Artikel 1. Doel
De regeling beoogt het bevorderen van de maatschappelijke participatie van
inwoners met een minimuminkomen en het voorkomen van een sociaal isolement,
middels het verstrekken van een bijdrage in de kosten van
participatie-uitgaven.
Artikel 2. Begripsbepalingen
- 1.
Bijdrage: geldelijke bijdrage in de kosten van activiteiten die
deelname aan het maatschappelijk verkeer bevorderen en/of een sociaal
isolement helpen voorkomen.
- 2.
Aanvrager: een inwoner van de gemeente Alphen-Chaam die 18 jaar of
ouder is en die in aanmerking wenst te komen voor een bijdrage uit het
Sociaal Cultureel Fonds.
- 3.
Partner: degene met wie de aanvrager van een bijdrage is gehuwd of
anderszins een gezamenlijke huishouding voert, zoals bedoeld in de
Wwb.
- 4.
Kind: een bij de aanvrager inwonende minderjarige over wie de aanvrager
of zijn partner de ouderlijke macht danwel de voogdij uitoefent.
- 5.
College: het College van Burgemeester en Wethouders van
Alphen-Chaam.
- 6.
Minimuminkomen: een inkomen dat niet hoger is dan maximaal 110% van de
van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Artikel 3. De Kosten
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
participatie-uitgaven, uitgaven die niet algemeen gebruikelijk zijn in een
uitgavenpatroon van iemand met een minimuminkomen.
De uitgaven worden nader omschreven in de toelichting op dit artikel.
Artikel 4. De Doelgroep
- 1.
Deze bijdrageregeling is uitsluitend van toepassing op personen die in
het bevolkingsregister van de gemeente Alphen-Chaam zijn ingeschreven en
die vanwege hun financiële positie in een situatie van maatschappelijk
isolement dreigen te geraken.
- 2.
De aanvrager kan een bijdrage aanvragen ten behoeve van zichzelf, zijn
partner en zijn kind(eren).
- 3.
Meerderjarigen op wie de Wet op de Studiefinanciering van toepassing
is, komen niet voor een bijdrage in aanmerking.
Artikel 5
- 1.
De bijdrage kan uitsluitend gegeven worden voor de betaling van
participatie-uitgaven als bedoeld in artikel 3.
- 2.
Niet tot het inkomen worden gerekend de middelen die bij de toepassing
van de Wwb buiten beschouwing blijven voor het vaststellen van de
mogelijke draagkracht.
- 3.
Bij de vaststelling van het inkomen kan rekening worden gehouden met
bijzondere kosten zoals die voor de verlening van bijzondere bijstand
bekend zijn.
- 4.
De vermogensgrenzen zoals geregeld in de Wwb zijn van toepassing.
Artikel 6
- 1.
Aanvragen welke betrekking hebben op kosten gemaakt in het voorafgaand
kalenderjaar kunnen tot uiterlijk 1 februari worden ingediend.
- 2.
Bij de aanvraag om in aanmerking te komen voor een gemeentelijke
bijdrage dient de aanvrager ten minste één deugdelijk betaalbewijs te
overleggen.
- 3.
Aanvrager verklaart schriftelijk de bijdrage overeenkomstig het(de)
gestelde doel(en) te zullen gebruiken.
- 4.
De bijdrage wordt vertrekt als een gezinsuitkering. Het totaalbedrag
wordt op basis van het bij de aanvraag ingeleverde betaalbewijs op de
(post)bankrekening overgemaakt.
- 5.
De bijdrage wordt niet in de vorm van een voorschot verstrekt.
- 6.
De bijdrage kan worden teruggevorderd indien de aanvrager onjuiste of
onvolledige gegevens heeft verstrekt.
- 7.
Aanvrager moet de besteding van de ontvangen bijdrage kunnen
verantwoorden als de gemeente hierom vraagt.
- 8.
De gemeente kan steekproefsgewijs controles uitvoeren.
Artikel 7
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering
van deze regeling.
- 2.
Op de aanvraag dient binnen een termijn van 8 weken nadat deze is
ingediend een beslissing te worden genomen.
Artikel 8
Indien de omstandigheden en mogelijkheden van een aanvrager daartoe
aanleiding geven, kan de inkomensgrens worden vastgesteld in afwijking van
het bepaalde in artikel 2 lid 6.
Artikel 9
De regeling treedt in werking op 1 januari 2012
Artikel 10
Voor het kalenderjaar 2012 worden de toe te kennen premiebedragen
vastgesteld op:
- o
€ 100,00 voor de volwassenen vanaf 18 jaar
- o
€ 100,00 voor kinderen van 0-5 jaar
- o
€ 250,00 voor kinderen van 5-18 jaar.
Deze bedragen kunnen worden bijgesteld middels een besluit door
B&W.
Artikel 11. Hardheidsclausule
Indien strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het
oordeel van het college tot een niet gerechtvaardigde hardheid leidt, is het
college bevoegd om met afwijking van het bepaalde in de overige artikelen
tot het verlenen van een bijdrage over te gaan.
Artikel 12. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Sociaal Cultureel
Fonds 2012”.
BIJLAGE I (Toelichting)
Toelichting op artikel 3
Niet limitatieve opsomming van kosten van maatschappelijke participatie, gericht
op het voorkomen van een sociaal isolement. Het betreft een opsomming van kosten
die niet algemeen gebruikelijk zijn in een uitgavenpatroon op het
minimumniveau.
Activiteitenlijst
De activiteiten die belangrijk zijn voor de sociale participatie, worden
verdeeld in drie hoofdgroepen. De kosten van deze activiteiten komen in beginsel
voor een tegemoetkoming in aanmerking.
1. CULTUUR
a. museumkaart;
b. cultureel jongerenpaspoort (CPJ);
c. entree en abonnementen voorstellingen;
d. lidmaatschap van bibliotheek;
e. amateur kunst/culturele verenigingen;
f. cursusprojecten;
g. ideële groeperingen.
2. SPORT, RECREATIE EN WELZIJN
a. zwemabonnement;
b. lidmaatschap sportvereniging;
c. seizoenkaart entree sportwedstrijden.
d. entreebewijzen op het gebied van sport en recreatie;
e. contributies op het gebied van sport en recreatie;
e. kindervakantieweek;
f. sportieve recreatie;
g. vrijetijdsuitgaven (ook sportkleding)
g. peuterspeelzaalwerk.
3. ALGEMEEN
a. abonnement telefoon en krant;
b. vergoeding lidmaatschap van ouderenbond en/of ouderenvereniging;
c. belangenorganisaties;
d. cursussen;
e. schoolactiviteiten.
Negatieve lijst (niet te vergoeden).
vaste lasten
huur/hypotheek
gas en andere brandstoffen
water
heffingen/belastingen
verzekeringen
vervoer, tenzij dit strijdig is met het vluchtelingenbeleid
afbetaling/krediet
kleding en schoeisel (anders dan sportkleding)
inventaris
onderhoud huis en tuin
extra ziektekosten
sparen
voeding
versnaperingen
overige huishoudelijke uitgaven
zakgeld