| Overheidsorganisatie | Gemeente Noordenveld |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Werktijden regeling |
| Citeertitel | Werktijdenregeling |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | personeel en organisatie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-05-2011 | 01-01-2014 | N.v.t. | 12-04-2011 www.gemeentenoordenveld.nl, 7 september 2011 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
medewerker: degene die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;
telewerker: degene die toestemming van zijn/haar leidinggevende heeft gekregen om thuis werk te verrichten, gebruik makend van informatie-en communicatietechnologie;
leidinggevende: degene die in hiërarchische zin leiding geeft aan de medewerker;
arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de medewerker arbeid moet worden verricht;
arbeidsduur per dag: de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde dag is vastgesteld;
formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling;
feitelijke arbeidsduur per week: de feitelijke arbeidsduur zoals die voor een medewerker voor een bepaalde week is vastgesteld;
arbeidsduur per jaar: de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, gecorrigeerd voor feestdagen;
volledige betrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar hoogstens 1872 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36;
deeltijdbetrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar minder dan 1872 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week minder dan 36;
overwerk : werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week;
werkdag: een dag waarop de medewerker arbeid moet verrichten;
werkbare dag: een dag waarop een medewerker kan worden ingeroosterd om arbeid te verrichten;
werktijd: de tussen medewerker en leidinggevende overeengekomen periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de medewerker arbeid moet worden verricht.;
openingstijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen het gemeentehuis voor publiek geopend is;
bedrijfstijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen de medewerker arbeid moet verrichten.
Deze Regeling is van toepassing voor alle medewerkers van de gemeente Noordenveld, tenzij anders is aangegeven.
De werkgever kan een werkrooster opstellen, waarbij de feitelijke arbeidsduur per week afwijkt van de formele arbeidsduur per week. Deze afwijking mag maximaal het onderstaande aantal uren bedragen:
2 uur bij een formele arbeidsduur per week van 0 tot 12 uur;
4 uur bij een formele arbeidsduur per week van 12 tot 24 uur;
6 uur bij een formele arbeidsduur per week van 24 tot 36 uur.
Deze afwijkingsmogelijkheid wordt ook wel aangeduid met het begrip bandbreedte.
Het bepaalde in dit hoofdstuk geldt voor die perioden waarin geen sprake is van toepassing van de bandbreedte.
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op medewerkers werkzaam in het gemeentehuis Noordenveld.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
bedrijfstijd: de tijden waarbinnen de werktijd afgesproken kan worden op maandag tot en met vrijdag tussen 7.30 uur en 17.30 uur;
openingstijd: maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 12.00 uur; maandag tot en met woensdag van 13.00 tot 16.30 uur; donderdag van 13.00 tot 19.00 uur.
bloktijden: de werktijd tussen 9.00 en 12.00, alsmede de werktijd tussen 14.00 en 16.00 uur, waarop alle medewerkers, behoudens bijzondere omstandigheden, aanwezig dienen te zijn;
fictieve tijden: de afgesproken werktijd die loopt van 7.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.30 uur;
De medewerker begint zijn werkzaamheden tussen 7.30 en 9.00 uur. De middagpauze wordt gehouden tussen 12.00 en 14.00 uur en bedraagt tenminste een half uur. De middagpauze moet uiterlijk beginnen na ten hoogste 5½ uur arbeid. De werkzaamheden worden beëindigd tussen 16.00 en 17.30 uur.
Behoudens bijzondere omstandigheden wordt per dag niet korter gewerkt dan 3 uur.
Behoudens bijzondere omstandigheden wordt per dag niet langer gewerkt dan 9 uur.
Indien de bedrijfsvoering dat vereist, kunnen burgemeester en wethouders de werktijd één maal per week stellen op 10 uur.
Bij het bepalen van de individuele variabele werktijd blijft de medewerker in beginsel gebonden aan een 36-urige werkweek. Een beperkte afwijking is toegestaan, waarbij rekening moet worden gehouden met de bandbreedte. Meer of minder gewerkte uren moeten zo snel mogelijk gecompenseerd worden.
Een negatief saldo spaaruren wordt aan het eind van het jaar verrekend met het restant verlofuren. Een positief saldo spaaruren aan het eind van het jaar wordt in overleg medewerker en leidinggevende zo snel mogelijk gecompenseerd.
Als de medewerker om zakelijke redenen de gehele dag afwezig is, wordt hij geacht gedurende de fictieve tijden aanwezig te zijn geweest. Indien de medewerker om die reden in de loop van de dag met zijn werkzaamheden begint, wordt hij geacht om 7.30 uur te zijn begonnen. Voor het geval de medewerker om zakelijke reden in de loop van de dag zijn werkzaamheden beëindigt, wordt hij geacht om 17.30 uur te zijn opgehouden.
Bezoek aan een eerste- of tweedelijns zorgverlener vindt in principe plaats buiten werktijd.
Ingeval van bijzondere omstandigheden overlegt de medewerker met zijn leidinggevende.
Voor een spoedoproep bij een tweedelijns zorgverlener kan een beroep worden gedaan op het zogenoemde calamiteitenverlof.
De registratie van de feitelijke arbeidsduur vindt plaats met behulp van WBU. De gewerkte uren worden door de medewerker toegeschreven aan producten.
Registratie vindt minimaal eens per week plaats en wordt uiterlijk de volgend werkweek door de medewerker voor accordering voorgelegd aan de leidinggevende.
Voor medewerkers werkzaam in de buitendienst van de afdeling Openbare werken & Accommodaties gelden vaste werktijden.
Medewerkers werkzaam in de accommodaties van de afdeling Openbare werken en Accommodaties werken op basis van inroostering.
Werkzaamheden in overwerk kenmerken zich door hun incidentele, niet-periodieke en spoedeisende karakter.
Er is sprake van overwerk wanneer in dienstopdracht de vooraf overeengekomen feitelijke arbeidsduur per week wordt overschreden.
Werkzaamheden van medewerkers die werkzaam zijn in het gemeentehuis en die onderdeel vormen van de functie maar die plaatsvinden buiten de normale bedrijfstijd worden niet als overwerk aangemerkt en gecompenseerd in tijd.
Wanneer zwaarwegende redenen hiertoe dwingen kan de leidinggevende besluiten de in het derde lid bedoelde werkzaamheden uit te betalen volgens het geldende percentage. Er wordt dan niet gecompenseerd in tijd.
De werkzaamheden die voortvloeien uit door het college ingestelde beschikbaarheidsdiensten vallen niet onder de werkzaamheden bedoeld in lid 3.
In geval van overwerk kan aanspraak ontstaan op een reiskostenvergoeding conform de regeling reiskosten woon-werkverkeer tijdelijke medewerkers.
Aan een medewerker voor wie een salarisschaal geldt van schaal 11 en hoger wordt geen financiële vergoeding voor overwerk verstrekt.
Indien het college dit in het dienstbelang nodig acht is de medewerker verplicht om zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk III geldt voor telewerkers dat:
in overleg met de leidinggevende kan worden afgeweken van de bepalingen in artikel 4 lid 3 sub a, c, d en artikel 5, lid 1, mits de arbeidsduur als bedoeld in artikel 5 lid 2 en 3 en als bedoeld in artikel 6 niet wordt overschreden.
in overleg met de leidinggevende kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4 lid 4, met dien verstande dat na ten hoogste 5 ½ uur arbeid tenminste een half uur wordt gepauzeerd.
In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling werktijden gemeente Noordenveld, en treedt in werking op 1 mei 2011.
Deze regeling komt in de plaats van de bestaande Regeling werktijden gemeente Noordenveld, die per gelijke datum wordt ingetrokken.
In artikel 2 is het bereik van de regeling geregeld. De artikelen die betrekking hebben op variabele werktijden (artikel 4 t/m 9) zijn alleen van toepassing op de medewerkers die werkzaam zijn in het gemeentehuis. In de buitendienst werken de medewerkers volgens vaste werktijden. Bij sportcomplex de Hullen en multifunctioneel centrum de Brinkhof zijn de medewerkers werkzaam op basis van rooster.
In artikel 3 wordt verwezen naar de bandbreedte. De bandbreedte is geregeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling in artikel 4:1 De werkgever kan dus gebruik maken van een zekere bandbreedte bij de inroostering van personeel. Hij moet dan wel rekening houden met twee voorwaarden:
De arbeidsduur per jaar mag niet worden overschreden. Deze is 1872 uren.
Als de feitelijke arbeidsduur per week afwijkt van de formele arbeidsduur, dan moet dat tenminste een maand van tevoren aan de medewerker bekend worden gemaakt.
In artikel 4 worden diverse begrippen nader uitgelegd. Ook is hier de pauzetijdenbepaling uit het Arbeidstijdenbesluit opgenomen.
Artikel 5 geeft het minimale en maximale aantal uren dat per dag gewerkt kan worden. Bij de bepaling van het minimum is aangesloten bij de Flexwet. Daar is voor oproepkrachten bepaald dat elke oproep minimaal drie uur duurt. Bij de bepaling van het maximum is aangesloten bij het Arbeidstijdenbesluit. De bijzondere omstandigheden waarnaar in de leden 1 en 2 wordt verwezen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met het kunnen combineren van arbeid en zorgtaken. Randvoorwaarden zijn dat afspraken hierover niet leiden tot een belemmering van de continuïteit van het werk of moeilijkheden bij het organiseren van overleg.
Artikel 6 geeft aan dat over een jaar genomen de gemiddelde arbeidstijd 36 uren per week bedraagt. Ook wordt het principe van compenseren van te veel gewerkte of te weinig gewerkte tijd geregeld. Deze uren worden in WBU spaaruren genoemd. Aan het einde van het jaar wordt een negatief saldo verrekend met verlof. Over een positief saldo aan spaaruren maken medewerker en leidinggevende afspraken die er toe leiden dat deze zo snel mogelijk wordt gecompenseerd. Als richtlijn geldt hier: compensatie in de eerste maand(en) van het volgende kalenderjaar.
Artikel 7 geeft een uitwerking van het begrip fictieve werktijden. Bedoeld wordt bijvoorbeeld de situatie waarbij de medewerker gedurende de werkdag een activiteit buitenshuis bezoekt (bijvoorbeeld een cursus of een bezoek aan de Raad van State) en niet meer terugkeert naar het werk. In dat geval mag voor de gezamenlijke arbeidstijd, activiteit en eventuele reistijd die dag maximaal 9 uur per dag worden geregistreerd.
In artikel 8 wordt ruimte gelaten om in bijzondere omstandigheden via overleg tussen de medewerker en zijn leidinggevende nadere afspraken te maken over de verrekening van bezoek aan een tweedelijns zorgverlener. Van bijzondere omstandigheden is bijvoorbeeld sprake als de medewerker niet kan voorkomen dat een bezoek aan een tweedelijns zorgverlener plaatsvindt binnen de bloktijden werktijd, hij geen gelegenheid heeft dit in tijd te compenseren en hiervoor geen verlof kan zetten, dan wel dat dit een onevenredig beslag legt op zijn verlofaanspraak.
Artikel 12 regelt overwerk en de compensatie daarvan. In het derde lid is als basis neergelegd dat voor medewerkers die werkzaam zijn in het gemeentehuis geldt dat uren die zijn gewerkt buiten de normale bedrijfstijd worden gecompenseerd in tijd. De medewerker kan de gewerkte uren op een tijdstip direct daaraan voorafgaand dan wel direct daarop volgend opnemen. Voor deze werkzaamheden wordt geen financiële compensatie toegekend. Lid vier bepaalt dat zwaarwegende redenen kunnen dwingen tot uitbetaling van de buiten de normale bedrijfstijd gewerkte uren. Een zwaarwegende reden zou kunnen gelden wanneer zich situatie voordoet dat de bedrijfsvoering risico loopt als gevolg van de afwezigheid van de medewerkers vanwege compensatie in tijd tijdens de normale bedrijfstijd. Voor deze werkzaamheden wordt dan geen compensatie in tijd gegeven.
Artikel 14 regelt afwijkende werktijden voor telewerkers.