Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling sanering verspreide glastuinbouw Zuid-Holland 2012 (Subsidieregeling sanering verspreide glastuinbouw Zuid-Holland 2012) |
Citeertitel | Subsidieregeling sanering verspreide glastuinbouw Zuid-Holland 2012 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Milieu, agrarische sector, duurzaamheid, subsidies |
Geen
Algemene Subsidieverordening Zuid-Holland, artikel 3, lid 2
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-04-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 05-03-2012 Provinciaal Blad 2012, nr. 24 | PZH-2012-319568250 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
i. prioritaire gebieden: de gemeenten Barendrecht, Binnenmaas, Cromstrijen, Hendrik-Ido-Ambacht, Kaag en Braassem, Korendijk, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nieuwkoop, Oud-Beijerland, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Strijen, Zuidplas (met uitzondering van de Zuidplaspolder en de Tweemanspolder) en Zwijndrecht;
m. verspreide glastuinbouw: fysiek glas, bijbehorende bebouwing (geen woningen) en papieren glas, gelegen buiten de in de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte vastgelegde bebouwingscontouren, concentratiegebieden voor de glastuinbouw, boom- en sierteeltgebieden en buiten de Bollenstreek.
1. Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de verordening voor ten hoogste vier jaar verstrekken voor de activiteit in prioritaire gebieden.2. Artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van de verordening en artikel 17, eerste lid, van de verordening zijn niet van toepassing.
Een subsidie bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt aan gemeenten en openbare lichamen bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin gemeenten samenwerken.
1. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening wordt een aanvraag voor een subsidie bedoeld in artikel 2 ingediend in het tijdvak van 26 april tot en met 10 mei 2012.2. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening wordt een wijziging van de aanvraag bedoeld in het vorige lid ingediend in het tijdvak van 1 augustus tot en met 2 oktober 2012.3. Voor de toepassing van deze regeling, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, wordt een wijziging van de aanvraag bedoeld in het vorige lid gelijkgesteld met een aanvraag.4.In aanvulling op artikel 36, derde lid, van de verordening gaat een aanvraag voor een subsidie bedoeld in artikel 2 vergezeld van een kwaliteitskader.
1. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 13 november 2012.2. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing uitstellen tot uiterlijk 15 januari 2013. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.
1. In aanvulling op de artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van een subsidie bedoeld in artikel 2 van deze regeling, als:
2. De financiële haalbaarheid bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, bepalen Gedeputeerde Staten aan de hand van:
3. Voor zover opbrengsten in de begroting opbrengsten van te bouwen woningen betreffen, nemen Gedeputeerde Staten opbrengsten in beschouwing van woningen
4. In afwijking van het derde lid, onderdeel b, nemen Gedeputeerde Staten opbrengsten in beschouwing van woningen met een verkoopprijs (vrij op naam) van € 600.000 (inclusief b.t.w.) of meer die worden gebouwd:
5. Artikel 40, eerste lid, onderdeel c, van de verordening is niet van toepassing.
1. Gedeputeerde Staten rangschikken de aanvragen voor een subsidie bedoeld in artikel 2 op grond van de volgende criteria:
2. Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking bedoeld in het eerste lid de volgende punten toe:
3. Gedeputeerde Staten geven aan de aanvragen voor een subsidie bedoeld in artikel 2 een rangschikking naar gelang het totale aantal toegekende punten. 4. Gedeputeerde Staten verdelen het bedrag van het subsidieplafond op volgorde van rangschikking bedoeld in het eerste lid.5. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de activiteit met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.6. Als na toepassing van het bepaalde in het vijfde lid het subsidieplafond niet is bereikt, wordt de verdeling bedoeld in het vijfde lid op overeenkomstige wijze toegepast op het overblijvende budget voor de overblijvende aanvragen, zo nodig bij herhaling totdat het overblijvende budget geheel is verdeeld.
Artikel 8 Duurzame kwaliteitsverbetering
1. Gedeputeerde Staten beoordelen de duurzame kwaliteitsverbetering aan de hand van het kwaliteitskader op grond van de regionale, landschapsspecifieke kenmerken en kwalitatieve richtlijnen zoals vastgelegd in de Kwaliteitskaart bij de Provinciale Structuurvisie.2. Daarnaast beoordelen Gedeputeerde Staten de duurzame kwaliteitsverbetering aan de hand van het kwaliteitskader op grond van de volgende overwegingen:
Gedeputeerde Staten kunnen over een aanvraag van subsidie bedoeld in artikel 2 advies inwinnen van onafhankelijke deskundigen.
Artikel 10 Hoogte van het subsidiebedrag
1. Een subsidie bedoeld in artikel 2 bedraagt vijftig procent van het financiële tekort tot ten hoogste € 250.000 per hectare fysiek glas en tot ten hoogste € 8 miljoen in totaal.2. Hogere kosten of lagere opbrengsten kunnen niet leiden tot verhoging van de verleende subsidie.
Artikel 11 Subsidiabele kosten
1. Tot de subsidiabele kosten worden in ieder geval de volgende kosten gerekend:
2. Tot de subsidiabele kosten worden in ieder geval niet gerekend:
1. Als medefinanciering van het financiële tekort waarvoor subsidie bedoeld in artikel 2 wordt verleend, worden in ieder geval toegelaten:
2. Als medefinanciering van het financiële tekort waarvoor subsidie bedoeld in artikel 2 wordt verleend, worden in ieder geval niet toegelaten:
1. Gedeputeerde Staten kunnen op een met redenen omkleed verzoek jaarlijks een voorschot verlenen, waarbij de som van de verleende voorschotten niet groter is dan tachtig procent van het totale bedrag van de verleende subsidie.2. Na het jaar waarin een subsidie bedoeld in artikel 2 is verleend, wordt het verzoek om een voorschot ingediend tegelijk met het tussentijdse verslag bedoeld in artikel 14.
Artikel 14 Tussentijdse rapportage
De subsidieontvanger overlegt jaarlijks vóór 1 januari een tussentijds verslag aan Gedeputeerde Staten. Het tussentijdse verslag bevat in ieder geval:
In aanvulling op de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 42 van de verordening is de subsidieontvanger verplicht om:
c. ervoor zorg te dragen of, als de subsidieontvanger niet de gemeente is op wier grondgebied de activiteit plaatsvindt, te bevorderen dat zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen de looptijd van de subsidie, de realisatie van nieuw fysiek glas of andere bebouwing (woningen uitgezonderd) op de gronden van het gesaneerde fysieke en papieren glas niet meer mogelijk is.
Artikel 16 Subsidievaststelling
1. Als het saneren van het fysieke glas niet of niet volledig is uitgevoerd, kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie lager vaststellen met ten hoogste een bedrag per hectare niet-gesaneerd fysiek glas dat gelijk is aan het resultaat van de deling van het verleende subsidiebedrag door het aantal hectares te saneren fysiek glas als vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening.2. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie nooit hoger vast dan het verleende subsidiebedrag.