Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties gemeente Wageningen |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Daar waar in de tekst naar de toepasselijkheid van de (inmiddels ingetrokken) ASV 1998 verwezen wordt, dient gezien de inmiddels nieuwe ASV, ASV 2007 (inclusief transponeringstabel) gelezen te worden.
Awb en ASV
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 13-02-2006 Stad Wageningen, 22-02-2006 | nr. 06.0025006, afdeling WOij |
Artikel 1.1 subsidieonderdelen
Deze deelverordening bevat subsidieregels op de activiteiten ten behoeve van het minderhedenbeleid en de zelforganisaties.
HOOFDSTUK 2 SUBSIDIËRING Zelforganisaties
Artikel 2.1 Definitie zelforganisaties
Onder zelforganisaties worden verstaan verenigingen of stichtingen die tot doel hebben inwoners van Wageningen met een gemeenschappelijke culturele achtergrond te ondersteunen bij hun integratieproces en/of beleving van hun eigen cultuur.
Artikel 2.3 Subsidie op basis van waardering
De subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk geschiedt op basis van waardering als bedoeld in artikel 3.5 van de ASV.
Artikel 2.6 Overgangsregeling.
De gesubsidieerde organisaties, Tutam, Olah, Tusmo en Shaanti Dal ontvangen over 2006 een maximum waarderingssubsidie van € 1.500,-- te verlenen, over 2007 een maximum waarderingssubsidie van € 750,-- .
El Goufran ontvangt over 2006 een maximum waarderingssubsidie van € 1.000,-- te verlenen, over 2007 een maximum waarderingssubsidie van € 750,-- .
Gedurende de overgangssituatie t/m 2009 voor Redi Doti dat een deel van de subsidie als subsidie op basis van kostensoort gezien moet worden conform artikel 3.4 uit de ASV.
Voor 2006 is dit deel € 12.000,--, voor 2007 is dit € 9.250,--, voor 2008 is dit € 6.000,-- en voor 2009 is dit € 2.500,--. Deze overgangsregeling geldt als vergoeding voor de huurlasten voor het pand Veerstraat 67. Mocht de verhuur - huurrelatie tussen de gemeente Wageningen en Redi Doti voor het betreffende pand komen te vervallen, dan vervalt ook deze overgangsregeling.
HOOFDSTUK 3 SUBSIDIËRING AKTIVITEITEN MINDERHEDENBELEID
Artikel 3.1 Wie komen er voor subsidie in aanmerking?
Voor subsidie op grond van dit hoofdstuk komen in aanmerking verenigingen, stichtingen, samenwerkingsverbanden van deze verenigingen of stichtingen of andere initiatieven van rechtspersonen die activiteiten op het gebied van minderhedenbeleid willen uitvoeren
Artikel 3.2 Subsidie op basis van activiteitenplan
De subsidieverstrekking ingevolge dit hoofdstuk geschiedt op basis van activiteitenplan als bedoeld in artikel 3.3 van de ASV.
Artikel 3.3 Subsidienorm en -bedragen
De subsidie is gekoppeld aan een jaarlijks door de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling vast te stellen subsidieplafond. Het subsidiebedrag zal voor 1/3 deel in de eerste zes maanden van het jaar beschikbaar worden gesteld, voor 1/3 voor het tweede zes maanden van het jaar. Het restant is beschikbaar voor aanvragen die gebaseerd zijn op actuele ontwikkelingen of voor aanvragen die buiten de reguliere aanvraagperiode conform artikel 3.4.1 zijn ingediend.
In 2006 kunnen de aanvragen voor activiteiten gedurende het eerste half jaar aangevraagd worden conform de aanvraag voor de activiteiten die gebaseerd zijn op actuele ontwikkelingen of voor aanvragen die buiten de reguliere aanvraagperiode conform artikel 3.4.1 zijn ingediend.
Reservering van (een gedeelte van) de verleende subsidie is niet mogelijk, tenzij burgemeester en wethouders daar afzonderlijk toestemming voor hebben verleend.
Artikel 3.7 Vaststelling subsidie
De definitieve subsidie zal, met inachtneming van de overigens aan de subsidiëring gestelde eisen, nooit meer bedragen dan het totaal van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde nota’s verhoogd met 10% van de gemaakte kosten tbv de eigen organisatie. De verhoging zal niet meer bedragen dan € 100,-- per activiteit
Toelichting Deelverordening Subsidiëring activiteiten minderhedenbeleid en zelforganisaties
Hoofdstuk 1 geeft aan waarop deze subsidieverordening betrekking heeft, te weten subsidie voor activiteiten ten behoeve van het minderhedenbeleid en subsidievoor zelforganisaties. Ook wordt in artikel 1.2 de relatie met de Algemene Subsidieverordening aangegeven.
Artikel 1.3 geeft aan dat het college nadere regels kan stellen ter aanvulling en/of uitwerking van deze deelverordening.
Dit hoofdstuk behandelt de subsidie aan zelforganisaties.
Artikel 2.1 geeft een definitie van zelforganisaties die voor subsidie in aanmerking komen.
In artikel 2.2 worden de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen genoemd.
Artikel 2.3 geeft aan dat het om een waarderingssubsidie gaat conform de ASV artikel 3.5. Dit betekend dat er geen directe relatie is tussen de hoogte van de kosten die zelforganisaties maken en de hoogte van de subsidie.
Artikel 2.4 geeft een aanvullende eis op de ASV, namelijk een overzicht van de geplande activiteiten gedurende het jaar.
Artikel 2.5.1 geeft de hoogte van de subsidie aan. Hierbij is een bedrag genoemd van € 500,-- met als peildatum 1 januari 2006. Jaarlijks zal dit bedrag geïndexeerd worden.
Artikel 2.5.2 geeft aan waaraan een verantwoording dient te voldoen, dus een activiteitenoverzicht met een inhoudelijke beschrijving van die activiteiten.
Artikel 2.5.3 geeft aan dat het eventuele vermogen van de zelforganisatie buiten beschouwing blijft bij de verantwoording c.q. toekenning van de subsidie.
Artikel 2.6 regelt de overgangsregeling over de periode 2006 t/m 2010.
Hoofdstuk 3 behandelt de subsidie voor activiteiten in het kader van het minderhedenbeleid.
Artikel 3.1 geeft aan dat iedere vereniging, stichting of rechtspersoon voor subsidie in aanmerking kan komen.
Artikel 3.2 legt de relatie met de ASV als het gaat om kostensoortsubsidie.
Artikel 3.3.1 geeft aan dat uitsluitend kosten die verband houden met de activiteit voor subsidie in aanmerking komen, verhoogd met 10% van deze kosten tot een maximum van € 100,-- per activiteit.
Artikel 3.3.2 geeft aan dat burgemeester en wethouders beoordelen of voor de activiteit een redelijke eigen bijdrage van de deelnemers wordt gevraagd.
Artikel 3.3.3. regelt het jaarlijkse subsidieplafond, de verdeling van de subsidie over het jaar.
Artikel 3.3.4 geeft aan dat, indien de aanvragen het budget overschrijden, B en W bepalen welke aanvragen gehonoreerd worden.
Artikel 3.4 regelt de aanvraagtermijnen en criteria voor de subsidie, Artikel 3.4.1 voor de twee jaarlijkse perioden van 6 maanden en artikel 3.4.2 voor de “restantsubsidie”. In artikel 3.4.3 worden de beoordelingscriteria benoemd.
Artikel 3.5 regelt de aanvraag voor de eerste periode van 2006.
Artikel 3.6 geeft aan dat reserveringen uit de subsidie niet zijn toegestaan, behalve als B en W daar afzonderlijk toestemming voor geven.
Artikel 3.7 regelt de definitieve vaststelling van de subsidie.
Hoofdstuk 4 regelt via artikel 4.1 de citeertitel van de verordening en de datum van inwerkingtreding.