Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gorinchem

Reglement bij organisatieveranderingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGorinchem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement bij organisatieveranderingen
CiteertitelReglement bij organisatieveranderingen gemeente Gorinchem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-02-201701-01-2017art. aanpassing aan definities H3 CAR/UWO

10-01-2017

Onbekend

Onbekend
02-04-201428-02-2017Onbekend

07-04-2014

Onbekend

Geen
01-01-201202-04-2014Onbekend

01-12-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement bij organisatieveranderingen

 

 

Organisatieveranderingen

Reglement bij organisatieveranderingen

Inhoudsopgave

  • Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

    • Artikel 1:1 Definities

    • Artikel 1:2 Werkingssfeer

    • Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging

    • Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren

  • Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

    • Artikel 2:1 Onderzoek naar organisatiewijziging

    • Artikel 2:2 Extern advies

    • Artikel 2:3 Advies Ondernemingsraad over organisatiewijziging

    • Artikel 2:4 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen

    • Artikel 2:5 Taakverdeling tussen Ondernemingsraad en Georganiseerd Overleg

    • Artikel 2:6 Kennisgeving en uitvoering besluit

  • Hoofdstuk 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatiewijziging

    • Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk

    • Artikel 3:2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging

    • Artikel 3:3 Voorkeursvolgorde bij herplaatsing

    • Artikel 3:4 Herplaatsingscommissie

    • Artikel 3:5 Procedure herplaatsing

    • Artikel 3:6 Bedenkingen tegen voorstel herplaatsing

    • Artikel 3:7 Salarisgarantie

    • Artikel 3:8 Functiegebonden toelagen

    • Artikel 3:9 Persoonsgebonden toelagen

    • Artikel 3:10 Studiefaciliteiten

    • Artikel 3:11 Aanvullende scholing

  • Hoofdstuk 4 Van Werk naar Werk

    • Artikel 4:1 Werkingssfeer hoofdstuk

    • Artikel 4:2 Voor wie geldt het van werk naar werktraject

    • Artikel 4:3 Voorrang bij vacatures

    • Artikel 4:4 Maatregelen ter voorkoming/vermindering van boventalligheid

    • Artikel 4:5 Paritaire commissie

    • Artikel 4:6 Functie buiten de gemeentelijke organisatie

    • Artikel 4:7 Mobiliteit bevorderende maatregelen

  • Hoofdstuk 5 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij privatisering en taakoverheveling

    • Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk

    • Artikel 5:2 Werkgelegenheid

    • Artikel 5:3 Sociaal plan

    • Artikel 5:4 Rechtspositievergelijking

    • Artikel 5:5 Minder functies dan beschikbare ambtenaren

    • Artikel 5:6 Mobiliteit bevorderende maatregelen

    • Artikel 5:7 Terugbetalingsverplichtingen

  • Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

    • Artikel 6:1 Hardheidsclausule

    • Artikel 6:2 Citeertitel

    • Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • -

    werkgever: het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem;

  • -

    organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt voor meer dan één medewerker;

  • -

    interne organisatiewijziging: een organisatieverandering waar geen andere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke werkgevers bij betrokken zijn;

  • -

    privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;

  • -

    publiekrechtelijke taakoverheveling: organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;

  • -

    personele gevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;

  • -

    salaris: maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur;

  • -

    salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de uitloopschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;

  • -

    salaristoelagen: de in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 van de CAR/UWO genoemde toelagen te weten: de functioneringstoelage, de waarnemingstoelage, de toelage onregelmatige dienst, de buitendagvenstertoelage, de toelage beschikbaarheidsdienst, de inconveniententoelage, de arbeidsmarkttoelage, de garantietoelage en de afbouwtoelage, die aan de medewerker zijn toegekend. Deze werden tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging gerekend;

  • -

    Functiegebonden toelage: een toelage als bedoeld in de artikelen 3:10 t/m 3:14 van de CAR;

  • -

    Persoonsgebonden toelage: een toelage als bedoeld in de artikelen 3:8, 3:9 en/of 3:15 van de CAR;

  • -

    IKB: individueel keuzebudget;

  • -

    functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht; ongewijzigde functie: een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;

  • -

    passende functie: een functie waarin de ambtenaar gezien zijn persoon, opleiding, ervaring, omstandigheden en objectief vast te stellen vooruitzichten in redelijkheid kan worden geplaatst en waarbij geldt dat de functie niet meer dan twee salarisschalen lager is gewaardeerd dan de functie die hij laatstelijk vervulde;

  • -

    boventallig verklaarde ambtenaar: de ambtenaar in dienst van de gemeente die als gevolg van een reorganisatie zijn functie heeft verloren en die (nog) niet is geplaatst of herplaatst in de formatie van de nieuwe organisatie;

  • -

    geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;

  • -

    Arbeidsvoorwaardenregeling: de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Gorinchem;

  • -

    Georganiseerd Overleg: de commissie voor Georganiseerd Overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • -

    Ondernemingsraad: de Ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;

  • -

    sociaal plan: nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit reglement met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging.

Artikel 1:2 Werkingssfeer

Dit reglement is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling. Uitgangspunt is om de ambtenaar wiens functie is vervallen c.q. de ambtenaar die boventallig wordt, te begeleiden van werk naar werk conform de bepalingen van hoofdstuk 10d van de Arbeidsvoorwaardenregeling. Daarbij wordt in ieder geval gehanteerd het principe van “mens volgt werk” in die gevallen waar dat van toepassing kan zijn.

Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de ambtelijke organisatie, met inachtneming van het geldende mandaatstatuut.

Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet anders is bepaald, met inachtneming van het geldende mandaatstatuut.

Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

Artikel 2:1 Onderzoek naar organisatiewijziging

Lid 1

Als de werkgever voornemens is de mogelijkheid en wenselijkheid van een organisatiewijziging te onderzoeken, worden de Ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren hier vooraf van in kennis gesteld.

Lid 2

Het tijdstip van kennisgeving is dusdanig, dat de Ondernemingsraad zijn advies over het onderzoek kan kenbaar maken, zodat dit nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Lid 3

De ambtenaren en de Ondernemingsraad worden betrokken bij de uitvoering van het onderzoek. Bovendien worden zij tussentijds mondeling dan wel schriftelijk dan wel op beide manieren op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek.

Lid 4

De schriftelijke eindrapportage van het onderzoek wordt ter kennisneming toegezonden aan de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg. Wanneer in deze eindrapportage van het onderzoek geconcludeerd wordt dat een organisatiewijziging gewenst is, dan wordt bij het toezenden van de eindrapportage tegelijkertijd gevraagd om advies van de Ondernemingsraad, zoals bedoeld in artikel 2:3, lid 1.

Artikel 2:2 Extern advies

Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging extern advies te vragen, wordt de Ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.

Artikel 2:3 Advies Ondernemingsraad over organisatiewijziging

Lid 1

Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt de Ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden, met inachtneming van het politieke primaat.

Lid 2

De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen.

Lid 3

Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Artikel 2:4 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen

Lid 1

Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, met inachtneming van het politieke primaat, wordt overleg gevoerd in het Georganiseerd Overleg over de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen.

Lid 2

Als het Georganiseerd Overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het Georganiseerd Overleg overeenstemming worden bereikt voordat het besluit ten uitvoer wordt gebracht.

Lid 3

De leden van het Georganiseerd Overleg kunnen tussentijds bijeen worden geroepen dan wel schriftelijk worden geraadpleegd. Een en ander laat onverlet dat de leden altijd overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 12 van de Arbeidsvoorwaardenregeling, de voorzitter kunnen verzoeken een vergadering te beleggen.

Artikel 2:5 Taakverdeling tussen Ondernemingsraad en Georganiseerd Overleg

Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen, worden behandeld door het orgaan dat daartoe bevoegd is.

Artikel 2:6 Kennisgeving en uitvoering besluit

Lid 1

Als er een definitief besluit is genomen tot wijziging van de organisatie, wordt dit besluit binnen 14 dagen meegedeeld aan het Georganiseerd Overleg, de Ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren. Daarbij wordt tevens ingegaan op de personele gevolgen van het besluit.

Lid 2

Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de Ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de Ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, tenzij de Ondernemingsraad - conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden - aangeeft in te stemmen met het besluit c.q. aangeeft geen beroep te zullen aantekenen bij de ondernemingskamer.

Hoofdstuk 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatiewijziging

Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

Artikel 3:2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging

De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om door middel van begeleiding van- werk- naar- werk, binnen of buiten de organisatie, gedwongen werkloosheid te voorkomen. Een en ander conform de bepalingen van hoofdstuk 10d van de Arbeidsvoorwaardenregeling en zoals verder is bepaald in artikel 1:2 voor wat betreft “mens volgt werk”.

Artikel 3:3 Voorkeursvolgorde bij herplaatsing

Lid 1

De werkgever hanteert, bij het nemen van besluiten ten aanzien van de ambtenaren die betrokken zijn bij de organisatiewijziging, de volgende voorkeursvolgorde:

  • a

    de ambtenaar blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen;

  • b

    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie;

  • c

    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie.

Lid 2

Voordat herplaatsingbesluiten als bedoeld in het voorgaande lid, onder b en c, worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor functies kenbaar te maken.

Lid 3

Indien er meer beschikbare ambtenaren zijn dan beschikbare functies wordt bij de plaatsing rekening gehouden met het afspiegelingsbeginsel. Op basis van de verhouding van het aantal beschikbare kandidaten per leeftijdsgroep wordt per leeftijdsgroep geplaatst op basis van het aantal dienstjaren bij de gemeente Gorinchem. De volgende leeftijdsgroepen zijn van toepassing:

  • a

    15 tot 25 jaar

  • b

    25 tot 35 jaar

  • c

    35 tot 45 jaar

  • d

    45 tot 55 jaar

  • e

    55 jaar en ouder

Artikel 3:4 Herplaatsingscommissie

Lid 1

De werkgever stelt een herplaatsingscommissie in als er besluiten nodig zijn als bedoeld in het voorgaande artikel onder lid 1, b en c, die als taak heeft om de benodigde gegevens te verzamelen en om de werkgever te adviseren over de te nemen herplaatsingbesluiten.

Lid 2

De commissie is als volgt samengesteld:

  • a

    De gemeentesecretaris;

  • b

    Eén extern lid namens de Ondernemingsraad, die geen binding met de organisatie mag hebben;

  • c

    Eén extern lid namens de commissie van Georganiseerd Overleg, die geen binding met de organisatie mag hebben.

Het hoofd Personeel & organisatie of een door deze aan te wijzen vervanger fungeert als secretaris, maar heeft geen stemrecht.

Artikel 3:5 Procedure herplaatsing

Lid 1

De herplaatsingcommissie verzamelt alle volgens haar benodigde gegevens en adviseert het college van burgemeester en wethouders over de herplaatsing van de betrokken ambtenaren op basis van deze gegevens binnen zes weken vanaf het moment dat alle gegevens beschikbaar zijn. Indien de herplaatsingscommissie niet tot een eensluidend advies kan komen, worden het meerderheidsstandpunt en het minderheidsstandpunt ter kennis gebracht aan het college van burgemeester en wethouders.

Lid 2

De ambtenaar kan mondeling dan wel schriftelijk verzoeken door de commissie te worden gehoord voordat de commissie advies uitbrengt.

Lid 3

Wanneer der commissie dit met het oog op het uitbrengen van haar advies noodzakelijk acht, kan zij ambtenaren uitnodigen voor een gesprek. Desgewenst kan de ambtenaar zich laten bijstaan door een raadsman/vrouw.

Lid 4

De werkgever neemt, rekening houdend met het advies van de herplaatsingscommissie, vervolgens binnen twee weken een besluit ten aanzien van de herplaatsing en informeert binnen een week na het nemen van het besluit de betrokken ambtena(a)r(en). Dit kan betekenen dat de ambtenaar wordt herplaatst dan wel dat hem vooralsnog geen passende of geschikte functie kan worden aangeboden.

Artikel 3:6 Bedenkingen tegen voorstel herplaatsing

Lid 1

De ambtenaar die bedenkingen heeft tegen het besluit als bedoeld artikel 3:5, lid 4, kan binnen vier weken nadat het besluit aan hem kenbaar is gemaakt, schriftelijk zijn gemotiveerde bedenkingen indienen bij de werkgever.

Lid 2

De ambtenaar kan daarbij verzoeken om mondeling te worden gehoord door (een vertegenwoordiging van) de werkgever. De ambtenaar die hiertoe een verzoek indient, zal binnen twee weken worden gehoord. Desgewenst kan de ambtenaar zich laten bijstaan door een raadsman/vrouw. Van de hoorzitting wordt schriftelijk verslag opgemaakt.

Lid 3

Indien er geen bedenkingen worden ingediend worden de besluiten als bedoeld in artikel 3:5, lid 4 binnen een week na afloop van de bedenkingentermijn definitief door de werkgever vastgesteld.

Lid 4

Indien er wel bedenkingen zijn ingediend neemt de werkgever, eventueel nadat de ambtenaar is gehoord, binnen vier weken een definitief besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op de bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

Lid 5

De ambtenaar kan bezwaar en beroep aantekenen tegen de besluiten zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, conform de Algemene wet bestuursrecht, bij de werkgever, die het bezwaar vervolgens in handen stellen van de bezwarencommissie inzake personeelsaangelegenheden. Daarna is eventueel beroep mogelijk bij de Bestuursrechter.

Artikel 3:7 Salarisgarantie

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.

Artikel 3:8 Functiegebonden toelagen

Lid 1

Voor de ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie vervallen de functiegebonden toelagen.

Lid 2

Aan de ambtenaar, wiens salaristoelagen als gevolg van het vervallen van de functiegebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaan, wordt – in afwijking van artikel 3:16 van de CAR/UWO - een aflopende compensatie toegekend indien de ambtenaar deze toelagen gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Lid 3

Deze compensatie kent het volgende verloop:

  • a

    de eerste zes maanden na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de salaristoelagen, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • b

    gedurende de 7e t/m de 16e maand na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de salaristoelagen, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • c

    gedurende de 17e t/m de 26e maand na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 50% van de daling van de salaristoelagen, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • d

    gedurende de 27e t/m de 36e maand na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de salaristoelagen, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen.

Artikel 3:9 Persoonsgebonden toelagen

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen.

Artikel 3:10 Studiefaciliteiten

Lid 1

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt de rechten die hem op grond van studiefaciliteiten zijn toegekend (Persoonlijk Ontwikkelingsplan), indien hij de studie voortzet.

Lid 2

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie, wordt ontheven van terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de toegekende studiefaciliteiten.

Artikel 3:11 Aanvullende scholing

De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. Hierover vindt overleg plaats met de ambtenaar. De conclusies van dit overleg worden schriftelijk vastgelegd. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk 4 Van Werk naar Werk

Artikel 4:1 Werkingssfeer hoofdstuk

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

Artikel 4:2 Voor wie geldt het van werk naar werktraject

De ambtenaar die niet direct is herplaatst en daardoor boventallig is verklaard, volgt vanaf de datum van de boventalligverklaring het “van werk naar werktraject” volgens hoofdstuk 10d van de Arbeidsvoorwaardenregeling. Dit geldt voor:

  • -

    Ambtenaren in vaste dienst met een dienstverband van twee jaar en meer;

  • -

    Ambtenaren in vaste dienst met een dienstverband van meer dan één jaar en korter dan twee jaar volgen dit traject voor een periode van negen maanden;

  • -

    Ambtenaren met een aanstelling voor bepaalde tijd – langer dan twee jaar – die niet tot de vastgestelde einddatum in hun eigen functie kunnen blijven. Zij hebben in beginsel recht op het doorlopen van dit traject voor de resterende duur van hun aanstelling.

Artikel 4:3 Voorrang bij vacatures

De ambtenaar wiens betrekking wordt opgeheven en boventallig wordt verklaard geniet voorrang bij vervulling van interne vacatures, onder voorbehoud dat betrokkene aan gestelde functie-eisen voldoet of kan gaan voldoen na de benodigde scholing.

Artikel 4:4 Maatregelen ter voorkoming/vermindering van boventalligheid

Lid 1

Remplacantenregeling: Ambtenaren die geplaatst zijn - of zullen gaan worden - in de formatie van de nieuwe organisatie, kunnen die plaats opgeven en zich beschikbaar stellen voor de status van boventallig verklaarde ambtenaar. Het gevolg daarvan is dat in diens plaats een boventallig verklaarde ambtenaar in de nieuwe organisatie kan worden geplaatst. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, wordt een dergelijk aanbod gehonoreerd.

Lid 2

Reductie aanstellingsomvang: Ambtenaren kunnen zowel individueel als in groepsverband een verzoek indienen om hun aanstellingsomvang terug te brengen, om zodoende formatie beschikbaar te stellen voor het plaatsen van boventallig verklaarde collega’s. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, worden dergelijke verzoeken gehonoreerd.

Artikel 4:5 Paritaire commissie

Lid 1

De werkgever stelt conform artikel 10d:24 van de Arbeidsvoorwaardenregeling een paritair samengestelde commissie in die erop toeziet dat ambtenaren waar mogelijk van werk naar werk worden begeleid.

Lid 2

De samenstelling is als volgt:

  • a

    Een extern lid namens werkgever, die geen binding met de organisatie mag hebben;

  • b

    Een extern lid namens de vakbonden, die geen binding met de organisatie mag hebben;

  • c

    Een door de leden onder a en b aan te wijzen onafhankelijk voorzitter.

Lid 3

Voor de bevoegdheden van deze commissie wordt verwezen naar hoofdstuk 10d van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 4:6 Functie buiten de gemeentelijke organisatie

Lid 1

Indien de ambtenaar, waarvoor geen passende of geschikte functie is gevonden, een functie accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, wordt hem eervol ontslag verleend.

Lid 2

De ambtenaar die overeenkomstig het eerste lid ontslag wordt verleend, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit toegekende studiefaciliteiten, de verhuiskostenregeling en de regeling betaald ouderschapsverlof.

Lid 3

Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van tenminste gelijke omvang buiten de gemeentelijke organisatie accepteert, vult de werkgever het brutosalaris gedurende twee jaar aan tot aan het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag. De ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang ontvangt gedurende één jaar een aanvulling van zijn brutosalaris naar rato.

Artikel 4:7 Mobiliteit bevorderende maatregelen

Lid 1

Naast de voorzieningen die worden genoemd in artikel 10d:16 van de Arbeidsvoorwaardenregeling stelt de werkgever op grond van artikel 17:7 van die regeling een pakket van maatregelen en faciliteiten ter beschikking die de werking en het realiseren van de doelstelling van dit reglement bij organisatieverandering ondersteunen.

Lid 2

Onderdeel van dit pakket van maatregelen kunnen zijn:

  • a

    bijscholing en omscholing;

  • b

    tijdelijke tewerkstelling binnen de gemeentelijke organisatie, al dan niet bovenformatief;

  • c

    een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie, die na de herplaatsingprocedure is ontstaan;

  • d

    tijdelijke detachering naar een externe organisatie;

  • e

    outplacementbegeleiding;

  • f

    een passende functie buiten de gemeentelijke organisatie;

  • g

    een bruto vertrekpremie voor een ambtenaar die vrijwillig ontslag neemt, gelijk aan zoveel maanden bruto salaris plus salaristoelagen als de ambtenaar in jaren in dienst is bij de gemeente Gorinchem, tot een maximum van 12 maanden. Onder salaris plus salaristoelagen wordt in dit verband verstaan het salaris en de salaristoelagen die de ambtenaar geniet op de dag voorafgaande aan de ontslagdatum, inclusief vakantietoelage en eindejaarsuitkering (2016) of inclusief diens IKB (vanaf 2017);

  • h

    reis- en verhuiskosten;

  • i

    voorziening voor pensioenlacunes;

  • j

    overige flankerende maatregelen, die erop gericht zijn financiële nadelen van een mogelijke oplossing voor betrokkene weg te nemen.

Lid 3

De kosten van bijscholing, omscholing en outplacementbegeleiding zijn voor rekening van de werkgever tot een maximum van € 7.500,00.

Lid 4

Voorzieningen en faciliteiten worden in de vorm van een individuele maatwerkregeling aan de medewerker toegekend en vastgelegd in een “van werk naar werkcontract”.

Lid 5

Om vrijwillige mobiliteit te stimuleren kunnen de in de leden 1 en 2 genoemde voorzieningen en faciliteiten ook al in de periode voorafgaande aan de reorganisatie aan ambtenaren beschikbaar worden gesteld, zonder dat zij op het moment boventallig zijn verklaard.

Hoofdstuk 5 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij privatisering en taakoverheveling

Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

Artikel 5:2 Werkgelegenheid

Lid 1

De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid van de bij de privatisering of overheveling van taken betrokken ambtenaren behouden blijft.

Lid 2

De werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie in overleg over de overname van de ambtenaren van het desbetreffende organisatieonderdeel. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd.

Lid 3

Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de betrokkene de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden in de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar zal als interne kandidaat in de selectieprocedure worden betrokken.

Lid 4

De werkgever stelt conform artikel 10d:24 van de Arbeidsvoorwaardenregeling een paritair samengestelde commissie in die erop toeziet dat medewerkers waar mogelijk van werk naar werk worden begeleid.

Lid 5

Voor de bevoegdheden van deze commissie wordt verwezen naar hoofdstuk 10d van de Arbeidsvoorwaardenregeling en voor de samenstelling van deze commissie naar artikel 4:5, lid 2, van deze leidraad.

Artikel 5:3 Sociaal plan

Lid 1

Als het Georganiseerd Overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het Georganiseerd Overleg.

Lid 2

Er worden geen definitieve besluiten genomen ten aanzien van ambtenaren voordat er overeenstemming is over het sociaal plan.

Artikel 5:4 Rechtspositievergelijking

Lid 1

Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiek-rechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.

Lid 2

Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.

Lid 3

Het sociaal plan bevat in ieder geval de volgende garanties:

  • a

    netto-nettogarantie van het salaris en het salarisperspectief;

  • b

    ambtenaren die een vaste aanstelling hebben, krijgen bij de nieuwe werkgever een vaste aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.

Artikel 5:5 Minder functies dan beschikbare ambtenaren

Indien er bij de nieuwe werkgever, ondanks alle inspanningen zoals genoemd in artikel 4:2, minder functies beschikbaar zijn dan het aantal beschikbare ambtenaren, dan is artikel 3:3, lid 3, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5:6 Mobiliteit bevorderende maatregelen

Lid 1

Naast de voorzieningen die worden genoemd in artikel 10d:16 van de Arbeidsvoorwaardenregeling stelt de werkgever op grond van artikel 17:7 van die regeling een pakket van maatregelen en faciliteiten ter beschikking die de werking en het realiseren van de doelstelling van dit reglement bij organisatieverandering ondersteunen.

Lid 2

Onderdeel van dit pakket van maatregelen kunnen zijn:

  • a

    bijscholing en omscholing;

  • b

    tijdelijke tewerkstelling binnen de gemeentelijke organisatie, al dan niet bovenformatief;

  • c

    een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie, die na de herplaatsingprocedure is ontstaan;

  • d

    tijdelijke detachering naar een externe organisatie;

  • e

    outplacementbegeleiding;

  • f

    een passende functie buiten de gemeentelijke organisatie;

  • g

    een bruto vertrekpremie voor een ambtenaar die vrijwillig ontslag neemt, gelijk aan zoveel maanden bruto salaris plus salaristoelagen als de ambtenaar in jaren in dienst is bij de gemeente Gorinchem, tot een maximum van 12 maanden. Onder salaris en salaristoelagen wordt in dit verband verstaan het salaris en de salaristoelagen die de ambtenaar geniet op de dag voorafgaande aan de ontslagdatum, inclusief vakantietoelage en eindejaarsuitkering (2016) of inclusief diens IKB (vanaf 2017);

  • h

    reis- en verhuiskosten;

  • i

    voorziening voor pensioenlacunes;

  • j

    overige flankerende maatregelen, die erop gericht zijn financiële nadelen van een mogelijke oplossing voor betrokkene weg te nemen.

Lid 3

De kosten van bijscholing, omscholing en outplacementbegeleiding zijn voor rekening van de werkgever tot een maximum van € 7.500,00.

Lid 4

Voorzieningen en faciliteiten worden in de vorm van een individuele maatwerkregeling aan de medewerker toegekend en vastgelegd in een “van werk naar werkcontract”.

Lid 5

Om vrijwillige mobiliteit te stimuleren kunnen de in de leden 1 en 2 genoemde voorzieningen en faciliteiten ook al in de periode voorafgaande aan de reorganisatie aan ambtenaren beschikbaar worden gesteld, zonder dat zij op het moment boventallig zijn verklaard.

Artikel 5:7 Terugbetalingsverplichtingen

De ambtenaar die ontslag wordt verleend in verband met privatisering of taakoverheveling, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit toegekende studiefaciliteiten, verhuiskostenregeling en de regeling betaald ouderschapsverlof.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Lid 1

In gevallen waarin toepassing van dit reglement zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan het college van burgemeester en wethouders van het reglement afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.

Lid 2

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6:2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Reglement bij organisatieveranderingen gemeente Gorinchem”.

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Lid 1

Dit reglement treedt in werking met ingang van 12 december 2016.

Lid 2

De “leidraad bij organisatieveranderingen” d.d. 2 april 2014 vervalt met ingang van 12 december 2016.