Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld 2012 |
Citeertitel | Verordening Zeehavengeld 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | verordening heffing zeehavengeld |
tarieven 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2012 | 23-04-2013 | Onbekend | 15-03-2012 Gemeenteblad 2012, nr. 2 | 2012/32968 |
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam zeehavengeld worden rechten geheven terzake van het gebruik met een zeeschip van de haven en/of terzake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.
Belastingplichtig is degene die van de haven gebruikmaakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.
De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de tabellen, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin vermelde bijzondere bepalingen en van het bepaalde in art. 6.
de termijn zeehavengeld geschorst gedurende de tijd dat het schip:
een herstelling ondergaat of wordt gedokt bij een erkende scheepsreparatie-inrichting, mits:
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
de werkzaamheden de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
de haven of het havengebied van de Amsterdam uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maanden om een proefvaart te maken en vooraf hiervan aan de havenmeester en/of aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet schriftelijk kennis is gegeven;
een zeeschip dat de gemeente aandoet en/of in de gemeente verblijft uitsluitend om; te dokken, afgebouwd te worden, een herstelling te ondergaan door een erkende scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen, mits:
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
onverminderd het bepaalde onder 2°, de werkzaamheden, bedoeld in het bepaalde onder 1°, de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij deze plaatsvinden in een gedeelte dat geen eigendom is van de gemeente of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat in de gemeente komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloop-werkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming die de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat uitsluitend de gemeente doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is en in de gemeente niet langer verblijft dan voor een rechtstreekse doorvaart noodzakelijk is en de tijdsduur van vier uren niet te boven gaat;
een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de havenmeester van Zaanstad en Wormerland;
De aangifte van zeehavengeld wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, op de eerste dag, volgend op de dag van aankomst van het zeeschip, doch vóór het tijdstip waarop het zeeschip uit de gemeente vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aangifte worden gedaan binnen vier dagen na vertrek van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden betaald binnen tien dagen na aankomst van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld;
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag en/of het nagevorderde bedrag.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het zeehavengeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
De Verordening Zeehavengeld 2010, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 januari 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat de Verordening Zeehavengeld 2010 van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.