Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlagtwedde

Toeslagenverordening WWB

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlagtwedde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToeslagenverordening WWB
CiteertitelToeslagenverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingetrokken door Toeslagenverordening WWB 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201209-01-2013nieuwe regeling

20-12-2011

Ter Apeler Courant 4 januari 2012

ZA.11-14065/DB.11-207

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening WWB

De raad van de gemeente Vlagtwedde;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2011 afdeling Samenleving;

gelet op artikel 8 , en artikel 30 van de wet werk en bijstand ,

besluit:

vast te stellen de “Toeslagenverordening Wwb”,

Artikel 1

  • 1.

    Voor de betekenis van de in deze verordening genoemde begrippen wordt verwezen naar de begripsomschrijvingen in hoofdstuk 1, § 1.1 van de Wet werk  en bijstand met uitzondering van de in lid 2 van dit artikel genoemde begrippen.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    belanghebbende:

    • -

      degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

  • b.

    woonkosten:

    • -

      indien een huurwoning wordt bewoond:

    • de te betalen huur per maand; duidelijk moet zijn dat er een contract is waaruit de verplichting afgeleid kan worden dat er maandelijks huur moet worden betaald.

    • -

      indien een eigen woning wordt bewoond:

    • de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar de omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

    • -

      onder zakelijke lasten wordt verstaan:

    • de rioolrechten, het eigenaarsdeel van de onroerend-zaakbelasting, de brandverzekering, de opstalverzekering, het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten;

  •  c.

    normbedrag

    • -

      het normbedrag voor een gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden ouder zijn dan 21 jaar maar jonger dan 65 jaar, als bedoeld in artikel 21 lid 1 van de wet .

Artikel 2

  • 1.

    Voor belanghebbenden aan wie bijstand kan worden verleend, geldt een categorieaanduiding.

  • 2.

    De categorieën worden aangeduid als:

    • a.

      alleenstaande;

    • b.

      alleenstaande ouder;

    • c.

      gezin.

Artikel 3

  • 1.

    De bijstandsnorm wordt verhoogd met een toeslag indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, hogere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van deze kosten met een ander.

  • 2.

    De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft en die de woonkosten niet met een ander kan delen, bepaald op het in artikel 25, tweede lid, van de wet  genoemde maximumbedrag (20% van het normbedrag).

  • 3.

    De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van het normbedrag voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder op wie het tweede lid niet van toepassing is voor zover de medebewoners geen deel uitmaken van het gezin (dus artikel 4 lid 1, sub c onder 2 en 3 van de wet  zijn niet van toepassing).

  • 4.

    De toeslag bedraagt 20% van het normbedrag voor de kostganger of onderhuurder die een commerciële kostprijs betaalt, dat wil zeggen tenminste 36% van het normbedrag aan kostgeld of 20% van het normbedrag aan onderhuur.

Artikel 4

  • 1.

    De bijstandsnorm wordt lager vastgesteld indien het gezin lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander.

  • 2.

    De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van het normbedrag.

Artikel 5

1. Het bepaalde in artikel 3, lid 3 en artikel 4 is niet van toepassing indien het hier enkel betreft :

  • a.

    één of meer thuiswonende meerderjarige kinderen van 18 jaar en ouder als bedoeld in artikel 4, lid 2 van de wet.

Artikel 6

  • 1.

    De bijstandsnorm of de toeslag wordt lager vastgesteld indien de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin, lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet, als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden (huren of in eigendom hebben) van een woning waarvoor woonkosten moeten worden betaald.

  • 2.

    De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 20% van het normbedrag.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde verlaging vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

Artikel 7

  • 1.

    De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet wordt voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, in afwijking van artikel 3, lid 2 vastgesteld op 10% van het normbedrag.

  • 2.

    De alleenstaande van 21 of 22 jaar op wie het eerste lid niet van toepassing is (en geen deel uitmaakt van een gezin), ontvangt een toeslag van 5% van het normbedrag.

Artikel 8

  • 1.

    Indien voor de belanghebbende een combinatie van een toeslag op grond van artikel 3 en een of meer verlagingen op grond van de artikelen 4, 6 en 7 geldt, bedraagt de verlaging niet meer dan 25% van het normbedrag.

  • 2.

    Indien voor de belanghebbende meer dan één verlaging op grond van de artikelen 4, 6, en 7 geldt, bedraagt de verlaging niet meer dan 25% van het normbedrag.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 9. Verhoging of verlaging van de norm of afwijkende vaststelling van de toeslag vindt plaats onverminderd artikel 18, eerste lid van de wet.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als "Toeslagenverordening Wwb".

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de deze verordening, vervalt de "Verordening verhoging en verlaging algemene bijstand gemeente Vlagtwedde".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 december 2011,

De raad voornoemd,

L.A.M. Kompier, K. Willems,

voorzitter, plv. griffier