Organisatie | Achtkarspelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rioolrechten |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2010 | Onbekend | 02-12-2008 Onbekend | Onbekend |
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
1.Onder de naam "rioolrechten" wordt geheven:
een recht van de hoofdbewoner of de hoofdgebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd of via een IBA-systeem, waarvoor gebruiker met de gemeente een gebruiksovereenkomst heeft afgesloten, in het oppervlaktewater of in de bodem wordt geloosd.
2.Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
elk ander eigendom € 177,48per belastingjaar, vermeerderd met € 24,00 voor elke 100 m³ of een deel daarvan uit het eigendom in het riool afgevoerde hoeveelheid water boven de hoeveelheid van 200 m³. Waarbij deze hoeveelheid wordt gelijkgesteld aan de in het eigendom afgeleverde hoeveelheid water door het waterleidingbedrijf in de verbruiksperiode.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt het verschuldigde recht berekend over het aantal kalendermaanden, waarin van de dienst gebruik is gemaakt. Een gedeelte van de maand wordt daarbij voor een maand gerekend.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, het bedrag daarvan, meer is dan € 135,-- doch minder is dan € 3.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolrechten.