Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2003 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 01-01-2004.
De datum van inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.
Gemeentewet, art. 224
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2003 | 25-12-2004 | art. 8 | 22-12-2003 Onbekend | 27-12-2003 | |
21-12-2002 | nieuwe regeling | 12-12-2002 Ons Weekblad, 20-12-2002 | 21-12-2002 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
Van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste en tweede lid, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, berekende aantal.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd, indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijn van betaling
De belastingaanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan het college van burgemeester en wethouders of de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening toeristen 1999’ van 17 december 1998, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.