Hoofdstuk I Raadscommissies voor voorbereiding
Artikel 1 Instelling raadscommissies en werkgebied
- 1.
De raad stelt de volgende openbare raadscommissies voor
voorbereiding in:
- ·
- ·
Commissie Fysiek Domein en Middelen
- 2.
De commissie Sociaal Domein heeft als werkgebied:
- ·
onderwijs, sport en jeugdzorg (programma 3)
- ·
werk en inkomen (deels programma 4)
- ·
zorg, welzijn en cultuur (programma 5)
- 3.
De commissie Fysiek Domein en Middelen heeft als werkgebied:
a. burger en bestuur en openbare orde en veiligheid (programma
1)
b. beheer openbare ruimte en milieu (programma 2)
c. lokale economie, vrijetijdseconomie (deels programma 4
d. ruimtelijke ontwikkeling (programma 6)
e. belastingen en financien (programma 7)
Artikel 2 Taken
- 1.
Deze commissies hebben tot taak om de volksvertegenwoordigende,
kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad voor te
bereiden.
- 2.
Meer specifiek kan deze taak als volgt worden onderscheiden:
- ·
zich laten informeren over geagendeerde onderwerpen door
collegeleden, medewerkers van de ambtelijke organisatie, burgers,
vertegenwoordigers van organisaties, overige belanghebbenden en
deskundigen;
- ·
een oordeel vormen over geagendeerde onderwerpen;
- ·
een procedurebesluit nemen over het vervolgproces van geagendeerde
onderwerpen;
- ·
informatievoorziening van het bestuur van college of de
burgemeester, waaronder begrepen het bestuur in verbonden
partijen;
- ·
afhandelen van aan de raad gerichte ingekomen brieven die voor
kennisgeving kunnen worden aangenomen.
- 3.
Om een integrale benadering te realiseren wordt een onderwerp in
niet meer dan in één commissie behandeld
- 4.
De commissie kan besluiten een aparte bijeenkomst te houden met een
informatief karakter.
Artikel 3 Samenstelling
- 1.
De commissies bestaan uit maximaal twee leden per fractie. Per
agendapunt is een van beiden woordvoerder.
- 2.
Van het maximale aantal van twee leden is er een lid van de
raad.
- 3.
De commissie kan besluiten dat een ander fractielid een lid van de
commissie vervangt. Deze vervanger is een raadslid.
- 4.
De leden worden benoemd door de raad op voordracht van de
fracties.
- 5.
Een lid van de commissie kan zowel raadslid als duolid zijn. De
duoleden moeten zijn geplaatst op de kandidatenlijst bij de
laatstgehouden verkiezingen van de betreffende fractie. Op de
duoleden zijn de artikel 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet
van toepassing.
Artikel 4 Voorzitter
- 1.
De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn
midden benoemd.
- 2.
- 3.
De voorzitter is belast met:
- ·
het leiden van de vergadering;
- ·
het concluderen van de bespreking in de vorm van
procesafspraken of, bij een oordeelvormende bespreking, het
benoemen van inhoudelijke conclusies;
- ·
het handhaven van de orde;
- ·
het doen naleven van deze verordening.
Artikel 5 Zittingsduur en vacatures
- 1.
De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en zijn
plaatsvervanger eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de
raad.
- 2.
Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn indien zij
niet meer voldoen aan de in artikel 3 lid 5 van dit reglement
genoemde eisen.
- 3.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens
voordracht het lid is benoemd.
- 4.
De raad kan de voorzitter of diens plaatsvervangers ontslaan.
- 5.
Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde
ontslag nemen. Zij doen hiervan schriftelijk mededeling aan de raad.
Het ontslag gaat in een maand na de schriftelijke mededeling of
zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.
- 6.
Indien door ontslag of overlijden een vacature ontstaat, beslist de
raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming
van artikel 3 en 4 van dit reglement.
Artikel 6 Griffier
- 1.
De griffier of een medewerker van de griffie fungeert als
commissiegriffier.
- 2.
De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.
- 3.
Hij draagt zorg voor de aanlevering van de agenda en bijbehorende
stukken, waaronder het uitnodigen van de in artikel 2, lid 2
genoemde personen en organisaties, en de afhandeling van ter
vergadering gemaakte afspraken en conclusies.
- 4.
Hij maakt een besluitenlijst van het besprokene. In de
besluitenlijst worden de toezeggingen en het besluit van de
commissie over de afhandeling van het stuk opgenomen.
Artikel 7 Oproep
- 1.
De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de
leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en
plaats van de vergadering. De voorzitter kan, gezien het onderwerp
van de commissie, besluiten om naast de vaste leden van de commissie
ook andere leden van de raad op te roepen.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden
tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden
verzonden.
- 3.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter de leden van de commissie
drie dagen voor de vergadering een schriftelijke oproep verzenden.
De oproep vermeld dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De
voorzitter voert overleg met de agendacommissie voordat hij overgaat
tot een spoedoproep.
- 4.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de
oproep een aanvullende agenda opstellen.
- 5.
Een aanvullende agenda wordt met de daarbij behorende stukken zo
spoedig mogelijk maar uiterlijk drie dagen voor aanvang van de
vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 8 Vergaderfrequentie
- 1.
De vergaderingen van de raadscommissie vinden in de regel eens per
vier weken plaats op dinsdag volgens een door het presidium vast te
stellen vergaderrooster.
- 2.
De vergaderingen duren tot uiterlijk 23.00 uur. Indien de agenda op
dat moment niet afgewerkt is, worden de nog niet behandelde
agendaonderdelen aangehouden tot de volgende vergadering van de
betreffende commissie. In bijzondere gevallen kan de voorzitter
hiervan afwijken.
- 3.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of
aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij
voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie,
overleg met de agendacommissie.
Artikel 9 Agenda
- 1.
De agenda bevat als regel de volgende vaste onderdelen
- ·
vaststellen agenda en vergaderorde;
- ·
besluitenlijst vorige vergadering;
- ·
- ·
ingekomen stukken en mededelingen;
- ·
informatie van het college en van de burgemeester;
- ·
informatie van het college en van de burgemeester over verbonden
partijen.
- 2.
Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast.
- 3.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de
vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of
van de agenda afvoeren.
- 4.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de
volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de
agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de
schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage
gelegd.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het
gemeentehuis gebracht.
- 3.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en twee lid, van
de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in
afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en
verleent de griffier een lid inzage.
Artikel 11 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door
aankondiging in een huis-aan-huisblad en door plaatsing op de
gemeentelijke website openbaar gemaakt. In bijzondere gevallen,
waaronder de situatie onder artikel 7 lid 3, kan de voorzitter
besluiten de vergadering bekend te maken door de aankondiging in een
regionale krant en op de gemeentelijke website te plaatsen.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- ·
De datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van
de vergadering
- ·
De wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij
behorende stukken kan inzien
- ·
De mogelijkheid om deel te nemen aan de bespreking.
- 3.
Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken,
indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente
geplaatst.
Artikel 12 Orde der vergadering, opening en aanwezigheid
- 1.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid de
presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst
door de voorzitter door ondertekening vastgesteld.
- 2.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien
ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig
is.
Artikel 13 Informatievoorziening
- 1.
Doel van de informatievoorziening over een onderwerp is het
verzamelen van alle voor de raad relevante informatie over een
onderwerp, die nodig is om tot weloverwogen oordeelsvorming en
besluitvorming te komen.
- 2.
Daartoe is er ruimte voor burgers, (vertegenwoordigers van)
maatschappelijke organisaties en bedrijven om hun opvattingen en
ideeën te geven over de op de agenda vermelde onderwerpen.
- 3.
De portefeuillehouder uit het college of de burgemeester zijn
aanwezig voor het geven van een toelichting op hun voorstellen of
notities en voor het beantwoorden van vragen.
- 4.
Zij kunnen zich voor de beantwoording van vakinhoudelijke vragen
laten bijstaan door ambtelijke deskundigen.
- 5.
Eventueel uitgenodigde andere deskundigen zijn aanwezig voor het
geven van hun deskundige mening en het beantwoorden van vragen.
- 6.
De in de leden 2 t/m 5 bedoelde personen worden door de griffier
uitgenodigd; zij nemen zoveel mogelijk plaats aan de vergadertafel
volgens aanwijzingen van de voorzitter.
- 7.
De leden van de commissie hebben tijdens de informatievoorziening
een luisterende en vragenstellende rol; zij formuleren in deze fase
nog geen inhoudelijk standpunt en gaan niet met elkaar in
discussie.
- 8.
De informatievoorziening wordt afgesloten met een besluit over het
vervolgproces van het aan de orde zijnde onderwerp.
artikel 14 Inspreekrecht
- 1.
Tijdens de commissievergadering kan door een ieder worden
ingesproken over punten die voorkomen op de agenda, met uitzondering
van de opening, vaststellen agenda en vergaderorde, verslag vorige
vergadering, rondvraag, ingekomen stukken en mededelingen,
informatie van het college en van de burgemeester, informatie van
het college en van de burgemeester over verbonden partijen en de
sluiting.
- 2.
Het inspreken vindt plaats direct voorafgaand aan de behandeling van
het voor inspraak aangegeven agendapunt.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken moet dit voor
17.00 uurvoorafgaand aan
de dag van de vergadering melden aan de griffier.
- 4.
De spreektijd is maximaal 5 minuten per spreker. De
voorzitter kan bepalen dat deze termijn kan worden ingekort
indien naar zijn oordeel, het inspreken een onevenredig deel van
de beschikbare tijd in beslag zal kunnen nemen;
- 5.
Insprekers nemen zoveel mogelijk plaats aan de vergadertafel
danwel maken gebruik van het spreekgestoelte,
volgens aanwijzingen van de voorzitter.
- 6.
Sprekers richten het woord tot de voorzitter; hierna worden de
raadsleden in de gelegenheid worden gesteld vragen ter
verduidelijking te stellen aan de spreker.
- 7.
De agendacommissie kan besluiten geen spreekrecht toe te staan bij
agendapunten waarbij de agendacommissie van oordeel is dat in de
voorbereidingsprocedure van een agendapunt al voldoende ruimte is
geweest voor inspraak of de status van het agendapunt zich hiertoe
niet leent.
Artikel 15 Oordeelsvorming
- 1.
Doel van de oordeelsvorming is om standpunten in te nemen die
richting geven aan het door de raad vast te stellen beleid, mede op
basis van aangeleverde stukken en het resultaat van de
informatievoorziening als vermeld in artikel 12.
- 2.
De commissie hanteert hierbij het uitgangspunt dat de politieke
oordeelsvorming over een voorstel met concrete beslispunten,
waarover de raad moet besluiten, plaatsvindt vindt in de
raadsvergadering; de voorzitter ziet hier in het bijzonder op toe.
- 3.
Over zaken, behorende tot de bevoegdheid van de burgemeester of van
het college, kan de commissie op verzoek van de burgemeester of het
college advies uitbrengen.
- 4.
De oordeelsvorming over een onderwerp vindt plaats in ten hoogste
twee termijnen, tenzij de commissie, eventueel op voorstel van de
agendacommissie, een andere wijze van oordeelsvorming
afspreekt.
- 5.
Als regel vindt de oordeelsvorming plaats via een bespreking van het
onderwerp tussen de leden van de commissie. De commissie kan
besluiten dat ook de portefeuillehouder van het college deelneemt
aan de bespreking.
- 6.
De oordeelsvorming wordt afgesloten met (zo mogelijk) het trekken
van conclusies naar aanleiding van de gevoerde bespreking en met een
besluit over het vervolgproces van het aan de orde zijnde
onderwerp.
Artikel 16 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering een
voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.
Artikel 17 Handhaving orde, schorsing
Artikel 26 van de Gemeentewet, handelende over de orde tijdens een
raadsvergadering, is van overeenkomstige toepassing op de vergadering
van een commissie, met dien verstande dat in artikel 26, lid 3 in de
plaats van ‘de raad’ wordt gelezen ‘de commissie’.
Artikel 18 Besloten vergadering
- 1.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van
overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig
zijn met het besloten karakter van de vergadering.
- 2.
Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld maar
ligt voor de leden ter inzage bij de griffier.
- 3.
Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering
ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de
commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit
verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de
griffier ondertekend.
- 4.
Voor de afloop van een besloten vergadering beslist de commissie
overeenkomstig artikel 86, lid 1, van de Gemeentewet of omtrent de
inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.
De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 19 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend
op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen
bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde
van de vergadering verstoren te doen vertrekken. Toehoorders die bij
herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten
hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 20 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel
beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter
en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet
zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Artikel 21 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de
vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele
telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de
orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet
toegestaan.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 24 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 april 2012.
Artikel 25 Citeertitel
Dit reglement kan aangehaald worden als: Reglement van orde voor de
commissievergaderingen 2012.