Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerveld

Reglement op de raadscommissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement op de raadscommissies
CiteertitelReglement van orde voor de commissievergaderingen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-201415-07-2015artikel 1,3,4,5

01-07-2014

Da's Mooi, 15-07-2014

14/10754
01-04-201216-07-2014Nieuwe regeling

06-03-2012

Da's Mooi, 20-03-2012

12/0296

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement op de raadscommissies

De raad van de gemeente Westerveld;

gezien van het voorstel van het presidium van 30 januari 2012;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen het volgende

Reglement op de raadscommissies

Hoofdstuk I Raadscommissies voor voorbereiding

Artikel 1 Instelling raadscommissies en werkgebied

  • 1.

    De raad stelt de volgende openbare raadscommissies voor voorbereiding in:

    • ·

      Commissie Sociaal Domein

    • ·

      Commissie Fysiek Domein en Middelen

       

  • 2.

    De commissie Sociaal Domein heeft als werkgebied:

    • ·

      onderwijs, sport en jeugdzorg (programma 3)

    • ·

      werk en inkomen (deels programma 4)

    • ·

      zorg, welzijn en cultuur (programma 5)

  • 3.

    De commissie Fysiek Domein en Middelen heeft als werkgebied:

    a. burger en bestuur en openbare orde en veiligheid (programma 1)

    b. beheer openbare ruimte en milieu (programma 2)

    c. lokale economie, vrijetijdseconomie (deels programma 4

    d. ruimtelijke ontwikkeling (programma 6)

    e. belastingen en financien (programma 7)

Artikel 2 Taken

  • 1.

    Deze commissies hebben tot taak om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad voor te bereiden.

  • 2.

    Meer specifiek kan deze taak als volgt worden onderscheiden:

  • ·

    zich laten informeren over geagendeerde onderwerpen door collegeleden, medewerkers van de ambtelijke organisatie, burgers, vertegenwoordigers van organisaties, overige belanghebbenden en deskundigen;

  • ·

    een oordeel vormen over geagendeerde onderwerpen;

  • ·

    een procedurebesluit nemen over het vervolgproces van geagendeerde onderwerpen;

  • ·

    informatievoorziening van het bestuur van college of de burgemeester, waaronder begrepen het bestuur in verbonden partijen;

  • ·

    afhandelen van aan de raad gerichte ingekomen brieven die voor kennisgeving kunnen worden aangenomen.

  • 3.

    Om een integrale benadering te realiseren wordt een onderwerp in niet meer dan in één commissie behandeld

  • 4.

    De commissie kan besluiten een aparte bijeenkomst te houden met een informatief karakter.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissies bestaan uit maximaal twee leden per fractie. Per agendapunt is een van beiden woordvoerder.

  • 2.

    Van het maximale aantal van twee leden is er een lid van de raad.

  • 3.

    De commissie kan besluiten dat een ander fractielid een lid van de commissie vervangt. Deze vervanger is een raadslid.

  • 4.

    De leden worden benoemd door de raad op voordracht van de fracties.

  • 5.

    Een lid van de commissie kan zowel raadslid als duolid zijn. De duoleden moeten zijn geplaatst op de kandidatenlijst bij de laatstgehouden verkiezingen van de betreffende fractie. Op de duoleden zijn de artikel 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet van toepassing.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    vervallen

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • ·

      het leiden van de vergadering;

    • ·

      het concluderen van de bespreking in de vorm van procesafspraken of, bij een oordeelvormende bespreking, het benoemen van inhoudelijke conclusies;

    • ·

      het handhaven van de orde;

    • ·

      het doen naleven van deze verordening.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 3 lid 5 van dit reglement genoemde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of diens plaatsvervangers ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen hiervan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat in een maand na de schriftelijke mededeling of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door ontslag of overlijden een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 3 en 4 van dit reglement.

Artikel 6 Griffier

  • 1.

    De griffier of een medewerker van de griffie fungeert als commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Hij draagt zorg voor de aanlevering van de agenda en bijbehorende stukken, waaronder het uitnodigen van de in artikel 2, lid 2 genoemde personen en organisaties, en de afhandeling van ter vergadering gemaakte afspraken en conclusies.

  • 4.

    Hij maakt een besluitenlijst van het besprokene. In de besluitenlijst worden de toezeggingen en het besluit van de commissie over de afhandeling van het stuk opgenomen.

Artikel 7 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De voorzitter kan, gezien het onderwerp van de commissie, besluiten om naast de vaste leden van de commissie ook andere leden van de raad op te roepen.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter de leden van de commissie drie dagen voor de vergadering een schriftelijke oproep verzenden. De oproep vermeld dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De voorzitter voert overleg met de agendacommissie voordat hij overgaat tot een spoedoproep.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep een aanvullende agenda opstellen.

  • 5.

    Een aanvullende agenda wordt met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk maar uiterlijk drie dagen voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen van de raadscommissie vinden in de regel eens per vier weken plaats op dinsdag volgens een door het presidium vast te stellen vergaderrooster.

  • 2.

    De vergaderingen duren tot uiterlijk 23.00 uur. Indien de agenda op dat moment niet afgewerkt is, worden de nog niet behandelde agendaonderdelen aangehouden tot de volgende vergadering van de betreffende commissie. In bijzondere gevallen kan de voorzitter hiervan afwijken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg met de agendacommissie.

Artikel 9 Agenda

  • 1.

    De agenda bevat als regel de volgende vaste onderdelen

  • ·

    vaststellen agenda en vergaderorde;

  • ·

    besluitenlijst vorige vergadering;

  • ·

    rondvraag;

  • ·

    ingekomen stukken en mededelingen;

  • ·

    informatie van het college en van de burgemeester;

  • ·

    informatie van het college en van de burgemeester over verbonden partijen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast.

  • 3.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en twee lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 11 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in een huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt. In bijzondere gevallen, waaronder de situatie onder artikel 7 lid 3, kan de voorzitter besluiten de vergadering bekend te maken door de aankondiging in een regionale krant en op de gemeentelijke website te plaatsen.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

  • ·

    De datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering

  • ·

    De wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien

  • ·

    De mogelijkheid om deel te nemen aan de bespreking.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 12 Orde der vergadering, opening en aanwezigheid

  • 1.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter door ondertekening vastgesteld.

  • 2.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 13 Informatievoorziening

  • 1.

    Doel van de informatievoorziening over een onderwerp is het verzamelen van alle voor de raad relevante informatie over een onderwerp, die nodig is om tot weloverwogen oordeelsvorming en besluitvorming te komen.

  • 2.

    Daartoe is er ruimte voor burgers, (vertegenwoordigers van) maatschappelijke organisaties en bedrijven om hun opvattingen en ideeën te geven over de op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 3.

    De portefeuillehouder uit het college of de burgemeester zijn aanwezig voor het geven van een toelichting op hun voorstellen of notities en voor het beantwoorden van vragen.

  • 4.

    Zij kunnen zich voor de beantwoording van vakinhoudelijke vragen laten bijstaan door ambtelijke deskundigen.

  • 5.

    Eventueel uitgenodigde andere deskundigen zijn aanwezig voor het geven van hun deskundige mening en het beantwoorden van vragen.

  • 6.

    De in de leden 2 t/m 5 bedoelde personen worden door de griffier uitgenodigd; zij nemen zoveel mogelijk plaats aan de vergadertafel volgens aanwijzingen van de voorzitter.

  • 7.

    De leden van de commissie hebben tijdens de informatievoorziening een luisterende en vragenstellende rol; zij formuleren in deze fase nog geen inhoudelijk standpunt en gaan niet met elkaar in discussie.

  • 8.

    De informatievoorziening wordt afgesloten met een besluit over het vervolgproces van het aan de orde zijnde onderwerp.

artikel 14 Inspreekrecht

  • 1.

    Tijdens de commissievergadering kan door een ieder worden ingesproken over punten die voorkomen op de agenda, met uitzondering van de opening, vaststellen agenda en vergaderorde, verslag vorige vergadering, rondvraag, ingekomen stukken en mededelingen, informatie van het college en van de burgemeester, informatie van het college en van de burgemeester over verbonden partijen en de sluiting.

  • 2.

    Het inspreken vindt plaats direct voorafgaand aan de behandeling van het voor inspraak aangegeven agendapunt.

  • 3.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken moet dit voor 17.00 uurvoorafgaand aan de dag van de vergadering melden aan de griffier.

  • 4.

    De spreektijd is maximaal 5 minuten per spreker. De voorzitter kan bepalen dat deze termijn kan worden ingekort indien naar zijn oordeel, het inspreken een onevenredig deel van de beschikbare tijd in beslag zal kunnen nemen;

  • 5.

    Insprekers nemen zoveel mogelijk plaats aan de vergadertafel danwel maken gebruik van het spreekgestoelte, volgens aanwijzingen van de voorzitter.

  • 6.

    Sprekers richten het woord tot de voorzitter; hierna worden de raadsleden in de gelegenheid worden gesteld vragen ter verduidelijking te stellen aan de spreker.

  • 7.

    De agendacommissie kan besluiten geen spreekrecht toe te staan bij agendapunten waarbij de agendacommissie van oordeel is dat in de voorbereidingsprocedure van een agendapunt al voldoende ruimte is geweest voor inspraak of de status van het agendapunt zich hiertoe niet leent.

Artikel 15 Oordeelsvorming

  • 1.

    Doel van de oordeelsvorming is om standpunten in te nemen die richting geven aan het door de raad vast te stellen beleid, mede op basis van aangeleverde stukken en het resultaat van de informatievoorziening als vermeld in artikel 12.

  • 2.

    De commissie hanteert hierbij het uitgangspunt dat de politieke oordeelsvorming over een voorstel met concrete beslispunten, waarover de raad moet besluiten, plaatsvindt vindt in de raadsvergadering; de voorzitter ziet hier in het bijzonder op toe.

  • 3.

    Over zaken, behorende tot de bevoegdheid van de burgemeester of van het college, kan de commissie op verzoek van de burgemeester of het college advies uitbrengen.

  • 4.

    De oordeelsvorming over een onderwerp vindt plaats in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie, eventueel op voorstel van de agendacommissie, een andere wijze van oordeelsvorming afspreekt.

  • 5.

    Als regel vindt de oordeelsvorming plaats via een bespreking van het onderwerp tussen de leden van de commissie. De commissie kan besluiten dat ook de portefeuillehouder van het college deelneemt aan de bespreking.

  • 6.

    De oordeelsvorming wordt afgesloten met (zo mogelijk) het trekken van conclusies naar aanleiding van de gevoerde bespreking en met een besluit over het vervolgproces van het aan de orde zijnde onderwerp.

Artikel 16 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

Artikel 17 Handhaving orde, schorsing

Artikel 26 van de Gemeentewet, handelende over de orde tijdens een raadsvergadering, is van overeenkomstige toepassing op de vergadering van een commissie, met dien verstande dat in artikel 26, lid 3 in de plaats van ‘de raad’ wordt gelezen ‘de commissie’.

Artikel 18 Besloten vergadering

  • 1.

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld maar ligt voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 3.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 4.

    Voor de afloop van een besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, lid 1, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 19 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 20 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 21 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk II Agendacommissie

Artikel 22 Agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie, belast met de voorbereiding van de vergaderingen van de raadscommissies en van de gemeenteraad.

  • 2.

    De agendacommissie bestaat uit de voorzitter van de gemeenteraad en uit de voorzitters van de raadscommissies als genoemd in artikel 1. De voorzitter van de gemeenteraad is tevens voorzitter van de agendacommissie.

  • 3.

    De griffier is aanwezig bij de vergaderingen van de agendacommissie, draagt zorg voor de voorbereiding en werkt de gemaakte afspraken uit.

  • 4.

    De secretaris kan worden uitgenodigd de vergaderingen van de agendacommissie bij te wonen als adviseur.

  • 5.

    De agendacommissie beoordeelt of een onderwerp voldoende is voorbereid voor behandeling in een raadscommissie en de gemeenteraad.

  • 6.

    Per onderwerp maakt de agendacommissie afspraken over

  • ·

    De indeling van voorstellen in A- en B-stukken

  • ·

    De verdeling van de onderwerpen over de drie raadscommissies

  • ·

    De wijze van informatievoorziening, oordeelsvorming en besluitvorming

  • ·

    De uit te nodigen personen en organisaties voor de informatievoorziening in de raadscommissie

  • ·

    Wat verder nodig is voor een effectieve en efficiënte behandeling van zaken in de raadscommissie en in de gemeenteraad.

  • 7.

    De agendacommissie kan besluiten de voorbereiding van de commissie- en raadsvergaderingen, inclusief de taken genoemd in de leden 5 en 6 over te laten aan de betreffende voorzitter en de (commissie)griffier. Indien de agendacommissie hiertoe besluit betrekken de voorzitter en de (commissie)griffier de ambtelijk coördinator van de betreffende vergadering bij hun voorbereiding.

  • 8.

    De overige taak van de agendacommissie is het evalueren van gehouden vergaderingen van de raadscommissies en gemeenteraad.

  • 9.

    De agendacommissie vergadert in het openbaar.

Hoofdstuk III Auditcommissie

Artikel 22 : vervallen

 

Artikel 23 Auditcommissie

  • 1.

    Er is een auditcommissie, belast met de afstemming van de onderzoekswerkzaamheden van de rekenkamercommissie, de accountant en van het onderzoek, gebaseerd op artikel 213a van de Gemeentewet.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie bestuur en middelen is voorzitter van de auditcommissie. Verder bestaat de commissie uit een door de commissie bestuur en middelen aangewezen vertegenwoordiger, de accountant, de door het college aangewezen ambtenaar, belast met het onderzoek op basis van artikel 213a van de Gemeentewet en medewerker belast met de financiële administratie van de gemeente.

  • 3.

    De commissie wordt secretarieel ondersteund door de griffier.

  • 4.

    De commissie kan ambtenaren vragen om nadere feitelijke informatie te verstrekken

  • 5.

    De auditcommissie komt tenminste één keer per jaar in de maand september bijeen om de voorgenomen onderzoeksactiviteiten van het komende kalenderjaar op elkaar af te stemmen.

  • 6.

    De activiteiten van de auditcommissie laten onverlet de bevoegdheid van elk van de controle-organen om zijn of haar onderzoeksplan vast te stellen.

  • 7.

    De commissie vergadert in het openbaar.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2012.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement kan aangehaald worden als: Reglement van orde voor de commissievergaderingen 2012.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 6 maart 2012

De griffier,

A.Middelkamp

De voorzitter,

H.Jager