Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelen- en handhavingsverordening IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2012 |
Citeertitel | Maatregelen- en handhavingsverordening IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2012 | 01-01-2012 | 21-12-2012 | Nieuwe regeling | 24-01-2012 Berkelbericht 31 januari 2012 | Raadsbesluit 24 januari 2012, collegevoorstel 15 november 2011 |
Raadsvergadering: 24 januari 2012
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;
gelet op artikel 147 eerste lid en artikel 108 tweede lid Gemeentewet, artikel 35 eerste lid onderdeel b en c, artikel 20 tweede lid IOAW en artikel 35 eerste lid onderdeel b en c, artikel 20 eerste lid IOAZ en artikel 40 van de IOAW en IOAZ;
1.Op grond van artikel 40 van de IOAW/IOAZ treedt het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek op basis van een gemeenschappelijke regeling in de plaats van de betrokken colleges van burgemeester en wethouders.
Artikel 3 Het opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college een verplichting als bedoeld in artikel 13 IOAW/IOAZ of een op grond van hoofdstuk III IOAW/IOAZ aan de uitkering verbonden verplichting schendt, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd. Daarnaast wordt tevens een maatregel opgelegd indien belanghebbende onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de IOAW/IOAZ zich jegens het college en zijn ambtenaren misdraagt.
Artikel 5 Hoogte en duur van de maatregel
De duur van de maatregel als bedoeld in het tweede lid wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 8, tweede lid.
Artikel 6 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: a. de reden van de maatregel; b de duur van de maatregel; c. het percentage waarmee de uitkeringsnorm wordt verlaagd of geweigerd;
d het bedrag waarmee de uitkeringsnorm wordt verlaagd; e. indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 8 Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel als:
de gedraging meer dan een jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt als gevolg van die gedraging ten onrechte een uitkering is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 11 Indeling in categorieën
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 37 van de IOAW/IOAZ anders dan de verplichting in artikel 37, eerste lid, onderdeel c IOAW/IOAZ niet of onvoldoende zijn nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën
Artikel 13 Onjuiste en/of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de uitkering
Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, als bedoeld in artikel 13 IOAW/IOAZ, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering wordt een maatregel opgelegd van 5% van de uitkeringsnorm. Hieronder valt tevens het niet tijdig verstrekken van gegevens die van belang zijn voor het verlenen van een uitkering;
Bij toepassing van artikel 13 IOAW/IOAZ, eerste lid dient als onverwijld te worden verstaan: bij het eerste of eerstvolgende mutatieformulier, indien dit niet van toepassing is, voor de eerste van de maand volgend op de maand waarin het feit dan wel de omstandigheid als bedoeld in artikel 13 IOAW/IOAZ, eerste lid zich heeft voorgedaan.
De duur van de maatregel wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen een periode van twee jaar na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan een als verwijtbaar aan te merken gedraging als bedoeld in het eerste lid. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 6, tweede lid.
Op 15 december 2009 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG). Met de inwerkingtreding van de wet BUIG per 1 januari 2010 krijgt de gemeente een grotere beleidsmatige rol en financiële verantwoordelijkheid rond de uitvoering van de IOAW,IOAZ, WWIK en Bbz2004. De WWIK wordt in enkele regiogemeenten uitgevoerd. Voor de gemeenten in Gelderland wordt de WWIK uitgevoerd door de gemeente Arnhem.
De IOAW,IOAZ en het Bbz 2004 kenden tot 1 januari 2010 een financieringssystematiek waarbij 75% bij het Rijk kon worden gedeclareerd en 25% drukte op het gemeentelijke budget, de WWIK kende daarnaast een financieringssysteem waarbij 100% kon worden gedeclareerd. Per 1 januari 2010 is een systeem van volledige budgetfinanciering ingevoerd, zoals dit van toepassing is op het Wwb-inkomensdeel. Met de Wet BUIG worden de financiële middelen van de “ kleine inkomensregelingen” gebundeld in het volleg gebudgetteerde I-deel dat de gemeente ontvangt voor de bijstandsverstrekking op grond van de WWB. Gemeenten krijgen door de wet aldus een grotere verantwoordelijkheid en lopen ook meer financieel risico.
Niet gebundeld met het I-deel wordt de financiering van de kosten van levensonderhoud van gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz 2004.Hiervoor blijft aparte financiering bestaan.
Door de Wet BUIG wordt het aantal landelijke regels verder sterk teruggedrongen. In de plaats komt een grotere beleidsruimte voor de gemeente. Daardoor wordt de gemeente ook gevorderd op een aantal punten beleid te ontwikkelen zoals het maatregelenbeleid voor de IOAW en IOAZ. Dit beleid was geregeld bij AMvB. Deze landelijke regelingen , alsmede de nog bestaande boetebepalingen, zijn echter met de wet BUIG komen te vervallen. Op basis van het inwerkingtredingbesluit is het aan de gemeenten om vanaf 1 juli 2010 in een bij verordening vastgesteld beleid te voorzien.
Tot op heden zijn er in de gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk nog geen maatregelen- en handhavingsverordening IOAW en IOAZ vastgesteld.
Er wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2012 in dit beleid te voorzien.
In deze verordening is er voor gekozen om met betrekking tot de IOAW en IOAZ te komen tot een zo veel mogelijk analoog aan het Wwb-regime toe te passen maatregelenbeleid.
De gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk hebben op basis van een gemeenschappelijke regeling de uitvoering van de IOAW en IOAZ opgedragen aan de Sociale Dienst Oost Achterhoek. In artikel 40 van de IOAW en IOAZ is geregeld dat de uitvoering van deze wetten volledig is overgedragen aan het bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet,dat bestuur voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de paragraaf 4 van hoofdstuk IV en paragraaf 4 van hoofdstuk V van de IOAW en paragraaf 4 van hoofdstuk IV en paragraaf 5 van hoofdstuk V van de IOAZ in de plaats treedt van de betrokken colleges van burgemeester en wethouders
Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen
Onder c: de IOAW/IOAZ: Gekozen is voor een definitie die gelijktijdig naar beide wetten verwijst nu een groot deel van de bepalingen in beide wetten identiek is qua nummering en inhoud en aldus voorkomen wordt dat steeds specifiek naar elke afzonderlijke wet verwezen moet worden.
Onder e. uitkeringsnorm De WWB werkt met verlagingen op de netto bijstand. Om een identiek systeem in de IOAW en IOAZ te creëren is het wenselijk om een begrip te introduceren dat verwijst naar een netto norm.
In afwijking van de WWB wordt ook het blijvend of tijdelijk (gedeeltelijk) weigeren van de uitkering binnen deze verordening als maatregel aangemerkt. Dit houdt verband met de extra mogelijkheden binnen de IOAW en IOAZ op dit vlak.
Onder g. inkomen Qua inkomensbegrip wordt aangesloten bij het inkomensbegrip binnen de IOAW en IOAZ. Dit wijkt af van het binnen de WWB gehanteerde inkomensbegrip.
Onder i. belanghebbende Daar de in artikel 20 tweede lid IOAW opgenomen bevoegdheden tot het opleggen van een maatregel, blijkens dat artikel,daar enkel gelden voor de persoon, die is aangewezen op arbeid in dienstbetrekking, is ook het begrip belanghebbende in die zin beperkt.
Dit artikel bundelt het bepaalde in artikel 20, eerste lid IOAZ en artikel 20 tweede lid IOAW.
Dit artikel bepaalt de algemene duur van een maatregel op 1 maand. Het derde lid maakt hier een algemene uitzondering op door bij recidive de duur te verdubbelen.
Deze artikelen zijn identiek aan hetgeen hierover in de Maatregelen- en handhavingverordening WWB 2011 is opgenomen.
Artikel 11 Ten opzichte van de Maatregelen en handhavingverordening WWB 2011 is onder de vierde categorie “ het door eigen toedoen verliezen van algemeen geaccepteerde arbeid “ toegevoegd
Deze bepalingen zijn identiek aan de bepalingen binnen de Maatregelen en handhavingverordening Wwb 2011
Artikel 35 IOAW / IOAW bepaald dat de gemeenteraad in het kader van het financieel beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In het kader van Hoogwaardig Handhaven wordt iedere twee jaar een handhavingsplan opgesteld.