Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal Statuut gemeentelijke herindeling Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer 1 januari 2007 |
Citeertitel | Sociaal Statuut gemeentelijke herindeling Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer 1 januari 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
CAR-UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-2008 | 01-01-2006 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 19-12-2006 Streekbode 10 september 2008 | Onbekend |
Dit Sociaal Statuut voor de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Haelen, Heythuysen(inclusief Intergemeentelijke Sociale Dienst), Hunsel en Roggel en Neer is een nadereuitwerking van artikel 12:1:5 van de CAR/UWO, waarin is bepaald dat de colleges vanburgemeester en wethouders overleg voeren met de vertegenwoordigers van de organisatiesvan overheidspersoneel bij (ingrijpende) verandering in de inrichting van enigdienstonderdeel en nadere regels overeenkomen over de wijze van uitvoeren van dezeveranderingen.
Dit Sociaal Statuut is uitsluitend van toepassing in het kader van het proces van gemeentelijkeherindeling en strekt zich uit tot de ambtenaren die werkzaam zijn bij de vier bij deherindeling betrokken gemeenten.
Over dit Sociaal Statuut, alsmede over de daarbij behorende toelichting, is tussen werkgeversen werknemers op 24 november 2005 een onderhandelaarsakkoord bereikt in het BijzonderGeorganiseerd Overleg (BGO) van de vier betrokken gemeenten.
Waar in dit Sociaal Statuut “hij”, “hem”, “ambtenaar”, “werknemer” enz. staat kan tevens devrouwelijke vorm worden gelezen.
Onder dit Sociaal Statuut wordt verstaan een reglement waarin de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer als werkgevers en de organisaties van overheidspersoneel, vertegenwoordigd in het Bijzonder Georganiseerd Overleg als werknemers, ten behoeve van de ambtenaren afspraken hebben vastgelegd over wederzijdse rechten en plichten bij de organisatieverandering en de personele aspecten daarvan ten gevolge van de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2007. Indien deze datum verschuift, verschuiven alle in dit statuut genoemde data evenredig.
In dit Sociaal Statuut wordt verstaan onder:
Algemene uitgangspunten van sociaal beleid
De gemeentesecretarissen en de griffiers worden op grond van artikel 57 van de Wet arhi per datum herindeling eervol uit hun ambt ontslagen. Indien op hun verzoek door Gedeputeerde staten wordt bepaald dat zij in een andere functie voorlopig overgaan in dienst van de nieuwe gemeente, is dit statuut onverkort op hen van toepassing.
Bij organisatieaanpassingen tijdens de looptijd van dit statuut wordt met instemming van het (B)GO vastgesteld of deze voortvloeien uit de herindeling dan wel daarvan los moeten worden gezien. Daarbij zullen tevens de eventuele personele en rechtspositionele gevolgen en oplossingen in beeld worden gebracht.
Artikel 4 Overige algemene uitgangspunten
Het recht op het in deeltijd vervullen van de functie wordt in een nieuwe of gewijzigde organisatiestructuur gehandhaafd. Bij toetsing van de geschiktheid als plaatsingscriterium wordt geen onderscheid gemaakt tussen medewerkers met een volledige dienstbetrekking en die met een deeltijdbetrekking, tenzij het een functie betreft welke niet voor vervulling in deeltijd in aanmerking komt. Deze laatste functies zullen alszodanig in de functieboeken worden aangeduid.
Totdat op individueel niveau de rechtspositionele consequenties van de definitieve besluiten van het nieuwe college op het gebied van functiewaardering zijn bepaald, kunnen op 1 januari 2007 geen rechten worden ontleend aan de functieschaalindicatie in het functieboek en wordt het salaris per 1 januari 2007 van iedere ambtenaar vooralsnog gebaseerd op het salaris dat deze geniet of zou hebben genoten in de oude functie.
De in dienst zijnde ambtenaren die als gevolg van wijziging van hun standplaats meerkosten hebben voor woon-werkverkeer, ontvangen gedurende de looptijd van dit statuut voor de werkelijke meerkosten een vergoeding van de toegestane onbelaste vergoeding per afgelegde kilometer. Indien dit aantal kilometers minder dan 50 kilometer per maand bedraagt wordt geen vergoeding uitgekeerd. De meerkosten worden bepaald aan de hand van het verschil in afstand tussen woonadres en de huidige werkadres met die van woonadres en nieuwe werkadres.
Artikel 5 Uitgangspunten individueel
De ambtenaar behoudt het salaris en de salarisaanspraken c.q. salarisperspectief, inclusief de individueel schriftelijk vastgelegde structurele persoonlijke toelagen c.q. garantietoelagen dan wel uitlooptoelagen, zoals die gelden op 31december 2006. Tevens wordt apart schriftelijk vastgelegd welke andere individuele rechtspositionele aanspraken worden gegarandeerd.
Als de ambtenaar geplaatst wordt in een functie waaraan een lagere functieschaal is verbonden dan de functieschaal van de voormalige functie, zal hem een persoonlijke garantieschaal worden toegekend gelijk aan de functieschaal van die voormalige functie en met inachtneming van het bepaalde in lid 1 van dit artikel.
De in het functieboek opgenomen niveau-indicatie, verbonden aan de functie waarin de ambtenaar in de nieuwe organisatie wordt geplaatst, wordt hem gegarandeerd met inachtneming van artikel 4, lid 9. Tussentijdse schriftelijk vastgelegde wijzigingen, b.v. als gevolg van wijzigingen in de functiebeschrijving door aanvulling met passende of geschikte werkzaamheden, worden eveneens gegarandeerd.
Aan de ambtenaar die in een hoger gewaardeerde functie wordt ingepast, zal overeenkomstig de bepalingen van de bezoldigingsverordening en het vast te stellen bezoldigingsbeleid van de nieuwe gemeente, bij voldoen aan de functie-eisen en bij gebleken voldoende functioneren, worden bevorderd naar de aanloop- of functieschaal. Bevordering vanuit de aanloopschaal naar de functieschaal geschiedt bij gebleken geschiktheid één jaar na toekenning van de aanloopschaal.
Aan de functie van de ambtenaar op 31 december 2006 verbonden toelagen zullen per 1 januari 2007 worden vastgesteld op het niveau van toelagen verbonden aan de functie waarin de ambtenaar in de nieuwe organisatie is geplaatst.
Indien aan de oude functie toelagen zijn verbonden, welke niet aan de nieuwe functie zijn verbonden, geldt de afbouwregeling zoals vermeld in lid 7 van dit artikel.
Als toelagen verminderen zal een afbouw als bedoeld in de leden 7 en 8 van dit artikel plaatsvinden.
Indien aan de oude functie toelagen zijn verbonden welke niet aan de nieuwe functie zijn verbonden, worden deze in het eerste jaar na de herindeling voor 100% behouden. In het tweede jaar wordt 75% toegekend en in het derde jaar wordt 50% toegekend. In het vierde jaar wordt 25% toegekend; in het vijfde jaar is de toelage beëindigd.
De projectgroep maakt een voorstel voor de wijze van vacaturevervulling ten behoeve van de stuurgroep. Allereerst onderzoekt de projectgroep of onderlinge hulpverlening door de herindelingsgemeenten, dan wel andere gemeenten mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is en de voortgang van de werkzaamheden vereist vacaturevervulling, dan wordt daarin uitsluitend tijdelijk voorzien via een mobiliteitsbureau, mobiliteitsbureau oudere ambtenaren, uitzendbureau of anderszins.
Ten behoeve van de uitvoering van de gemeentelijke herindeling stelt de stuurgroep een uitvoeringsplan c.q. plan van aanpak op voor in elk geval de navolgende zaken:
Plaatsing in een functie, opgenomen in functieboek 1, geschiedt geheel op basis van kwaliteitseisen. Een assessment maakt deel uit van de procedure. Indien meerdere kandidaten kwalitatief gelijkwaardig worden bevonden, zal de plaatsing geschieden in de benoemingsvolgorde als bedoeld in lid 4 van dit artikel.
Als meer ambtenaren voor plaatsing in eenzelfde functie, opgenomen in functieboek 2, in aanmerking komen dan er formatieplaatsen te vervullen zijn, zal de plaatsing , behoudens het bepaalde in artikel 12, lid 5,geschieden in de benoemingsvolgorde overeenkomstig de intentie van artikel 8:4:, lid 2 van de CAR/UWO, te weten:
Artikel 10 Benoeming gemeentesecretaris
De selectie voor de functie van (beoogd) gemeentesecretaris wordt voorbereid conform de met de GOR overeengekomen procedure.
Artikel 11 Plaatsing griffiepersoneel
De plaatsingsprocedure voor de benoeming van de (beoogd) griffier en de griffieambtenaren geschiedt overeenkomstig de procedure die geldt voor de overige ambtenaren.
De selectie voor de functie van (beoogd) griffier vindt plaats overeenkomstig de met de vier gemeenteraden (of een vertegenwoordiging daarvan) gemaakte afspraken.
Artikel 12 Plaatsingscommissie
De plaatsingscommissie heeft tot taak aan de stuurgroep schriftelijk en gemotiveerd advies uit te brengen omtrent de inpassing van de ambtenaren in een passende of geschikte functie, eventueel voorstellen te doen om functiebeschrijvingen in de functieboeken aan te passen als zulks gewenst is in verband met maatwerk, alsmede voorstellen te doen voor flankerend beleid. Minderheidsstandpunten worden desgewenst expliciet vermeld in de voorstellen.
De plaatsingscommissie heeft het recht tot:
De commissie dient in elk geval de ambtenaar te horen die daarom via het belangstellingsformulier verzoekt, alsmede de ambtenaar ten aanzien van wie het voornemen bestaat de stuurgroep te adviseren betrokkene niet in één van de door hem aangegeven voorkeursfuncties te plaatsen.
Aan de commissie worden in elk geval alle voor de plaatsing relevante stukken ter hand gesteld, waaronder:
De plaatsingscommissie dient bij haar plaatsingsadvies in voorkomende gevallen uit te gaan van de inhoud van de huidige functie van de ambtenaar. Historisch ontstane verschillen in salarisschaal, bij gelijke of nagenoeg gelijke inhoud van de functie (ontstaan door b.v. toepassing van een andere waarderingsystematiek of andere wijze van waarderen), zijn geen criterium voor de benoemingsvolgorde.
De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld om aan de hand van de functieboeken, binnen een door de stuurgroep te bepalen termijn, zijn voorkeur voor minimaal 2 en maximaal 3 functies kenbaar te maken aan de plaatsingscommissie, dan wel kenbaar te maken of hij in aanmerking wil komen voor een regeling voor oudere ambtenaren of een regeling in het kader van flankerend beleid als opgenomen in dit statuut.
Artikel 15 Bedenkingencommissie
Partijen worden tenminste eenmaal in de gelegenheid gesteld hun standpunt mondeling toe te lichten. De ambtenaar dient bij het geven van zijn nadere toelichting bekend te zijn en/of te kunnen zijn, met alle omtrent zijn persoonlijke hoedanigheid uitgebrachte relevante mondelinge en schriftelijke adviezen. Hij heeft het recht zich ter zitting door een raadsman te laten bijstaan.
Artikel 16 Definitieve benoeming
Het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente neemt zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen 3 maanden na de datum van herindeling, een besluit of het met het voorstel betreffende de voorgenomen benoeming instemt. Het college kan slechts wegens zwaarwichtige redenen gemotiveerd afwijken van de voorgenomen benoeming. In dat geval stelt het college de betrokken ambtenaar in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen alvorens een besluit te nemen.
Artikel 17 Bezwaren- en beroepsprocedure
Voor de arbeidscontractant geldt een andere wijze van rechtsbescherming. Deze kan via de kantonrechter een procedure “kennelijk onredelijk ontslag” starten om een schadevergoeding te vorderen of herstel van de dienstbetrekking. Beide vorderingen dienen binnen zes maanden bij de kantonrechter te worden ingesteld. Deze rechtsgang wordt in het betreffende besluit medegedeeld.
Artikel 18 Omscholing/bijscholing
De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld tot omscholing en/of bijscholing indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie wenselijk of noodzakelijk is. De kosten daarvan zijn voor rekening van de gemeente. Dit kan op verzoek van de ambtenaar of op initiatief van het college. De ambtenaar kan daartoe ook worden verplicht.
Artikel 19 Bijzondere zorg oudere ambtenaar
De ambtenaar die op de implementatiedatum (1 januari 2007) 58 jaar of ouder is, minimaal 10 aaneengesloten ABP-dienstjaren heeft, bij één van de vier gemeenten werkzaam is en die conform dit statuut ingepast dient te worden, doch voor wie de stuurgroep, op advies van de plaatsingscommissie heeft besloten dat geen passende of geschikte functie voor handen is kan, indien hij te kennen geeft geen andere functie te ambiëren, gebruik maken van de volgende regeling:
Met een ambtenaar die per 1 januari 2007 nog geen gebruik wenst te maken van de regeling genoemd in dit artikel, kan worden overeengekomen, dat hij gedurende een nader vast te stellen periode een geschikte functie aanvaardt. Na afloop van die periode is bedoelde regeling zoveel als mogelijk van toepassing.
Bij de toepassing van lid 1wordt ervan uitgegaan dat de wet betreffende de fiscalisering van de pensioenen alsmede de CAO-gemeenten uitvoering per implementatiedatum mogelijk laten. Mochten zich in deze regelingen zodanige wijzigingen voordoen dat overeenkomstige uitvoering niet meer mogelijk is, dan vervalt de regeling in dit artikel en wordt tijdig in onderling overleg en overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg een alternatieve regeling afgesproken.
Artikel 20 Herhaald aanbod/ongeschiktheid voor de functie
Aan de ambtenaar die is geplaatst en binnen één jaar, naar het oordeel van het college,
ongeschikt of onbekwaam blijkt te zijn voor de dan vervulde functie, zal met inachtneming van dit statuut en op advies van de plaatsingscommissie een hernieuwd aanbod worden gedaan
Indien binnen één jaar opnieuw ongeschiktheid blijkt en er geen sprake is van verwijtbaar gedrag, kan op basis van de alsdan vigerende rechtspositieregeling en met inachtneming van het advies van de plaatsingscommissie alsnog eervol ontslag worden verleend.
De artikelen 19 en 21 zijn voor zover mogelijk van toepassing.
Voor de ambtenaren, op wie de regeling als bedoeld in artikel 19 niet van toepassing is en aan wie geen passende of geschikte functie kan worden geboden, kan door de stuurgroep en/of het college van de nieuwe gemeente in overleg met de betrokken ambtenaar en op advies van de plaatsingscommissie, zonder extra kosten voor de ambtenaar, een nadere regeling worden getroffen. Daarbij staan de navolgende instrumenten ter beschikking:
Aldus vastgesteld door:Burgemeester en wethouders van Haelen
De secretaris, De burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Heythuysen
De secretaris, De burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Hunsel
De secretaris, De burgemeester,
Burgemeester en wethouders van Roggel en Neer
De secretaris, De burgemeester,
Namens de werknemers,
De vakorganisaties,
AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak,
W.Wetzels H.Reijnders