Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Aalburg

Monumentencommissie 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAalburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMonumentencommissie 2011
CiteertitelRegeling monumentencommissie 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Komt in de plaats van Regeling monumentencommissie 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 84
  2. Monumentenwet 1988, artikel 15
  3. Verordening monumenten, artikel 1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-201215-01-2019Nieuwe regeling

22-11-2011

Het Kontakt, 7 maart 2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Monumentencommissie 2011

Dienstverleningsovereenkomst met reglement van orde voor Stichting Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

In deze dienstverleningsovereenkomst met reglement van orde wordt de dienstverlening en de werkwijze van Stichting Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, hierna te noemen Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, ten behoeve van gemeente Aalburg vastgelegd.

Artikel 1 Samenstelling

Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant bestaat tenminste uit een voorzitter en twee leden, waarvan tenminste twee leden (c.q. een gekwalificeerde meerderheid) onafhankelijk en deskundig zijn op het gebied van architectuur en/ of cultuurhistorie. Voor de deskundige leden worden twee plaatsvervangers aangewezen die deze leden bij afwezigheid kunnen vervangen.

 

Artikel 2 Benoeming

De voorzitter, de leden en de secretaris van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant, alsook hun plaatsvervangers worden benoemd door de directie van Stichting Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

Artikel 3 Taakomschrijving

  • 3.1.

    Taken algemeen

    Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant is belast met de uitvoering van wettelijke taken op grond van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, de Monumentenverordening en de Monumentenwet 1988. Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant dient haar taken in onafhankelijkheid uit te voeren. Dat betekent dat er geen bindingen of relaties mogen bestaan op basis waarvan het advies over monumentenwaarden kan worden beïnvloed.

     

    Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke monumenten/-erfgoedbeleid. Van de commissie mag worden verwacht dat zij zich verdiept in de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en het daaraan verbonden gemeentelijke monumenteni-erfgoedbeleid.

     

    3.1.1. Wettelijke en niet-wettelijke taken

    • a.

      Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant is primair bevoegd om het college van Burgemeester en Wethouders te adviseren over de vergunningaanvragen zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    • b.

      Daarnaast kan Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant het college van Burgemeester en Wethouders adviseren over niet wettelijk verplichte taken. De in Bijlage I genoemde taken maken onderdeel uit van deze dienstverleningsovereenkomst.

    • c.

      Jaarverslag van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

      Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant legt het college van Burgemeester en Wethouders eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden.

  • 3.2

    Taken van de (deskundige) leden

    • a.

      De leden geven vanuit hun ervaring en inzicht in het vakgebied een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen.

    • b.

      Wanneer een lid op enigerlei wijze een zakelijke binding heeft met een bouwplan waarvoor advies wordt gevraagd, treedt hij/ zij voor de duur van de behandeling van de aanvraag terug uit de commissie, dan wellaat hij/ zij zich voor de betreffende vergadering vervangen.

    • c.

      De leden overleggen ter vergadering met aanvragers en ontwerpers. Zij dienen daarbij respect te tonen voor allen die bij de advisering een rol spelen. Dit vraagt, naast vakinhoudelijke kennis,vaardigheden op het gebied van communicatie.

  • 3.3.

    Taken van de voorzitter

    • a.

      De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant en de kwaliteit van de advisering. De voorzitter let erop dat Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant adviseert binnen de kaders van het gemeentelijke monumentenbeleid.

    • b.

      De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voorgang van de agenda. In de discussies draagt hij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Hij/ zij geeft na de inhoudelijke discussie over een adviesaanvraag een korte en voor alle aanwezigen heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking door de secretaris.

    • c.

      De voorzitter treedt op als gastheer/ gastvrouw voor de aanwezige aanvragers, ontwerpers en eventuele belangstellenden.

    • d.

      De voorzitter treedt namens de commissie naar buiten in het overleg met de gemeente(n) en speelt als zodanig een belangrijke rol als dagelijks aanspreekpunt.

    • e.

      De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden. De resultaten worden opgenomen in het jaarlijkse verslag van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant aan het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 3.4.

    Taken van de secretaris

    • a.

      De secretaris van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant onderhoudt de contacten met de gemeente en de commissieleden, neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen/ restauratieplannen in, verzamelt relevante informatie en bereidt de behandeling van bouwplannen/ restauratieplannen in Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant voor.

    • b.

      De secretaris verzorgt (in overleg met de voorzitter) de agendering en de administratieve afwikkeling van de commissievergaderingen. Tijdens de commissievergadering introduceert de secretaris de bouwplannen.

    • c.

      De secretaris redigeert de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het college van Burgemeester en Wethouders.

    • d.

      De secretaris neemt deel aan het evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

Artikel 4: Werkwijze

  • 4.1.

    Voorbereiding door de gemeente/indieningsvereisten

    De afdeling Monumentenzorg van de gemeente draagt er zorg voor dat bouwplannen (inclusief bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de monumentenadvisering benodigde bescheiden. Deze bescheiden dienen te voldoen aan de indieningsvereisten zoals die zijn bepaald in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).

  • 4.2.

    Intake

    De te beoordelen bouwplannen worden minimaal één week voor de vergadering ingediend bij Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant. De secretaris van de commissie beoordeelt of alle vereiste bescheiden (artikel 4.1) ook daadwerkelijk bij het te beoordelen plan zijn gevoegd.

  • 4.3.

    Vooroverleg

    • a.

      De gemeente biedt de mogelijkheid om een nog niet formeel ingediend bouwplan in vooroverleg metCommissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant toe te lichten en te bespreken.

    • b.

      Van het vooroverleg wordt altijd een verslag gemaakt dat met de besproken bescheiden wordt opgenomen in een plandossier.

    • c.

      Het vooroverleg vindt in principe niet plaats in het openbaar; openbaarheid kan evenwel worden overwogen in het belang van de na te streven transparantie van het openbaar bestuur.

    • d.

      Het verslag wordt binnen twee weken na de vergaderdatum ter beschikking gesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders.

     

  • 4.4

    Openbare vergadering

    • a.

      De behandeling van bouwplannen door Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant is openbaar, tenzij de voorzitter, de gemeente, de aanvrager of belanghebbenden van oordeel is/ zijn dat er op grond van artikel 10  van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen aanwezig zijn voor geheimhouding. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het formuleren van de conclusie, c.q. het advies.

    • b.

      Als nadere toelichting gewenst is en zinvol wordt geacht, wordt de aanvrager en/ of ontwerper uitgenodigd voor de vergadering van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant waarin het betreffende plan wordt behandeld. Indien de aanvrager van een vergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hierom bij het indienen van de aanvraag heeft verzocht, wordt deze door of namens Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant uitgenodigd voor het geven van een toelichting op het ingediende bouwplan.

    • c.

      Bezoekers van de vergadering van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant hebben spreekrecht.

    • d.

      Het uit te brengen advies formuleert de commissie in heldere en duidelijke bewoordingen. Het gebruik van abstracte taal en vakjargon wordt zoveel mogelijk vermeden. Wanneer dit onvermijdelijk blijkt, bevat het advies ten behoeve  van het college  van Burgemeester  & Wethouders, de aanvrager  en/ of de ontwerper(s) een nadere uiteenzetting. Indien de commissie adviseert een plan te laten aanpassen of een vergunning te weigeren, geeft ze een duidelijke, schriftelijke motivering. Deze omvat een omschrijving van het ingediende plan en een samenvatting van de beoordeling van het plan op die punten.

    • e.

      In overleg met het gemeentebestuur kunnen aan de commissievergadering informanten en/ of adviseurs, zoals deskundigen (bouwhistorici, stedenbouwkundige/ landschapsdeskundige, kleurendeskundige en heemkundige) worden toegevoegd voor het leveren van een inbreng in de overwegingen van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant. Bij de instemming tot het toelaten van dergelijke informanten en/ of adviseurs verleent het college van

      Burgemeester  & Wethouders  tevens machtiging tot het bedrag  van de aan dit advies verbonden  vooraf overeengekomen kosten.

    • f.

      De vergaderingen van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant vinden in beginsel plaats ter plaatse van Markt 9 te Geertruidenberg.

     

  • 4.5.

    Onderzoek ter plaatse

    • a.

      De commissie kan een onderzoek ter plaatse instellen, indien zij bij de beoordeling van een bouwplan van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.

    • b.

      Van plaats en tijdstip van het onderzoek wordt de aanvrager, de ontwerper alsmede belanghebbenden die een bezwaarschrift op grond van artikel7:1  van de Algemene wet bestuursrecht hebben ingediend, mededeling gedaan. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bij het onderzoek aanwezig te zijn.

  • 4.6

    Mandatering

    • a.

      Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant kan één of meer van haar leden mandateren tot het uitbrengen van adviezen voor vergunningaanvragen zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van een relatief geringe (ruimtelijke) betekenis of van bouwplannen waar gelet op meerdere vergelijkbare gevallen de mening van de commissie als bekend mag worden verondersteld. Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant is verantwoordelijk voor het onder mandaat uitgebrachte advies.

    • b.

      Bij iedere vorm van twijfel legt de gemandateerde een bouwplan alsnog voor aan Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

    • c.

      Behandeling van plannen onder mandaat is in principe openbaar, tenzij de gemeente, de aanvrager of belanghebbenden van oordeel is/ zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen aanwezig zijn voor geheimhouding.

  • 4.7.

    Advisering

    In beginsel zal binnen twee weken -met uitzondering van bijzondere situaties- na de datum waarop de openbare vergadering van de Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant heeft plaatsgevonden, advies worden uitgebracht aan het college van Burgemeester & Wethouders.

Artikel 5: Evaluatie

Tenminste eenmaal per jaar vindt een evaluatiegesprek plaats tussen vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en Stichting Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant.

 

Artikel 6 Tarieven

De tarieven voor de advisering van Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant worden in goed overleg met de gemeente jaarlijks vastgesteld.

Artikel 7: Voorwaarden dienstverleningsovereenkomst

De partijen sluiten een dienstverleningsovereenkomst af voor een periode van één jaar, met een stilzwijgende verlenging van telkens één jaar en een opzegtermijn van drie maanden.

 

Bijlage 1  

Commissie Advisering Monumenten en Ruimtelijke Kwaliteit Brabant adviseert het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Aalburg op verzoek over de volgende aangelegenheden:

 

  • 1.

    De bevordering en herstel van beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten en objecten voorkomende op de provinciale cultuurhistorische waardenkaart.

  • 2.

    De aanwijzing en registratie van:

    1. gemeentelijke monumenten;

    2. gemeentelijke stads- en dorpsgezichten;

  • 3.

    Advisering in het kader van de gemeentelijke subsidieregeling voor gemeentelijke monumenten en eventueel andere tegemoetkomingsregelingen voor monumentale objecten.

  • 4.

    De ontwikkeling van een integraal cultuurhistorisch beleid  voor bovengrondse  monumentale objecten en terreinen.

  • 5.

    Alle overige aangelegenheden, hiervoor niet gespecificeerd, die van belang (kunnen) zijn voor de behartiging van de monumentenzorg in de gemeente Aalburg.