Afdeling 1: Commissies
Artikel 3: Indeling in commissies
- 1.
Er is een commissie, genaamd Bezwarencommissie Personele
Aangelegenheden, ter voorbereiding van de beslissing op
bezwaarschriften die zijn ingediend bij een bestuursorgaan
tegen de door of namens dat bestuursorgaan als werkgever ten
aanzien van haar ambtenaren of daarmede gelijk te stellen
werknemers genomen besluiten.
- 2.
Er is een commissie, genaamd Algemene
Bezwaarschriftencommissie, ter voorbereiding van de
beslissing op de overige beroep- of bezwaarschriften die
zijn ingediend op grond van enige wettelijke regeling,
uitgezonderd de belastingwetgeving.
Artikel 4: Samenstelling der commissies
- 1.
Een commissie als bedoeld in artikel 3 bestaat uit een
voorzitter en ten minste twee leden, benoemd door de
gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders. Op
dezelfde wijze wordt een genoegzaam aantal plaatsvervangende
leden benoemd. Ten aanzien van hen zijn de voor de leden
gegeven bepalingen van deze verordening van overeenkomstige
toepassing. In plaats van de benoeming van plaatsvervangende
leden kunnen op voorstel van burgemeester en wethouders ook
extra leden worden benoemd, die via een roulatiesysteem
worden ingezet.
- 2.
De voorzitter en de leden van een commissie kunnen geen deel
uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van
een bestuursorgaan van de gemeente Deventer.
Artikel 5: Kamers
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen een commissie indelen in
één of meer kamers die belast worden met de behandeling van
bezwaar- of beroepschriften.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen voor elke kamer
vaststellen welke categorie of categorieën bezwaar- of
beroepschriften door haar zullen worden behandeld.
- 3.
Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten een
voorzitter en minstens twee leden, uit het midden van de
commissie aangewezen.
- 4.
De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaar-
of beroepschrift door de commissie zal geschieden.
- 5.
Met betrekking tot de werkwijze van ingestelde kamers is het
bepaalde ten aanzien van de werkwijze van de commissie
zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
- 6.
Een door een kamer uitgebracht advies wordt aangemerkt als
een advies van een commissie.
Artikel 6: Secretariaat
Het secretariaat van een commissie wordt bekleed door een of meer
door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 7: Zittingsduur
- 1.
De leden van een commissie worden benoemd voor een periode
van vier jaar.
- 2.
De raad ontslaat de voorzitter of een lid van
commissie:
- a
- b
wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken
blijvend ongeschikt is zijn functie te
vervullen;
- c
bij de aanvaarding van een ambt of betrekking welke
bij deze verordening onverenigbaar is verklaard met
het voorzitterschap of het lidmaatschap van een
commissie;
- d
wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel
hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd
die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- e
wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in
staat van faillissement is verklaard, surséance van
betaling heeft verkregen of wegens schulden is
gegijzeld;
- f
wanneer hij naar het oordeel van de raad door
handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het
in hem c.q. een commissie te stellen vertrouwen.
Hiervan is in ieder geval sprake indien gehandeld
wordt in strijd met deze verordening of de op grond
daarvan vastgestelde nadere regelen.
Artikel 8: Jaarverslag
- 1.
De secretariaten van de in artikel 3 genoemde commissies
registreren de ingediende beroep- en bezwaarschriften en de
daarop genomen beslissingen.
- 2.
Jaarlijks brengt een commissie een jaarverslag uit. Dit
verslag wordt in ieder geval ter kennis gebracht van de
gemeenteraad en de bestuursorganen waaraan in het
verslagjaar is geadviseerd.
- 3.
Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van
behandelde zaken en de daarop genomen beslissingen. Voorts
kunnen in een jaarverslag omstandigheden worden gesignaleerd
die het indienen van beroep- of bezwaarschriften in de hand
werken, en kunnen in een jaarverslag voorstellen worden
gedaan om gebleken gebreken in de organisatie of in
procedures te verbeteren.
Artikel 9: Overleg
De voorzitter van de Algemene Bezwaarschriftencommissie en een of
meer kamervoorzitters overleggen in ieder geval een maal per jaar
met de meest functionele raadscommissie over het functioneren van de
bezwaarschriftenprocedure.
Artikel 10: Nadere regels
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ter
uitvoering van deze verordening.
Afdeling 2: Procedure behandeling door commissie
Artikel 11: Ingediend beroep- of bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende beroep- of bezwaarschrift wordt de datum
van ontvangst aangetekend.
- 2.
Het beroep- of bezwaarschrift met de daarbij overgelegde
stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de bevoegde
commissie gesteld.
Artikel 12: Verstrekking van stukken aan een commissie
Het bestuursorgaan is verplicht aan een commissie alle stukken over
te leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het
bezwaar- of beroepschrift.
Artikel 13: Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van een commissie is in verband met de
voorbereiding van de behandeling van een beroep- of
bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle inlichtingen in te
winnen of te doen inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie bij deskundigen, al of niet ambtenaren van de
gemeente zijnde, advies of inlichtingen inwinnen en dezen
indien hij dit nodig oordeelt voorts uitnodigen ter zitting
te verschijnen.
Artikel 14: Procedurele vereisten
De hierna genoemde bevoegdheden zoals vermeld in de wet worden voor
de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter
van een commissie, die hiertoe de secretaris kan machtigen.
- -
- -
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen
aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan
worden hersteld;
- -
artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van
stukken tijdens de behandeling door de commissie;
- -
artikel 7:2 en 7:16, voorzover het betreft het uitnodigen
voor de hoorzitting;
- -
- -
artikel 7:6, tweede en vierde lid;
- -
artikel 7:18, tweede en zesde lid, en
- -
artikel 7:20, vierde lid.
Artikel 15: Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van een commissie bepaalt plaats en tijdstip
van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerende
orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of
bij gemachtigde te doen horen.
- 2.
Een commissie kan voorts ambtenaren der gemeente en andere
deskundigen ter zitting horen.
Artikel 16: Oproeping belanghebbenden
- 1.
De voorzitter deelt belanghebbenden en het verwerende orgaan
ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede dat
zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen
tijdens deze zitting.
- 2.
Indien een belanghebbende of het verwerende orgaan wijziging
wenst van het tijdstip van de zitting, dient zulks binnen
drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling,
onder opgaaf van redenen, te worden verzocht aan de
voorzitter.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld
in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk voor het
tijdstip van de zitting aan betrokkenen bekendgemaakt.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te
wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd
in de voorgaande leden.
Artikel 17: Quorum
Voor de beslissing over het uit te brengen advies is vereist dat
minimaal drie leden, waaronder begrepen de voorzitter, aanwezig
zijn. Een lid kan zich hierbij laten vervangen door een
plaatsvervangend lid.
Artikel 18: Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een beroep- of bezwaarschrift indien daarbij hun
onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 19: Openbaarheid van zitting
- 1.
- 2.
De deuren worden gesloten indien de voorzitter van een
commissie of een der aanwezige leden dit nodig oordeelt of
indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens van oordeel is dat gewichtige
redenen zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten,
vindt de zitting met gesloten deuren plaats.
Artikel 20: Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in de artikelen 7.7 en 7:21 van de
wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een
omschrijving van hun hoedanigheid. Het houdt een korte
vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en van
hetgeen voor het overige ter hoorzitting is voorgevallen.
Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar
was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord,
maakt het verslag hiervan melding. Het verslag verwijst
voorts naar de eventueel ter zitting overgelegde
bescheiden.
- 2.
Het verslag wordt getekend door de voorzitter en de
secretaris van een commissie.
- 3.
Aan het bepaalde in dit artikel wordt ook geacht te zijn
voldaan indien de verslaglegging deel uitmaakt van het
schriftelijke advies dat een commissie uitbrengt.
Artikel 21: Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting als bedoeld in artikel 15,
doch voordat het advies is uitgebracht, een nader onderzoek
wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van een
commissie uit eigen beweging of op verzoek van een commissie
dit onderzoek houden. Verkregen informatie of adviezen
worden in afschrift aan de leden van deze commissie, het
bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden. Zij kunnen
binnen een daartoe gestelde termijn schriftelijk
reageren.
- 2.
De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de
belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de
in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen aan
de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het
beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist
omtrent een dergelijk verzoek.
- 3.
Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het tweede lid zijn
de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op
de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 22: Raadkamer en advies
- 1.
Een commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren
over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen
advies.
- 2.
Een commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het
uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt
desgewenst in het advies melding gemaakt. Ingeval de stemmen
staken beslist de stem van de voorzitter.
- 3.
Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het
bestuursorgaan inzake de te nemen beslissing.
- 4.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van een
commissie ondertekend.
Artikel 23: Uitbrengen van het advies
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het in artikel 19
bedoelde verslag en eventueel door een commissie ontvangen
nadere informatie of adviezen, aan het bestuursorgaan
uitgebracht. Gelijktijdig wordt het advies aan
belanghebbenden toegezonden.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van een commissie
de termijn ontoereikend is voor achtereenvolgens het
uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing
door het bestuursorgaan, verzoekt hij dat bestuursorgaan
tijdig de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging wordt mededeling gedaan aan de
belanghebbenden en, in het geval van behandeling van een
beroepschrift, aan het verwerende orgaan.
- 4.
Indien een bestuursorgaan afwijkt van het advies van de
Algemene Bezwaarschriftencommissie zendt dit orgaan zijn
beslissing en het advies ter informatie toe aan de meest
functionele vaste commissie van advies aan burgemeester en
wethouders.
Afdeling 3: Procedure bezwaarschriftbehandeling gemeentelijke belastingen
Artikel 24: Het indienen van een bezwaarschrift
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
Artikel 25: Jaarverslag
- 1.
De in het tweede lid van artikel 2 bedoelde ambtenaren
registreren de ingediende bezwaarschriften en de daarop
genomen beslissingen.
- 2.
Jaarlijks brengt het dienstonderdeel waarbij de in het
tweede lid van artikel 2 bedoelde ambtenaren werkzaam zijn
een jaarverslag uit. Dit verslag wordt in ieder geval ter
kennis gebracht van de gemeenteraad en de bestuursorganen
waaraan in het verslagjaar is geadviseerd.
- 3.
Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van
behandelde zaken en de daarop genomen beslissingen. Voorts
kunnen in een jaarverslag omstandigheden worden gesignaleerd
die het indienen van bezwaarschriften in de hand werken, en
kunnen in een jaarverslag voorstellen worden gedaan om
gebleken gebreken in de organisatie of in procedures te
verbeteren.
Artikel 26: Hoorzitting
De heffingsambtenaar bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting
waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich in
persoon of bij gemachtigde te doen horen.
Artikel 27: Oproeping belanghebbenden
- 1.
De heffingsambtenaar deelt belanghebbenden ten minste twee
weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de
gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze
zitting.
- 2.
Indien een belanghebbende wijziging wenst van het tijdstip
van de zitting, dient zulks binnen drie dagen na de in het
eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen, te
worden verzocht.
- 3.
De beslissing op een verzoek als bedoeld in het tweede lid,
wordt zo spoedig mogelijk voor het tijdstip van de zitting,
aan de betrokkene bekendgemaakt.
- 4.
De heffingsambtenaar is bevoegd in bijzondere omstandigheden
af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als
genoemd in de voorgaande leden.
Artikel 28: Openbaarheid van zitting
- 1.
- 2.
De deuren worden gesloten indien degene die leiding heeft
ter zitting het nodig oordeelt of indien een belanghebbende
daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien degenen die met het horen belast zijn vervolgens
beslissen dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich
tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de
zitting plaats met gesloten deuren.
Artikel 29: Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7.7 van de wet vermeldt
de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van
hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al
hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het
overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting
geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien
belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in
elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag
hiervan melding. Het verslag verwijst voorts naar de
eventueel ter zitting overgelegde bescheiden.
- 2.
Het verslag wordt getekend door degene die de leiding had
tijdens de zitting.
Artikel 30: Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting, doch voordat de beslissing
wordt genomen, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn,
geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de
heffingsambtenaar. Verkregen informatie of adviezen worden
in afschrift aan de belanghebbenden toegezonden.
- 2.
Belanghebbenden kunnen binnen een week, na verzending van de
in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen een
verzoek indienen tot het beleggen van een nieuwe
hoorzitting. Het bestuursorgaan beslist omtrent een
dergelijk verzoek.
- 3.
Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het tweede lid zijn
de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op
de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige
toepassing.