Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Het besluit was reeds op 18 oktober 2011 vastgesteld, maar is vervolgens opnieuw, gewijzigd, vastgesteld i.v.m. technische onjuistheden en een inhoudelijke omissie.
artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de gemeentelijke Verordening maatschappelijke ondersteuning Houten 2007 en het Productenboek maatschappelijke ondersteuning Houten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-02-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2013 | Onbekend | 14-02-2012 Houtens Nieuws | BWV11.0485 |
01-01-2013 | Houtens Nieuws | BWV13.0092 |
Een aantal voorzieningen wordt uitsluitend in natura en in bruikleen verstrekt. Dit zijn rolstoelvoorzieningen, zoals genoemd in artikel 1.2 onder d en e van het Besluit. Deze voorzieningen zijn bestemd voor incidenteel gebruik.
Een combinatie van zorg in natura en persoonsgebonden budget is mogelijk. Deze combinatie is niet mogelijk voor dezelfde voorziening. Wijzigen van zorg in natura naar een persoonsgebonden budget (en omgekeerd) voor Hulp bij het huishouden is eenmaal per kalenderjaar mogelijk. Vanaf 1 januari kan men veranderen van financieringsvorm. Op basis van de hardheidsclausule kan hiervan afgeweken worden.
De aanvrager moet aan de volgende voorwaarden voldoen om een persoonsgebonden budget aan te vragen:
De budgethouder komt niet voor een persoonsgebonden budget in aanmerking indien:
Gedacht wordt aan cliënten met manische buien, verslavingsproblematiek, dementie en verstandelijke beperkingen. Deze weigeringsgrond is niet van toepassing, indien de aanvrager kan aantonen over een bewindvoerder of goed eigen netwerk van mensen te beschikken, die het beheer en het regelwerk namens de aanvrager doen.
De beschikking van de gemeente aan de budgethouder bevat ten minste de volgende gegevens:
De beschikking wordt ingetrokken of gewijzigd:
De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt als volgt plaats:
de budgethouder sluit een overeenkomst met de zorgverlener indien het om Hulp bij het huishouden gaat en vermeld daarin ten minste de gemaakte afspraken over de levering van zorg, de kwaliteit van de zorg, een overzicht van de dagen of dagdelen waarop wordt gewerkt, het uurtarief, de naam, het adres, woonplaats en BSN-nummer van de zorgverlener
De periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verleend, is de budgetperiode. Deze periode start op de dag met ingang waarvan de budgethouder volgens zijn indicatiebesluit op de voorziening is aangewezen en waarvoor het budget wordt verleend, en loopt tot de dag, waarop de geldigheidsduur van het indicatiebesluit eindigt.
De budgethouder heeft de mogelijkheid om ondersteuning voor de administratie te ontvangen vanuit de Sociale Verzekeringsbank, servicecentrum persoonsgebonden budget. Hiervoor wordt een overeenkomst gesloten tussen de Sociale Verzekeringsbank en de gemeente. Er zal eerst een evaluatie plaatsvinden alvorens er een nieuwe overeenkomst wordt gesloten.
De gemeente biedt de mogelijkheid om een voorziening zoals genoemd in artikel 1.2 onder b, c, d en e van het Besluit tweedehands in te kopen uit het gemeentelijke depot. Daarvoor hoeft de budgethouder slechts beperkte verantwoording af te leggen aan de gemeente.
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet:
Hulp bij het huishouden kan verstrekt worden in natura en als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het artikel 1.6 van het Besluit neergelegde criteria.
Vanuit het oogpunt van keuzevrijheid, zoals geformuleerd in artikel 2.1 van de Verordening, hebben aanvragers een keuze uit verschillende zorgaanbieders.
Indien de als subsidiabel aangemerkte kosten van een woonvoorziening zoals genoemd in artikel 4.2 lid 3 van de Verordening € 45.378 of meer bedragen, wordt deze woonvoorziening niet verstrekt onder toepassing van artikel 4.3 onder b van de Verordening.
Bij het vaststellen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt rekening gehouden met de ouderdom van de artikelen die voor sanering in aanmerking komen.
De afschrijvingstermijnen gelden eveneens voor de vergoeding van de meerkosten voor vervanging van rolstoelvast tapijt.
In artikel 4.3, lid d in de Verordening is de uitraasruimte opgenomen als woonvoorziening. Het aanleggen van een uitraasruimte is mogelijk.
De financiële tegemoetkoming die verstrekt wordt voor verhuis- en inrichtingskosten binnen de gemeente Houten zoals genoemd in artikel 4.1 onder a van de Verordening bedraagt € 2.268.
Het college kan een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen zoals genoemd in artikel 4.12 van de Verordening. Deze tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 4.12 onder a, wordt alleen verstrekt als de persoon met beperkingen redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat er dubbele woonlasten zouden ontstaan. De hoogte van het bedrag bedraagt de werkelijke huurprijzen tot een maximum van de huursubsidiegrens en wordt maximaal zes maanden verstrekt.
De financiële tegemoetkoming, die slechts eenmaal wordt verstrekt, bij de extra te verwerven grond voor woningaanpassing zoals genoemd in artikel 4.8 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van een taxatierapport van een beëdigd makelaar.
Het college kan een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten als genoemd in artikel 4.11 van de Verordening voor de duur van maximaal vijf maanden. Deze vergoeding geldt bij huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 2.250 is aangepast. De financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal de werkelijke huurprijs voor de betreffende woning.
De hoogte van de te verstrekken financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen of woonschip als genoemd in artikel 4.7 lid 3 van de Verordening, bedraagt maximaal
Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen, zoals genoemd in artikel 4.1 onder b, c en d van de Verordening, wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte van de geselecteerde leverancier. Het vastgestelde bedrag is, indien van toepassing, inclusief onderhoud en reparatie.
De gemeente bevoorschot de budgethouder het persoonsgebonden budget op de volgende wijze:
De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een voorziening heeft ontvangen waarbij sprake is van het verwerven van extra grond of van het vergroten van de woning en die binnen een periode van tien (10) jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om:
De financiële tegemoetkoming die per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een eigen auto, een bruikleenauto, een taxi, een rolstoeltaxi en voor de medische noodzakelijke begeleiding in het vervoer, wordt op declaratiebasis vergoed tot de bedragen zoals genoemd in bijlage III van dit besluit.
Een gesloten buitenwagen wordt in bruikleen verstrekt. De aanvrager kan een financiële tegemoetkoming ontvangen voor de gebruikskosten. Dit bedrag is gelijk aan 50% van het forfaitaire bedrag van de bruikleenauto.
Als de buitenwagen eigendom is van de aanvrager, dan wordt 50% van het forfaitaire bedrag voor gebruik van een eigen auto vergoed.
Er zijn verschillende aangepaste fietsen. De driewiel of vierwielfiets wordt in bruikleen verstrekt en zodra de VNG de driewielfiets als algemeen gebruikelijk verklaart, conformeert de gemeente zich hieraan. De driewielligfiets, rolstoelligfiets, tandem en verlengde fiets worden in eigendom verstrekt, via een persoonsgebonden budget. De aanvrager betaalt eventuele meerkosten en onderhouds- en reparatiekosten. Een fietszitje voor een kind vanaf vijf jaar kan volledig vergoed worden.
De taxikostenvergoeding voor jeugdigen wordt in vier categorieën ingedeeld:
Er kan incidenteel een vergoeding worden toegekend, als een kind dermate gehandicapt is dat er onder begeleiding geen gebruik kan worden gemaakt van de algemeen gebruikelijke vervoersmiddelen, en aannemelijk wordt dat er extra kosten gemaakt worden. Het maximum aan vergoeding is € 52,50 per maand, op basis van declaraties.
De financiële tegemoetkoming in de begeleidingskosten in het openbaar vervoer bedraagt € 35, – per maand.
Het vervoer met het collectief vraagafhankelijk vervoersysteem Regiotaxi Utrecht wordt aangemerkt als algemene voorziening. Houders van een Wmo-vervoerpas kunnen tegen een gereduceerd tarief dat gelijk staat aan het tarief van het reguliere openbare vervoer gebruik maken van Regiotaxi Utrecht.
Voor het gebruik van de regiotaxi brengt de gemeente een ritbijdrage in rekening ter hoogte van het openbaar vervoer tarief. In bijlage IV wordt de feitelijke hoogte van de ritbijdrage vermeld.
De gemeente bevoorschot de budgethouder het persoonsgebonden budget op de volgende wijze:
De inkomensgrens waarboven een auto, of met een auto vergelijkbare voorziening, en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 5.5 van de Verordening, bedraagt anderhalfmaal de krachtens de Wet Werk en Bijstand van toepassing zijnde norm.
De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto, taxi, rolstoeltaxi of eigen auto wordt verminderd met het bedrag waarmee het inkomen de inkomensgrens van anderhalf maal het norminkomen te boven gaat (glijdende schaal). Is de bedoelde financiële tegemoetkoming lager dan € 0,90 per maand of € 10,80 per jaar, dan wordt deze niet uitbetaald en op nihil gesteld.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief onderhoud en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald.
De gemeente bevoorschot de budgethouder het persoonsgebonden budget op de volgende wijze:
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit budget bedraagt € 2.174 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van minimaal drie jaar.
Om de verkrijging van een individuele voorziening samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek, inzake het advies artikel 7.4 van de Verordening, indien van toepassing aandacht besteed aan:
Het college betrekt deze bevindingen in de besluitvorming en de motivering van het besluit.
* reparatie, onderhoud en verzekering worden vergoed door middel van een aparte bevoorschotting