Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Havenverordening Hoorn 2011 |
Citeertitel | Havenverordening Hoorn 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 221 binnenhavens en vaarwegen |
Geen
Gemeentewet, art. 108, 147 en 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2012 | 01-06-2015 | 1e wijziging | 13-11-2011 Gemeenteblad 2012-39a | 12.31313 | |
22-03-2012 | 27-12-2012 | nieuwe regeling | 04-10-2011 Gemeenteblad 2012-12a | 11.18314 |
Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED
Paragraaf 1.1 Begripsomschrijvingen
Paragraaf 1.2 Toepassingsbereik
Hoofdstuk 2 INNAME LIGPLAATSEN
Paragraaf 2.2. Verboden ligplaatsen
Artikel 5 Ligplaats bij bunkerschip
Artikel 6 Ligplaats havenmeester
Paragraaf 2.3 Meldingsplicht en verblijfsduur
Artikel 8 Melden bij havenmeester
Artikel 9 Verblijfsduur vaartuigen
Artikel 10 Overschrijding verblijfsduur wegens slechte weersomstandigheden
Hoofdstuk 3 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Artikel 11 Voorkomen schade en onveilige situaties
Artikel 16 Verbod steken voorwerpen in bruggen en sluizen
Artikel 17 Vrijhouden doorvaartopening
Paragraaf 3.2 Toelaatbaarheid vaartuigen
Artikel 18 Beschadigde, zinkende en gevaarlijke vaartuigen
Artikel 19 Zeilplanken en waterscooters
Artikel 20 Bemanning en lading
Artikel 21 Opgelegde vaartuigen
Artikel 23 Gebruik stootwillen e.d.
Artikel 24 Bijboten en vlotten
Artikel 25 Dichtgevroren water en ijsgang
Artikel 26 Toegankelijkheid afgemeerde vaartuigen
Artikel 28 Langszij gemeerde vaartuigen
Artikel 30 Seizoensgebonden ligplaats terrasboot
Artikel 31 Tijdelijke vergunning terrasboot
Paragraaf 3.5 Overige beroepsmatige activiteiten
Artikel 33 Bedrijfsmatig gebruik vaartuig
Artikel 34 Verhuren of verhandelen vaartuig
Paragraaf 3.6 Gedrag in havens
Artikel 37 Gebruik reddingsmiddelen
Artikel 39 Gebruik voortstuwingsinstallatie
Artikel 40 Onbevoegd gebruik vaartuig
Artikel 41 Te water laten en aan wal trekken vaartuigen
Artikel 42 Aanbrengen voorwerpen of inrichtingen
Artikel 43 Verboden gebruik meerpalen remmingswerken en andere kunstwerken
Artikel 44 Onbevoegd gebruik brug, sluisdeur e.d.
Artikel 45 Dreggen en zoeken naar voorwerpen onder water
Paragraaf 3.7 Tekens en ontzegging toegang havens
Artikel 46 Ontzegging toegang haven
Artikel 47 Tekens en voorschriften
Artikel 48 Overtreden tekens en voorschriften
Hoofdstuk 4 BEPALINGEN BETREFFENDE MILIEUHINDER
Paragraaf 4.1 Slopen, herstellen, verbouwen
Artikel 49 Slopen, herstellen verbouwen vaartuigen
Paragraaf 4.2 Lozingen en afvalstoffen
Artikel 53 Gasflessen en brandblusapparatuur
Artikel 57 Verbod gebruik vuurwapens en vuurwerk
Hoofdstuk 5 LIGPLAATSEN VOOR KLEINE BOOTJES
Artikel 58 Ligplaatsen kleine bootjes
Artikel 59 Ligplaatsvergunning kleine bootjes
Artikel 60 Toewijzing ligplaats en wachtlijst
Artikel 61 Verbod inname ligplaats kleine bootjes
Hoofdstuk 6 VERGUNNINGEN EN ONTHEFFINGEN
Artikel 62 Vergunning, ontheffing of ontzegging
Artikel 63 Duur vergunning of ontheffing
Artikel 65 Voorschriften en beperkingen
Hoofdstuk 7 STRAFBEPALINGEN, TOEZICHT EN OPSPORING
Artikel 69 Binnentreden woning
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de havens: de wateren van de Buitenhaven, de Binnenhaven, de Oude Haven, de Vollerswaal, de Turfhaven, de Vluchthaven, de Karperkuil, de Grashaven (alsmede het water gelegen langs de dijk bij Achter op ’t Zand). Onder de havens valt ook: de aan de havens gelegen gronden zoals kaden, kadeterreinen en scheepshellingen, de in de havens geplaatste kunstwerken; zoals steigers, bruggen en sluiswerken. Gebieden (water) die door de gemeente aan derden privaatrechtelijk in gebruik zijn gegeven, vallen niet onder de definitie havens;
Onverminderd het bepaalde in het BPR en in de overige artikelen van deze verordening is het zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden een ligplaats te hebben of in te nemen met een vaartuig op een plaats, welke niet voor dat soort vaartuig in de Havenatlas is aangewezen.
Het is verboden om met een vaartuig anders dan voor het inladen van olieproducten of het afgeven van bilge-/vuilwater een ligplaats te hebben of in te nemen langszij het bunkerschip in de Buitenhaven.
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden om met een vaartuig gebruik te maken van de steiger en/of aanlegplaats bestemd voor het vaartuig van de havenmeester of ligplaats te nemen op zo geringe afstand van of in zodanige positie ten opzichte van die steiger en/of aanlegplaats, dat het aanleggen en afvaren van de vaartuigen van de havenmeester wordt bemoeilijkt.
Het is de schipper verboden met zijn vaartuig in de havens op zodanige wijze te liggen of te varen dat met dat vaartuig of met de meermiddelen daarvan, dan wel door golfslag of zuiging, hinder, schade of een ongeluk wordt veroorzaakt en, in het algemeen, de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid in gevaar wordt gebracht of redelijkerwijze is aan te nemen, dat de veiligheid in gevaar kan worden gebracht.
Het is de schipper van een mechanisch voortbewogen vaartuig verboden in de havens te varen met een grotere snelheid dan 6 kilometer per uur (3,2 knopen).
Het is verboden om in de havens te varen met een zeilplank of waterscooter.
Het is verboden zich in de havens te bevinden met een vaartuig dat te zwaar beladen is of dat onvoldoende is bemand of uitgerust.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een vaartuig in de havens op te leggen.
De schipper en/of eigenaar is verplicht door het aanbrengen van stootwillen, fenders, kurkenzakken, drijfbalken of op enig andere deugdelijke wijze er zorg voor te dragen, dat tengevolge van het afmeren, gemeerd liggen of ontmeren van zijn vaartuig geen schade aan enig persoon of goed wordt toegebracht.
Het tweede lid is niet van toepassing op vlotten, slechts in gebruik zijnde om buiten boord van een vaartuig dan wel aan kunstwerken reparatie- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten, mits de afmeting niet groter is dan 4,0 meter lang en 1,5 meter breed of vlotten die gebruikt worden bij wedstrijden of evenementen die in de havens plaatsvinden.
Bij ijsgang of toegevroren water in de havens is de schipper van een vaartuig verplicht:
De schipper van een vaartuig, dat langszij een ander vaartuig gemeerd ligt, is verplicht het andere vaartuig, indien de schipper daarvan dit wenst, gelegenheid te geven te ontmeren en te vertrekken.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders, uit hoofde van het uitoefenen van een beroep, een vaartuig te laden en/of te lossen aan de Vollerswaal, de Overslagkade, de Karperkuilkade, het Baatland, de Nieuwendam, de Korenmarkt, de Appelhaven, de Vismarkt, de Bierkade, het Venidse, de Turfhaven, het Buurtje, de Veermanskade, de Oude Doelenkade, het Houten Hoofd, het Hoofd of het Oostereiland.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een ieder die er zijn bedrijf of nevenberoep dan wel een gewoonte van maakt vaartuigen te verhuren of te verhandelen, verboden met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze te verhuren of te verhandelen.
Het is verboden de zich op de wal bevindende reddingsmiddelen te gebruiken anders dan bij onmiddellijk gevaar voor verdrinking.
Het is de schipper verboden een voortstuwinginstallatie en/of schroef van zijn vaartuig te gebruiken anders dan om te varen, te meren of te ontmeren.
Het is een ieder, die niet behoort tot de bemanning of passagiers van een vaartuig verboden, zonder toestemming van de schipper en zonder redelijk doel:
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders, in de havens vaartuigen te water te laten of uit het water te halen met behulp van kranen en/of andere mechanische hulpmiddelen, kanteltrailers daaronder begrepen.
Het is verboden wederrechtelijk in meerpalen, remmingswerken of andere tot de havens behorende kunstwerken te klimmen, daarop te lopen of zich daarop te bevinden.
Het is een ieder die daartoe niet bevoegd is, verboden een brug, een sluisdeur of de daarbij behorende schuif, of de schuif van het bij een sluis behorende riool, of schuiven van afzonderlijke duikers te openen of te sluiten.
Het is een ieder die daartoe niet bevoegd is, verboden een brug, een sluisdeur of de daarbij Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders met enigerlei middel naar zich onder het wateroppervlak bevindende voorwerpen te zoeken of deze op te dreggen.
Indien na overtreding van een verbod als bedoeld in de artikelen 11, 12, 13, 14, 18, 19, 32, 33, 34, 35, 36, 49, 51, 54 en 56 naar het oordeel van burgemeester en wethouders ernstige vrees bestaat dat de veiligheid in de havens door de overtreders(s) opnieuw zou kunnen worden verstoord, kunnen zij deze overtreder(s) met zijn (hun) vaartuig, respectievelijk de schipper met het vaartuig waarop de overtreding plaatsvond voor maximaal drie maanden de toegang tot de havens of een deel van de havens ontzeggen.
Burgemeester en wethouders kunnen in de havens om reden van ordening en/of in het belang van de openbare orde en veiligheid nadere regels stellen bestaande uit het plaatsen van één van de tekens, al of niet in samenhang met bijkomende tekens, die zijn opgenomen in bijlage 7 A tot en met F van het BPR.
Burgemeester en wethouders kunnen het plaatsen van een teken als bedoeld in het eerste lid achterwege laten indien het plaatsen van een teken niet doelmatig is; in plaats daarvan of in combinatie met het plaatsen van een teken kunnen zij een verbod, gebod, aanbeveling of inlichting in een voorschrift opnemen.
Onverlet het bepaalde in de APV is het verboden zich van huishoudelijke afvalstoffen en grof huisvuil afkomstig van een in de havens liggend vaartuig te ontdoen anders dan door gebruikmaking van de daartoe bij de havens geplaatste en als zodanig aangegeven afvalstoffencontainers.
De schipper van een vaartuig zowel als de exploitant van een aan de havens gelegen terrein is verplicht:
onmiddellijk na het te water geraken van de in het eerste en derde lid genoemde vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden daarvan kennis te geven aan de havenmeester en er zorg voor te dragen, dat deze vloeistoffen, voorwerpen of zelfstandigheden onmiddellijk of, bij gebreke van dien, binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen tijd uit de havens worden verwijderd.
Aan boord van pleziervaartuigen mogen niet zich niet meer dan twee gasflessen bevinden, welke zijn goedgekeurd door een daartoe bevoegde instantie en erkende instantie of deskundige en zijn aangesloten door middel van deugdelijke slangen en klemmen. De gasfles of gasflessen dient of dienen deugdelijk te zijn geplaatst, in een ruimte die voldoende geventileerd is, zo mogelijk buiten het woonverblijf en motorruimte.
In afwijking van artikel 5:34 van de APV is het verboden om in de havens aan boord van een vaartuig op open vuur aan dek op open vuur gerechten te roosteren of te bereiden, of op enigerlei andere wijze aan dek open vuur te bezigen.
Het is verboden om aan boord van een vaartuig voortstuwingsinstallaties, motoren, aggregaten, geluidsapparatuur of andere toestellen of installaties in werking te hebben of werkzaamheden of activiteiten te verrichten in strijd met de geluids- en trillingsvoorschriften van Paragraaf 1.1 Geluid en trilling van de Bijlage van het Besluit jachthavens.
Burgemeester en wethouders wijzen de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58, eerste lid, sub g. uitsluitend toe aan direct aanwonenden. Onder direct aanwonenden worden verstaan: bewoners woonachtig aan de Zon met de huisnummers 2 t/m 24, met een direct aangrenzende achtertuin aan het water van de Vollerswaal.
Toewijzing van ligplaatsen als bedoeld in artikel 58 geschiedt in volgorde van binnenkomst. Per huisadres wordt maximaal voor één klein bootje een ligplaats toegewezen. Indien meer ligplaatsen worden aangevraagd dan er beschikbaar zijn, wordt door burgemeester en wethouders een wachtlijst bijgehouden.
Een vergunning, ontheffing of ontzegging is persoongebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning, ontheffing of ontzegging zich daar tegen verzet.
Paragraaf 4.1.2.2. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen van deze verordening:
De aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen kunnen worden gewijzigd indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing vereist is.
Een vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken in het geval dat:
zich na het verlenen van de vergunning of ontheffing zodanige feiten en/of omstandigheden hebben voorgedaan danwel een verandering van inzichten is opgetreden op grond waarvan moet worden aangenomen dat intrekking van de vergunning of ontheffing wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
Zij die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften zijn, indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, bevoegd om het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig te betreden zonder toestemming van de bewoner.
Deze verordening treedt, met uitzondering van Hoofdstuk 5 voor wat betreft de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58 lid 1 onder a, in werking met ingang van de dag na de dag waarop deze verordening bekend is gemaakt. Voor de ligplaatsen als bedoeld in artikel 58 lid 1 onder a van deze verordening treedt deze verordening in werking op een bij raadsbesluit nader te bepalen datum.
Vergunningen, ontzeggingen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Havenverordening Hoorn 2005 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige verordening worden aangemerkt als vergunningen, ontzeggingen en ontheffingen krachtens onderhavige verordening.
Personen die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening op de wachtlijst als bedoeld in artikel 60 van de Havenverordening Hoorn 2005 stonden, worden op het moment van inwerkingtreding met behoud van hun positie geplaatst op de wachtlijst als bedoeld in artikel 60, derde lid van deze verordening.
Deze toelichting hoort bij de Havenverordening Hoorn 2011. Met uitzondering van artikel 64a Havenverordening Hoorn 2011 is verder niet gekozen voor een toelichting per artikel, omdat een merendeel van de artikelen voor zich spreken.
De Havenverordening Hoorn 2011 is als volgt opgezet:
In hoofdstuk 1 van de Havenverordening Hoorn 2011 worden de begripsbepalingen en het toepassingsgebied beschreven. Hoofdstuk 2 gaat over de inname van de ligplaatsen. Hoofdstuk 3 gaat over de openbare orde en veiligheid en regelt oogpunten over vaargedrag, toelaatbaarheid vaartuigen, afmeerregime, terrasboten, overige beroepsmatige activiteiten, gedrag in havens tekens en ontzegging toegang havens. In hoofdstuk 4 zijn bepalingen over milieuhinder opgenomen.
Hoofdstuk 5 gaat over ligplaatsen voor kleine bootjes. Hoofdstuk 6 gaat nader in op vergunningen en ontheffingen. Hoofdstuk 7 bevat strafbepalingen en gaat nader in op toezicht en opsporing en tot slot gaat hoofdstuk 8 in op het overgangsrecht en de inwerkingtreding.
De Havenverordening Hoorn 2011 beoogt de belangen te beschermen die betrekking hebben op de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Ook is het behoud van het karakter van de passantenhaven een doel van de havenverordening. Daarom staan in de Havenverordening Hoorn 2011 bepalingen m.b.t. de verblijfsduur van het innemen van een ligplaats.
De vaartuigen die het meest van de gemeentelijke havens gebruik maken zijn: pleziervaartuigen, charterschepen en passagiersschepen. Voor deze typen vaartuigen zijn in de Havenatlas Hoorn 2011 aparte ligplaatslocaties aangewezen.
De Binnenhaven is aangewezen voor pleziervaartuigen en charterschepen en de Buitenhaven voor charter- en passagiersschepen. De onderlinge afstand (spiegel - boeg) tussen een charterschip of passagiersschip en een ander vaartuig, is vanwege de noodzakelijke manoeuvreerruimte bepaald op minimaal 2 meter. Dit is geen verandering ten opzichte van de Havenverordening Hoorn 2005 en Havenatlas Hoorn 2005.
Andere medegebruikers van de havens zijn voornamelijk een permanent aanwezig bunkerschip, terrasboten, een vissersschip (NH-2), een viskaar en kleine bootjes. Ook voor deze vaartuigen zijn in de havenatlas aparte gedeelten aangewezen.
Voor wat betreft het bunkerschip en vissersschip (NH-2) is de reeds bestaande situatie in de havenatlas vastgelegd.
Tenslotte voorziet de havenatlas in een aparte afmeerregeling voor zogenaamde historische schepen. Dit zijn oude voormalige bedrijfsvaartuigen met bijzondere cultuurhistorische waarde. Door dergelijke vaartuigen te clusteren ter hoogte van de Veermanskade en de Korenmarkt wordt de attractiviteit en het historische karakter van de Hoornse havens versterkt.
Volgens de vastgestelde havenatlas kunnen pleziervaartuigen, charterschepen en passagiersschepen, zonder voorafgaande vergunning maximaal 6 dagen binnen de voor hun aangewezen gedeelten van de havens een ligplaats innemen als wordt voldaan aan de voorschriften van de Havenatlas Hoorn 2011. Dit geldt niet voor terrasboten en historische schepen. Voor het met een terrasboot innemen van een ligplaats in de havens, is behoudens het feit dat de ligplaats in de Havenatlas Hoorn 2011 voor een terrasboot met zijn aangewezen ingevolge artikel 22 juncto 30 en 31 van de Havenverordening Hoorn 2011 verder nog een aparte aanwezigheidsvergunning vereist. Historische schepen mogen slechts op de in de Havenatlas Hoorn 2011 aangegeven plekken een ligplaats innemen. Hieraan is geen tijdlimiet gekoppeld. Deze verordening bevat geen mogelijkheid om buiten deze plaatsen een ligplaats in te nemen.
Langduriger verblijf met een dergelijk vaartuig blijft ingevolge artikel 9 van de Havenverordening Hoorn 2011 echter wel vergunningsplichtig.
De Havenverordening Hoorn 2011 beoogt onder meer de openbare orde en veiligheid in de havens te beschermen. Om dit doel te kunnen realiseren, dient het afmeren van vaartuigen in de havens aan dusdanige voorschriften te zijn gebonden dat onveilige situaties (zoveel mogelijk) worden voorkomen. Deze voorschriften zijn opgenomen in het op 1 juni 2004 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde preventief veiligheidsplan gemeentelijke haven.
Havenatlas (grondslag artikel 3 van de Havenverordening Hoorn 2011):
De Havenatlas Hoorn 2011 is een nader besluit ter uitvoering van de Havenverordening Hoorn 2011.
Ligplaatsen voor kleine bootjes.
In de Havenatlas zijn de ligplaatsen voor kleine bootjes vastgelegd.
In de beleidsregel: ‘ligplaatsen voor kleine bootjes 2011’ worden geregeld:
Voorlopig blijft voor de steigers bij Achter op ’t Zand de Havenverordening Hoorn 2005 gelden (de privaatrechtelijke regeling). Een nieuwe regeling voor deze locatie treedt pas later in werking. Dit is geregeld in artikel 71 van de Havenverordening Hoorn 2011.
Waarom treedt deze regeling pas later in werking? Er zijn ontwikkelingen voor de steigers bij Achter op ’t Zand. Er wordt onderzocht hoe de inrichting van deze aanleglocatie in de toekomst beter kan worden ingericht.
Bevoegdheden voor de handhaving van de Havenverordening Hoorn 2011.
Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening en het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) zijn belast de (senior) integraal toezichthouders (waaronder de havenmeester) en coördinatoren werkzaam bij bureau Stadstoezicht (artikel 68, lid 1 van de Havenverordening Hoorn 2011). Op grond van de Algemene wet bestuursrecht komen hen bevoegdheden toe als onder meer: het betreden van plaatsen, inlichtingen vorderen, inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en zaken onderzoeken.
Ook is in de Havenverordening Hoorn 2011 de expliciete bevoegdheid opgenomen om binnen te treden in het als woning ingerichte gedeelte van een vaartuig zonder toestemming van de bewoner. Deze bevoegdheid volgt uit artikel 149a van de Gemeentewet. Van deze bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt indien een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven.
Lex silencio positivo is het ontstaan van een positieve fictieve beschikking bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag (zie paragraf 4.1.2.2. van de Algemene wet bestuursrecht).
Voor vergunningregimes die onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen, is de lex silencio positivo van toepassing. Echter om dwingende reden van algemeen belang zoals openbare orde en veiligheid kan hiervan worden afgezien. Dit moet uitdrukkelijk bepaald worden in de betreffende wetten/verordeningen.
Op de in artikel 64 a genoemde artikelen is de Dienstenrichtlijn van toepassing. Deze artikelen zijn met name gericht op de openbare orde en veiligheid op het water. Een lex silencio positivo is om deze dwingende redenen van algemeen belang niet wenselijk. Daarom wordt in deze gevallen van de lex silencio positivo afgezien.