Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolrecht 2009 |
Citeertitel | Verordening Rioolrecht 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe verordening | 22-12-2008 op de gemeentepagina van de Stad Wageningen | 08.0041474, afdeling FIbl |
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt het recht geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande, dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Het recht, bedoeld in artikel 2, eerste lid wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd. Het aantal kubieke meters wordt gesteld op het aantal kubieke meters dat in het belastingtijdvak naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt en bedraagt:
indien in het perceel een watermeter van Vitens is geplaatst, dan wel de gebruiker beschikt over een eigen installatie voor het oppompen van water en in beide gevallen het totale waterverbruik niet meer bedraagt dan 600 kubieke meter per jaar: een vast bedrag van € 100,32, vermeerderd met € 0,62 per kubieke meter water, afgenomen van Vitens dan wel door middel van een eigen installatie opgepompt;
In afwijking in zoverre van het eerste lid is het tarief, indien het belastingtijdvak een gedeelte van een kalenderjaar of gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel twaalfde delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan volle kalendermaanden behoren tot het belastingtijdvak.
Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de eindafrekening, inclusief specificatie, van Vitens. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de eindafrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt de voorschotnota van Vitens aangemerkt of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 8 Termijnen en wijze van betaling
Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden voldaan tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de eindafrekening van Vitens moet worden voldaan, met dien verstande, dat de termijn van betaling ten minste vijf dagen na de dagtekening van de (voorschot)nota beloopt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, is het vaste bedrag op grond van artikel 4, lid 1 onder a en b verschuldigd tot en met de laatste dag van gebruik van het perceel; het variabel recht is verschuldigd op basis van de meterstand, zoals deze bij Vitens bekend is ten tijde van de beëindiging van het gebruik van het perceel.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het rioolrecht.