
Artikel 7 Ingangsdatum tijdvak
Als de verlaging overeenkomstig het eerste lid niet mogelijk is, omdat de uitkering is beëindigd of ingetrokken, wordt de verlaging met terugwerkende kracht toegepast op de uitkering over de periode waarop de gedraging betrekking heeft gehad dan wel de uitkering over de periode waarin de gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 8 Samenloop van gedragingen
Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in de wet genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke maatregel opgelegd. Deze maatregelen worden gelijktijdig opgelegd, tenzij dit gelet op artikel 2, tweede lid, niet verantwoord is. Het totaal aan maatregelen kan dan over meerdere maanden verdeeld worden.
Indien een belanghebbende zich binnen een periode van één jaar na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie volgt, volgt een verlenging van de duur van de verlaging.
Artikel 10 Schriftelijke waarschuwing
Indien het niet tijdig nakomen van de verplichtingen niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.
Artikel 11 Schending inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente
Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 17 van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van de WWB, IOAW of IOAZ of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, wordt een afstemming opgelegd van 5% gedurende een maand.
Artikel 12 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 7 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van de WWB, IOAW of IOAZ of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, wordt de afstemming afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag.
De verlaging is tien procent van het benadelingsbedrag waarbij het benadelingsbedrag niet hoger mag zijn dan de aangiftegrens vermeld in de aangifterichtlijn Sociale zekerheid. De verlaging van 10% per maand op de bijstandsnorm wordt toegepast tot dat het bedrag (dus 10% van het benadelingsbedrag) geheel is ingelost.
Artikel 15 Het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid is verdeel in de volgende categorieën
Het niet naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet.
De verlaging voor een gedraging genoemd onder a, b, c, d, e, f en g van dit lid is 20% gedurende een maand bij het eerste verzuim. In afwijking van artikel 9 treedt bij herhaling een verdubbeling op van de verlaging, die uiteindelijk oploopt tot 100%. Wanneer de afstemming 100% bereikt heeft, verdubbelt vervolgens ook de duur van de voorgaande afstemming.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 18 Intrekking oude regeling
De Afstemmingsverordening WIJ 2010 (2010-095) en de Afstemmingsverordening (2010-306) worden ingetrokken.