Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Handhaving@horeca Breda |
Citeertitel | Beleidsregels Handhaving@horeca Breda |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | handhaving horeca |
Deze regeling is ingetrokken bij besluit van 21 oktober 2014.
Deze regeling vervangt de Notitie handhaving horeca.
Drank- en Horecaverordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2011 | 28-01-2015 | Nieuwe regeling | 30-08-2011 Breda.nl, 13-09-2011 | 38201 |
Breda is een Bourgondische en gezellige uitgaansstad. De haven is opgeknapt waardoor er een groot aantal terrassen aan het water is verschenen. Door de komst van de nachttreinen komen steeds meer bezoekers van buiten Breda naar de binnenstad om een avondje te stappen. Ook het feit dat het centrum van Breda is uitgeroepen tot Beste Binnenstad heeft een aantrekkende werking.
De keerzijde van de medaille is dat drukkere uitgaansavonden en meer bezoekers in de binnenstad kunnen leiden tot overlast en verstoringen van de openbare orde. Breda kent een relatief compact uitgaanscentrum met nauwe straten waar veel horecazaken dicht op elkaar zitten en ook een groot aantal mensen woont. Rond de sluitingstijden doen zich grote concentraties publiek voor. Daarnaast is een verharding te zien in het uitgaansklimaat. De combinatie van overmatig alcoholgebruik en een andere mentaliteit bij het uitgaanspubliek, kunnen een gespannen sfeer tot gevolg hebben.
De gemeente neemt zoveel mogelijk samen met de horeca maatregelen om overlast tegen te gaan in het kader van het convenant Veilig Uitgaan; zo zijn verbeteringen gerealiseerd door de inzet van professionele portiers, cameratoezicht, veiligheidsverlichting, maatregelen in het kader van jeugd en alcohol en deurbeleid. Daarnaast kan de burgemeester vanaf begin 2011 aan bezoekers van het uitgaanscentrum een gebiedsverbod opleggen als zij herhaaldelijk overlast veroorzaken in de binnenstad.
Tegen overtredingen die door de horecaondernemers zelf worden gepleegd, treedt de gemeente op door middel van handhaving.
In 2009 is in Breda een verruiming van de sluitingstijden voor de horeca doorgevoerd. Horecazaken kunnen een ontheffing krijgen om van 2.00u tot 4.00u open te blijven. De gemeenteraad heeft groen licht gegeven voor deze verruiming maar wel onder voorwaarden: het gewijzigde regime mag geen afbreuk doen aan de leefbaarheid in de binnenstad en andere gebieden waar horecabedrijven zijn gevestigd. Dit vraagt om extra inspanningen van alle partijen. De raadscommissie Bestuur heeft destijds gesteld dat handhaving zou moeten plaatsvinden op de volgende manier:
Ook bij de evaluatie van de horecasluitingstijden in 2010 heeft de politiek aangegeven dat het langer open blijven van horecagelegenheden niet mag leiden tot overlast en dat er nog wel een verbeterslag te maken is voor wat betreft de handhaving van de regelgeving.
In deze notitie wordt beschreven hoe de gemeente Breda optreedt tegen overtredingen door de horeca. Het gaat dan bijvoorbeeld om het overschrijden van de sluitingstijden of handelen in strijd met de vergunningvoorschriften. Bijzondere beleidsterreinen zoals prostitutie, brandveiligheid en coffeeshops komen in deze notitie niet aan de orde maar zijn geregeld in andere beleidsdocumenten.
Het gemeentebestuur heeft samen met politie, justitie en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit, een belangrijke toezicht- en handhavingstaak op het gebied van de horecaregelgeving. In de Drank- en Horecawet is de Voedsel en Warenautoriteit aangewezen als toezichthouder op de Drank- en Horecawet. De politie is in het kader van haar bevoegdheden op grond van de Wet economische delicten en haar algemene opsporingstaak bevoegd strafbare feiten op te sporen en te rapporteren aan de gemeente. De gemeente heeft in het kader van de Drank- en Horecawet enkel een handhavende rol en is daarmee afhankelijk van opsporingsdiensten (politie, o.a. artikel 17, lid 1 1º WeD) en Voedsel en Warenautoriteit (artikel 41 Drank- en Horecawet).
De gemeente Breda werkt met een gemeentebrede sanctiestrategie. Hierdoor wordt een eenduidige manier van handhaven gewaarborgd. De gemeentelijke sanctiestrategie is van toepassing verklaard op het Stappenplan Horeca, zoals opgenomen in de Notitie handhaving horeca. In het horecastappenplan wordt beschreven tegen welke overtredingen wordt opgetreden en hoe dat gebeurt. Het Stappenplan wordt sinds 2008 in Breda toegepast.
Er zijn diverse soorten bestuurlijke sancties. Voor de handhaving van de horecaregelgeving is tot nu toe in beginsel gebruik gemaakt van dwangsommen. Uitzondering hierop vormt het handhaven van de ontheffingen om na 02.00u open te zijn; bij overtredingen wordt deze ontheffing ingetrokken. De hoogte van de dwangsom wordt onder andere bepaald door de omvang van de horecagelegenheid. Na een bepaald aantal overtredingen kan de dwangsom worden verhoogd.
Het Stappenplan Horeca wordt inmiddels een aantal jaren toegepast. In de praktijk blijkt het opleggen van dwangsommen geen effectief handhavingsmiddel te zijn. Allereerst leidt het opleggen van dwangsommen tot lange en uitgebreide procedures waarbij het soms zelfs jaren duurt voordat de overtreder betaalt. Het opleggen van de dwangsom en het invorderen, moet worden vastgelegd in aparte beschikkingen waartegen weer bezwaar en beroep open staat. De bezwaar- en beroepsmogelijkheden maken de invordering tot een langdurige procedure. Kleine fouten kunnen een dwangsom oninbaar of onhoudbaar maken. Er gaat dus zeker geen directe prikkel vanuit om de overtreding te stoppen. Gelet op het belang van de handhaving van de openbare orde en veiligheid is snelheid juist wel geboden.
Ten tweede blijkt het opleggen van dwangsommen bij notoire overtreders niet te werken. Dit hangt enerzijds samen met de lengte van de procedure en anderzijds met het feit dat de dwangsom pas na een groot aantal overtredingen wordt verhoogd waardoor de ondernemer vaak een kosten-baten analyse maakt.
Om de handhaving van de horecaregelgeving effectiever te maken en notoire overtreders aan te pakken, zal, behoudens bijzondere omstandigheden, in beginsel geen gebruik meer worden gemaakt van dwangsommen. Er wordt gekozen voor handhavingsinstrumenten die een meer directe prikkel geven, namelijk tijdelijke sluiting en/of intrekking van de Drank- en horecavergunning. Met deze manier van handhaven zijn reeds positieve ervaringen opgedaan bij de handhaving van de ontheffingen voor de nachtzaken. Aangezien deze sancties qua uitstraling en effect zwaarder zijn dan een dwangsom zal in eerste instantie een sluiting en/of intrekking van beperkte duur worden opgelegd die bij volgende overtredingen wordt verhoogd.
Bij de handhaving van de geluidsnormen en overige milieugerelateerde horecaovertredingen wordt in beginsel nog wel gewerkt met dwangsommen. Voor milieuovertredingen geldt een apart regime waarbij klachten gemeld kunnen worden bij de milieuklachtenlijn en opgetreden wordt als er sprake is van een klachtenpatroon.
Voor beide sancties, tijdelijke sluiting en intrekking van de Drank- en horecavergunning, zijn aparte handhavingsmatrices opgesteld. In de matrix wordt aangegeven voor welke feiten de instrumenten worden ingezet. Aangezien het om herstelsancties gaat, wordt bij de zwaarte van de sancties rekening gehouden met de proportionaliteit en subsidiariteit. Bij de eerste overtreding wordt een lichtere sanctie opgelegd die bij recidive steeds wordt verhoogd/verzwaard. Voor milieuovertredingen is een aparte handhavingsmatrix opgenomen.
Er wordt bij alle sancties een onderverdeling gemaakt in lichtere en zwaardere feiten (categorie 1 en 2). Bij de zwaardere feiten worden al eerder in het traject zware sancties ingezet. Bij deze feiten wordt, in beginsel, ook geen voorafgaande waarschuwing gegeven. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat de overtreding zo ernstig is dat onmiddellijk moet worden opgetreden. Bij het doorlopen van de matrices wordt een verjaringstermijn van 5 jaar gehanteerd.
Indien er binnen een relatief korte periode sprake is van cumulatie van feiten (recidive) zoals genoemd in matrix 1, 2 of de milieumatrix dan kan de burgemeester dan wel het college, ieder voor wat betreft hun eigen bevoegdheden, een langere sluitingstermijn opleggen dan de genoemde termijnen, onmiddellijk overgaan tot intrekken van de vergunning of een cumulatie van sancties toepassen. Deze verzwarende omstandigheden worden in dat geval in het besluit gemotiveerd. Ook bij ernstige feiten is een cumulatie van sancties mogelijk (dus bijvoorbeeld een tijdelijke sluiting én gelijktijdige intrekking van de Drank- en horecavergunning).
Als laatste wordt opgemerkt dat de stappen die genoemd worden in deze notitie een beleidslijn vormen. Mochten de omstandigheden daartoe aanleiding geven dan kan in voorkomende gevallen gemotiveerd worden afgeweken van de matrix en de daarin genoemde (zwaarte van de) maatregel.
HANDHAVINGSMATRIX 2 INTREKKEN DRANK- EN HORECAVERGUNNING
Overtreding nadere eisen op grond van artikel 2.20 lid 5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer | |
voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom + zienswijzen | |